Nervus

Praktijkgerichte nascholing over neurologie

Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVN, NVvN en VSR.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nervus?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Nervus

Gesorteerd op nieuw - oud
Cardiale complicaties bij subarachnoïdale bloedingen Lees meer over Cardiale complicaties bij subarachnoïdale bloedingen Cardiale complicaties bij subarachnoïdale bloedingen
Cardiale complicaties na een aneurysmale subarachnoïdale bloeding (SAB) komen vaak voor en hebben een negatieve invloed op de prognose. Ze kunnen zich manifesteren als ECG-veranderingen, verhoogde cardiale biomarkers (troponine T en NT-proBNP), of een verminderde systolische linkerventrikelfunctie. Deze complicaties worden waarschijnlijk veroorzaakt door verhoogde sympathische activiteit en catecholamineafgifte, wat kan leiden tot een stress-cardiomyopathie, ook wel bekend als een takotsubo-cardiomyopathie. Met name de linkerventrikeldisfunctie heeft een associatie met verminderde cerebrale perfusie en secundaire cerebrale ischemie, mogelijk door een verminderde cerebrale perfusiedruk. Het herkennen en adequaat behandelen van deze complicaties is van belang voor het verbeteren van de prognose van patiënten met een SAB.
Cardiac cephalalgia Lees meer over Cardiac cephalalgia Cardiac cephalalgia
Er zijn veel cardiale aandoeningen die cerebrale problemen kunnen veroorzaken, eigenlijk te veel om op te noemen. Denk onder andere aan embolieën of anoxie na een hartstilstand. Omgekeerd zijn er ook cerebrale aandoeningen met mogelijke cardiale gevolgen. Zie bijvoorbeeld de artikelen over de cardiale effecten van een subarachnoïdale bloeding of de cardiale bijwerkingen van anti-epileptica in dit nummer van Nervus.
Preoperatieve screening en neuromonitoring bij openhartoperaties Lees meer over Preoperatieve screening en neuromonitoring bij openhartoperaties Preoperatieve screening en neuromonitoring bij openhartoperaties
Neurologische complicaties die voorkomen tijdens en na openhartoperaties dragen significant bij aan morbiditeit en mortaliteit. De complicaties die in dit artikel besproken worden zijn herseninfarct en encefalopathie. Perioperatieve herseninfarcten kunnen ontstaan door hypoperfusie of embolieën. De directe relatie tussen openhartoperaties en het ontstaan van cognitieve stoornissen is mogelijk minder groot dan gedacht. Zo kunnen patiënten met coronairlijden zónder een openhartoperatie een vergelijkbare cognitieve achteruitgang laten zien. Middels preoperatieve screening en intraoperatieve neuromonitoring kan getracht worden om het risico op neurologische complicaties te verlagen. Beschikbare methodes zijn duplex carotiden, transcraniële duplex, CT-A, en – tijdens de ingreep – transcraniële doppler, bispectrale index en ‘near-infrared’-spectroscopie. Voor de verschillende methoden van neuromonitoring ontbreekt vooralsnog echter goede wetenschappelijke onderbouwing, waardoor de uiteindelijk besluitvorming voor of tegen een chirurgische interventie en de gebruikte methode grotendeels gebaseerd is op expert opinion.
Cardiovasculaire complicaties van de behandeling van epilepsie met anti-aanvalsmedicatie Lees meer over Cardiovasculaire complicaties van de behandeling van epilepsie met anti-aanvalsmedicatie Cardiovasculaire complicaties van de behandeling van epilepsie met anti-aanvalsmedicatie
Het gebruik van anti-aanvalsmedicatie voor de behandeling van epilepsie kan leiden tot verschillende soorten cardiovasculaire complicaties. Natriumkanaalblokkers kunnen ritme- of geleidingstoornissen veroorzaken of doen toenemen. ECG-diagnostiek vóór en na het starten met deze medicijnen is in specifieke gevallen geïndiceerd. Het gebruik van bloedverdunners vereist extra aandacht bij het behandelen van patiënten met epilepsie vanwege mogelijke interacties met anti-aanvalsmedicatie. Enzyminducerende anti-aanvalsmedicatie kan op de langere termijn leiden tot een ongunstige cholesterol- en lipidenhuidhouding. Ook kan anti-aanvalsmedicatie, in het bijzonder valproaat, bijdragen aan gewichtstoename wat leidt tot een ongunstiger cardiovasculair profiel. Het advies is om anti-aanvalsmedicatie met enzyminducerende en -inhiberende eigenschappen alleen in te zetten als gebruik van medicatie zonder deze eigenschappen niet mogelijk is en te overleggen met de (behandelend) cardioloog bij zorgen over interacties en/of ritme- of geleidingstoornissen.
Atriumfibrilleren bij patiënten met een herseninfarct Lees meer over Atriumfibrilleren bij patiënten met een herseninfarct Atriumfibrilleren bij patiënten met een herseninfarct
Atriumfibrilleren (AFib) is een vaak voorkomende hartritmestoornis en is een belangrijke oorzaak van cryptogene herseninfarcten. De belangrijkste vraag die we in dit artikel beantwoorden is welke patiënten die bij de neuroloog op de Spoedeisende hulp komen of op de polikliniek worden gezien, moeten worden gescreend op AFib. We bespreken daarnaast wanneer, hoe en hoelang gescreend moet worden en of langer screenen daadwerkelijk meer oplevert en iets verandert in de behandeling. Beschreven wordt wat de cardioloog doet als AFib wordt vastgesteld en wanneer patiënten veilig kunnen starten met anticoagulantia als dit geïndiceerd is.
Apixaban ter preventie van beroerte bij subklinisch atriumfibrilleren Lees meer over Apixaban ter preventie van beroerte bij subklinisch atriumfibrilleren Apixaban ter preventie van beroerte bij subklinisch atriumfibrilleren
Subklinisch atriumfibrilleren is een kortdurende en asymptomatische variant van atriumfibrilleren die moeilijk te detecteren is met standaardmethoden. Subklinisch atriumfibrilleren is geassocieerd met een toegenomen risico op het krijgen van een herseninfarct. Het is nog onzeker of behandeling middels orale anticoagulantia effectief is om herseninfarcten te voorkomen bij patiënten met subklinisch atriumfibrilleren, vooral omdat dit ook het risico op bloedingen kan verhogen. In dit topartikel onderzochten de auteurs de effectiviteit en veiligheid van apixaban vergeleken met aspirine bij patiënten met subklinisch atriumfibrilleren. De studie toonde aan dat apixaban een lager risico geeft op het krijgen van een herseninfarct of systemische embolie dan aspirine, maar het risico op grote (maar vaak reversibele) bloedingen verhoogt.