Praktische Pediatrie
Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen
Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Praktische Pediatrie
Gesorteerd op nieuw - oud
Een meisje van 10 maanden oud komt op de polikliniek kindergeneeskunde met sinds vier dagen een niet-pijnlijke, donkere verkleuring op de tong (figuur 1). Het kind is niet ziek, ze eet en drinkt goed, heeft geen andere huidafwijkingen of allergieën en gebruikt geen medicijnen. Moeder poetst eenmaal daags haar tandjes. Bij lichamelijk onderzoek zien we een niet-afschraapbare, onscherp begrensde grijze macula op de tong van 2 cm doorsnede. Er zijn geen afwijkingen van het mondslijmvlies. Overig algemeen pediatrisch onderzoek is niet afwijkend.

Puberteit en adolescentie zijn fasen in het leven van een kind waarin het enorme psychosociale en lichamelijke veranderingen ondergaat. Experimenteergedrag speelt in deze periode een belangrijke rol. Jongeren komen in deze leeftijdsfase voor het eerst in aanraking met alcohol, tabak en drugs. Kinderen in de puberteit en de adolescentie zijn extra kwetsbaar voor de schadelijke gevolgen van drugs. Riskant middelengebruik gaat vaak samen met het ontstaan en gelijktijdig voorkomen van psychische problemen. Vooral bij kwetsbare jongeren, zoals jongeren in de jeugdzorg, in spijbelprojecten en in justitiële inrichtingen, is vaak sprake van middelengebruik, naast andere vormen van psychosociale problematiek. Kinderen, pubers en adolescenten met psychosociale problematiek dienen gescreend te worden op mogelijk gelijktijdig (problemen met) middelengebruik en vice versa. Voor een goede prognose is het belangrijk om beide aandoeningen gelijktijdig te behandelen.

Het verbeteren van de conditie, het stimuleren van lichamelijke activiteit en vooral het terugdringen van sedentair gedrag zijn belangrijke pijlers in de behandeling van obesitas. Op de lange termijn zijn obese kinderen en jongeren gebaat bij een actieve leefstijl, zelfs als deze leefstijl niet tot gewichtsverlies leidt.
Aan de hand van een casus wordt aangegeven hoe conditie in maat en getal uitgedrukt kan worden door middel van de gouden standaard voor de fitheid van kinderen en volwassenen: de maximale zuurstofopname (vo2max) en de maximale zuurstofopname per kilogram (vo2max/kg). Meting hiervan door een maximale-inspanningstest is mogelijk bij kinderen vanaf 6 jaar. Hiervoor zijn leeftijdsgebonden, geslachtsspecifieke referentiewaarden voorhanden. Het conditieniveau laat zien in hoeverre het kind een normaal kinderleven kan leiden met buiten spelen en sporten. Ook geeft het handvatten voor persoonlijke trainingsadviezen. Een goede fitheid geeft een aanzienlijke vermindering van de risicofactoren die met obesitas samenhangen: dit is het zogenoemde vet-maar-fitprincipe.

Gezien de complicaties geassocieerd met ongeplande zwangerschap, voornamelijk bij adolescenten, moet de kinderarts contraceptief advies kunnen geven.
Bij de keuze van orale contraceptiva moeten vele factoren worden meegenomen, waaronder mogelijke medische risico’s en voordelen maar ook mogelijke bijwerkingen en contra-indicaties.
Veel adolescenten zullen bezorgd zijn over een eventuele gewichtstoename of het ontstaan van acne, die kunnen optreden bij het gebruik van sommige contraceptiva. Meestal zijn zij zich niet bewust van andere risico’s zoals veneuze trombose, beroerte of eventuele negatieve effecten op de botmineraaldichtheid.
Kinderartsen moeten deze problemen kunnen bespreken op basis van de beschikbare literatuur.1,2

Montelukast is een leukotriënenreceptorantagonist en wordt gebruikt bij de behandeling van astma. In vergelijking met inhalatiecorticosteroïden (ics) is het effect van montelukast minder uitgesproken. Bij onvoldoende effect van ics kan het, net als het ophogen van de ics-dosering of toevoegen van langwerkende bètamimetica, wel een rol spelen. Montelukast is effectief bij de preventie van (geïsoleerde) inspanningsgebonden astma. Bij kinderen is er geen plaats voor montelukast bij een acute astma-aanval. Ook bij peuters met recidiverend piepen en hoestklachten is er onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor effectiviteit. Bij allergische rinitis is montelukast effectiever dan placebo, maar waarschijnlijk minder effectief dan nasale corticosteroïden. Als bijwerkingen komen buikpijn en (soms heftige) hoofdpijn voor, vaak licht van aard. Nachtmerries kunnen optreden en gedragsveranderingen zijn incidenteel beschreven.

Hoofdpijn bij kinderen komt vaker voor dan veel artsen denken. Uit een schoolonderzoek in Maastricht en omgeving waarbij kinderen van 10-17 jaar werden ondervraagd, bleek dat 1 op de 5 jongens en 1 op de 4 meisjes op de basisschoolleeftijd wekelijks hoofdpijn had. Op de middelbare school waren dat 1 op de 7 jongens en 1 op de 3 tot 4 meisjes.
Slechts 30% van de kinderen met hoofdpijn bezoekt hiervoor een arts. Meestal is dat de huisarts. Kinderartsen en (kinder)neurologen zien dus slechts het topje van de ijsberg van alle hoofdpijnklachten bij kinderen.
Hoofdpijn heeft een grote negatieve invloed op het dagelijks leven van kinderen. In onderzoek blijkt hun kwaliteit van leven aanzienlijk lager dan een gezonde controlegroep, en ook lager dan die van kinderen met adhd of astma.