Physios
Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
Klachten van het heupgewricht komen relatief vaak voor bij (jong)volwassenen. Een groot deel van deze klachten worden veroorzaakt door de anatomie van het heupgewricht, die bepaald wordt door aanleg en deels door omgevingsfactoren. Het tijdig diagnosticeren van belangrijke heuppathologie door medici en paramedici is essentieel voor zowel behandeling als prognose. Voldoende theoretische en praktische kennis is daarom van groot belang. In dit Physios-artikel wordt aandacht besteed aan de heupanatomie, diagnostiek (met o.a. lichamelijk en aanvullend onderzoek), behandeling en prognose van heupdysplasie en het femoroacetabulair impingement (FAI). Ook de laatste wetenschappelijke inzichten in het diagnostisch en therapeutisch traject komen aan de orde. Voor de fysiotherapeut is met name het diagnostische en conservatief-therapeutische deel relevant. Door kennis hiervan kan de fysiotherapeut tijdig heupgerelateerde problematiek herkennen, de juiste conservatieve therapie instellen en zo voor de patiënt het verschil maken.
Een triggerfinger kent, net als vele benamingen, meerdere oorzaken, predisponerende factoren en invalshoeken in de behandeling ervan. Om het proces te begrijpen en goed uit te kunnen leggen aan de patiënt is een gedegen kennis van de anatomie en de pathofysiologische veranderingen in het weefsel van belang, Factoren als roken, eenzijdige zware belastingen en eerder ondergane operaties kunnen bijdragen aan het ontstaan van deze storende aandoening. De behandelmogelijkheden zijn divers en krijgen richting door de inzichten van de (hand)therapeut, de handchirurg en huisarts, waarbij de patiënt uiteindelijk zelf bepaalt welke behandeling het meest geschikt is. Het te volgen traject kan dus per patiënt anders zijn op basis van ernst, duur en voorkeur van arts, (hand)therapeut en patiënt.
Twee vormen van beweging en sport die tegenwoordig veel aandacht krijgen in het wetenschappelijk onderzoek zijn ‘light-intensity physical activity’ (LIPA) en ‘high-intensity interval training’ (HIIT). Bij LIPA wordt er bewogen op een lage intensiteit, verspreid over de hele dag. Dit betekent dat het zitten regelmatig onderbroken wordt door staan of door activiteiten op lage intensiteit. Bij HIIT wordt er op hoge intensiteit bewogen tijdens een gestructureerde sportsessie, waarbij intervallen van hoge intensiteit afgewisseld worden met recuperatie-intervallen van lage intensiteit. Beide vormen van beweging zijn veilig voor personen met een gezondheidsprobleem of aandoening en hebben goede effecten op verschillende ziektespecifieke uitkomsten. Dit artikel beschrijft een specifiek HIIT-protocol dat onderzocht is bij personen met aspecifieke lage rugpijn, de bevindingen van HIIT-studies bij personen met chronische pijn en specifieke aandachtspunten om HIIT toe te passen bij personen met cardiovasculaire aandoeningen.
Veel mensen met chronische aandoeningen bewegen zo weinig dat dit geen bijdrage levert aan hun gezondheid. Deelname aan een geschikte groepsactiviteit blijkt in de praktijk een belangrijke stimulans om meer te gaan bewegen. Een groot deel van het aanbod is echter niet bekend bij zorgverleners van de mensen met chronische aandoeningen. Dit artikel geeft eerst achtergrondinformatie over de rol van bewegen bij chronische aandoeningen. Daarna volgen handvatten waarmee de fysiotherapeut lokaal beweegaanbod beter kan inzetten voor gezondheidsbevordering bij patiënten. Het accent ligt daarbij op de volwassen en oudere patiënt.
Houdingsweerstandtherapie Bugnet (HWT) is een isometrische oefenmethode, oorspronkelijk ontwikkeld voor poliopatiënten, die van waarde blijkt te zijn voor de huidige fysio- en oefentherapie. Er zijn veel indicaties en de behandelresultaten zijn positief. Uitleg van de principes van de methode en kenmerken van oefeningen laat zien waarom de methode geschikt is bij de behandeling van diverse neurologische, orthopedische en andere aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat. HWT oefent onbewuste sensomotorische processen en motorische vaardigheden. In combinatie met de mogelijkheid van bewuste bijsturing wordt de kwaliteit van houding en beweging hierdoor beter. Integratie met andere fysiotherapeutische interventies is goed mogelijk. De werking van de methode wordt onderbouwd met recente inzichten uit de literatuur. Aan de hand van een casus wordt de toepassing van HWT bij het hypermobiele type Ehlers-Danlossyndroom toegelicht. HWT biedt patiënten met hypermobiliteit bij erfelijke bindweefselaandoeningen mogelijkheden om uit een vicieuze cirkel van toenemende functionele instabiliteit, chronische pijn en deconditionering te komen
Het is reeds lange tijd bekend dat een fysiek actieve levensstijl belangrijk is om het risico op tal van chronische beschavingsziektes, zoals diabetes type 2 en atherosclerose, te verminderen. De klassieke visie op dit beschermende effect is dat dit vooral komt door een verbeterde cardiorespiratoire fitheid, een grotere spiermassa en een daling van het lichaamsgewicht. De mechanismes van deze effecten zijn echter veel complexer. Sinds het begin van deze eeuw is bekend geworden dat onze spieren niet alleen beweging mogelijk maken, maar tijdens het bewegen ook specifieke signaalstoffen vrijgeven. Deze stoffen heten ‘myokines’ en ze communiceren met de spieren en andere organen dat er bewogen wordt. Er is reeds gebleken dat verscheidene myokines een belangrijke rol spelen bij de therapeutische effecten van fysieke beweging. Dit artikel geeft een beknopt overzicht van de belangrijke rol die deze myokines spelen voor de gezondheid.