Nervus
Praktijkgerichte nascholing over neurologie
Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVN, NVvN en VSR.
Alle collecties van Nervus
Gesorteerd op nieuw - oud
De pijnpoli biedt neuroablatieve pijnbehandelingsprocedures voor zowel trigeminusneuralgie als clusterhoofdpijn. Deze behandelingen zijn meestal effectief, kennen bij juiste toepassing relatief weinig risico en kunnen in dagbehandeling plaatsvinden. Voor trigeminusneuralgie zijn er duidelijke handvatten te bieden om samen met de patiënt af te wegen welke behandeloptie het meest geschikt is. Voor clusterhoofdpijn is de positie van neuroablatieve pijnbehandeling minder vastomlijnd en is optimalisering binnen het zorgpad gewenst. In dit artikel worden handvatten gegeven voor beide aandoeningen en wordt het belang van interdisciplinaire samenwerking benadrukt.
In dit artikel worden de ‘klassieke’ indometacine-gevoelige hoofdpijnsyndromen beschreven waarbij getwijfeld moet worden aan de juiste diagnose als indometacine niet effectief is. Het betreft hemicrania continua en paroxismale hemicrania. Waarom indometacine bij deze hoofdpijnsyndromen specifiek werkt en bij andere niet, is niet duidelijk. Ook worden enkele andere hoofdpijnsyndromen beschreven waarbij indometacine soms effectief is, zoals ‘stabbing headache’, hoesthoofdpijn, hypnic headache, inspanningsgebonden hoofdpijn en door seksuele activiteit veroorzaakte hoofdpijn. Bij preventieve behandeling met indometacine moet men goed letten op maag-darmklachten en zo nodig maagbescherming voorschrijven.
Sommige vormen van chronische aangezichtspijn zijn moeilijk te behandelen, gaan gepaard met aanzienlijke beperkingen in kwaliteit van leven en geven een hoge lijdensdruk. Als (pijn)behandelaar sta je bij deze patiënten soms met ‘de rug tegen de muur’ als psychologische begeleiding, medicatie en reguliere (percutane) interventies onvoldoende werken. Voor een deel van de patiënten met therapieresistente aangezichtspijn bestaan er echter aanvullende behandelmogelijkheden in de vorm van niet-invasieve en invasieve neuromodulatie. In dit nascholingsartikel leert u welke vormen van neuromodulatie er in Nederland zijn voor aangezichtspijn, op welke wijze deze worden ingezet, hoe effectief de technieken zijn en welk bewijs ervoor bestaat. Daarnaast leert u enkele factoren die belangrijk zijn om te bepalen wie eventueel in aanmerking komt om deze behandelingen te ondergaan en hoe de vergoedingen in Nederland voor deze technieken zijn afgesproken.
Bij grote en snelgroeiende brughoektumoren is chirurgische resectie de primaire behandeling. Tijdens de resectie kan intraoperatieve neuromonitoring (IONM) worden ingezet, om neurologische schade te detecteren en te voorkomen. In deze bijdrage worden de verschillende IONM-modaliteiten besproken die hiervoor kunnen worden toegepast; te weten ‘free-running’ EMG, directe zenuwstimulatie (DNS), transcraniële motor-evoked potential (TcMEP) en brainstem auditory evoked potential (BAEP). Ook zal worden ingegaan op de interpretatie van de metingen.
Cardiale betrokkenheid is een frequent voorkomende complicatie van erfelijke of verworven neuromusculaire aandoeningen
Patiënten met een herseninfarct door een cardiale emboliebron hebben vaker ernstigere symptomen, een hogere kans op een recidief herseninfarct en een slechtere functionele uitkomst dan patiënten met een herseninfarct door een andere oorzaak. Deze patiëntengroep heeft doorgaans een indicatie voor anticoagulantia in plaats van trombocytenaggregatieremmers. De huidige diagnostiek naar een cardiale emboliebron in Nederland bestaat uit een ECG, ritmemonitoring en cardiale beeldvorming middels transthoracale echografie. In de praktijk wordt de echo regelmatig niet, of pas dagen tot weken na het herseninfarct verricht met een groot risico op een diagnostisch delay. Een CT-scan van het hart als onderdeel van het acute scanprotocol is een modaliteit die kan leiden tot snellere en betere detectie van een cardiale emboliebron. Wereldwijd groeit het aantal ziekenhuizen dat CT-hart implementeert in hun acute scanprotocol. Met de toenemende ervaring kan de waarde van de CT-hart steeds beter ingeschat worden en lijkt het een veelbelovende modaliteit voor het optimaliseren van de beroertezorg. Er moeten echter nog stappen worden ondernomen om de waarde te evalueren in het kader van value-based healthcare, zoals het minimaliseren van scantijden en het scholen van zorgpersoneel.