Physios
Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
In toenemende mate heerst in de paramedische wereld de overtuiging dat patiënten met rugklachten gebaat zijn bij een actief oefenprogramma. In de fysiotherapeutische praktijk ligt het probleem vooral bij de keuze van gevarieerde functionele oefenstof en het gedoseerd opbouwen van de belasting. Vanuit een langdurige praktijkervaring als fysiek trainer heeft de auteur een gestructureerde, methodische opbouw ontwikkeld voor de training van rugpatiënten: het Rugrevalidatiesysteem. Een practice-based evidence-methode: in de praktijk ontstaan, gebaseerd op algemeen geaccepteerde trainingsprincipes en waar mogelijk op wetenschappelijke inzichten. Aan de fysiotherapeut biedt deze methodiek concrete handvatten om op actieve wijze rugpatiënten te behandelen. Dit artikel beschrijft de uitgangspunten en praktische uitvoering van het Rugrevalidatiesysteem.
Spierversterking en het verbeteren van lenigheid en balans zijn vaak doelstellingen in de fysiotherapeutische behandeling van de geriatrische patiënt. Een benadering die hierop aansluit is de pilatesmethode, die begin twintigste eeuw is ontwikkeld. Belangrijke principes van deze methode zijn: concentratie, centrering, controle, ademhaling, precisie en vloeiend bewegen. Bij de pilatesmethode is iedere oefening een combinatie van spierversterking, stretching en bewuste ademhaling. Iedere oefening wordt geïnitieerd en gestabiliseerd door de ‘core’ (romp), bij pilates aangeduid als het ‘powerhouse’. In dit artikel verkent de auteur de toepassingsmogelijkheden van de pilatesmethode om bij ouderen spierkracht, lenigheid en balans te verbeteren. Doelen van dit artikel zijn: de fysiotherapeut duidelijk maken dat deze methode meer is dan een van de vele fitnessrages en de fysiotherapeut handvatten geven voor het uitbreiden van zijn oefenarsenaal bij ouderen.
Het (her)leren van motorische vaardigheden is een essentieel onderdeel van de fysiotherapie en de revalidatie. In de afgelopen twintig jaar zijn diverse nieuwe inzichten in motorisch leren ontstaan die de grenzen van het standaardmodel van motorisch leren overschrijden, en dus ook de daaraan ontleende behandelrichtlijnen. In dit artikel worden nieuwe inzichten omtrent de rol van aandacht (interne versus externe focus), kennisopbouw (expliciet versus impliciet) en variabiliteit (traditioneel versus differentieel leren) in motorisch leren besproken. De inzichten in kwestie worden gespiegeld aan gangbare behandelrichtlijnen. We concluderen dat de effectiviteit van behandelingen te verbeteren is als de nieuwe inzichten in motorisch leren in de fysiotherapie- en revalidatiepraktijk worden toegepast.
Om te onderzoeken of parkinsonpatiënten tijdens beweging andere hersengebieden gebruiken dan gezonde mensen, heeft Rick Helmich gebruik gemaakt van motorische verbeelding. Rick Helmich promoveerde 24 mei 2011 cum laude aan de Radboud Universiteit in Nijmegen op cerebrale reorganisatie bij de ziekte van Parkinson.[1] Hij is nu neuroloog in opleiding in het UMC St. Radboud. Bij motorische verbeelding stellen mensen zich voor een beweging te maken, zonder deze daadwerkelijk uit te voeren. Daarbij worden (deels) dezelfde hersengebieden actief als tijdens echte bewegingen. Het voordeel van motorische verbeelding is dat het relatief gemakkelijk in een functionele MRI-scanner te onderzoeken is. Proefpersonen kregen een plaatje te zien van een hand of een voet, en moesten aangeven of het een linker of rechter lichaamsdeel was (Figuur 1A). Om deze vraag te kunnen beantwoorden, draaiden mensen in gedachten hun eigen hand of voet in de oriëntatie van het plaatje. Dit proces heet “mentale rotatie”, en het is een manier om motorische verbeelding te onderzoeken.
Enkelinversie is een veelvoorkomend (sport)letsel. Klassiek wordt bij het fysiotherapeutisch onderzoek met name gekeken naar de mechanische stabiliteit vanuit de gedachte dat de mate van weefselbeschadiging en laxiteit een duidelijke invloed hebben op het ontwerpen van het behandelplan. In de dagelijkse praktijk blijkt echter dat deze vorm van stabiliteit vaak niet in de pas loopt met de ervaren (functionele) stabiliteit. In dit artikel worden de huidige inzichten besproken ten aanzien van de theorie achter beide vormen van stabiliteit en de bijbehorende diagnostische vaardigheden. De complexiteit van de verschillende variabelen behoort integraal bekeken te worden. Het enkelgewricht is immers zelden de enige bepalende factor. In dit artikel is geprobeerd om het screenings- en diagnostisch proces bij patiënten met enkelklachten in relatie te brengen met de huidige inzichten ten aanzien van enkelstabiliteit. Daarbij wordt beredeneerd wat de impact van de diagnostische bevindingen op de fysiotherapeutische interventie is.
Normaliter zorgt ons stresssysteem ervoor dat we alle vormen van druk en belasting vlot kunnen incasseren, ons optimaal aanpassen, en achteraf goed herstellen. Een te langdurig belast of intens overactief stresssysteem kan zich tegen ons gaan keren. Belangrijk in dit verband is de ontregeling van het stresshormoon cortisol, zowel in de vorm van hyperfunctie als in de vorm van hypofunctie. Herstel van het normale evenwicht is te realiseren door een gezonde leefstijl, door te zorgen voor een goed familie- en sociaal leven, door het stressniveau laag te houden en door het controlegevoel in stand te houden. Voor de therapie is van groot belang dat de patiënt een acceptabele 'ziektetheorie' krijgt aangereikt. Dit artikel gaat in op de uitgebreide effecten van een ontspoord stresssysteem en geeft richtlijnen voor het begeleiden van patiënten met stressgerelateerde aandoeningen.