Nervus

Praktijkgerichte nascholing over neurologie

Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVN, NVvN en VSR.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nervus?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Nervus

Gesorteerd op nieuw - oud
De patiënt met een periodieke paralyse Lees meer over De patiënt met een periodieke paralyse De patiënt met een periodieke paralyse
Het klinisch beeld van een periodieke paralyse (PP) kent een brede differentiële diagnose. Bij de primaire periodieke paralyse wordt bij het merendeel van de patiënten een mutatie gevonden in een van de drie bekende skeletspierkanaalgenen (voor natrium, calcium of kalium). De secundaire vormen worden in het merendeel veroorzaakt door een absoluut kaliumtekort, nierfunctiestoornissen of bij hormoonziekten, elk met een specifiek diagnostisch traject. Nieuwe ontdekkingen met betrekking tot de functie van ionkanalen hebben meer inzicht gegeven in de pathofysiologie van de verschillende vormen van periodieke paralyse. Naast laboratoriumonderzoek is voor de primaire vormen de long-exercise EMG-test goed toepasbaar. Voor een spierbiopt of provocatietest is geen plaats meer in de initiële diagnostiek. De spierecho of -MRI kan ondersteunend zijn bij het vaststellen van een vacuolaire myopathie als onderdeel van een primaire periodieke paralyse. Bij de acute behandeling van de hypokaliëmie in geval van een hypokaliëmische periodieke paralyse dient met frequente kaliumcontrole en voorzichtige suppletie een rebound-hyperkaliëmie te worden vermeden. Verschillende symptomatische medicamenteuze opties zoals acetazolamide zijn beschikbaar voor de primaire periodieke paralyse en kunnen naast leefstijlaanpassingen de aanvalsfrequentie sterk verminderen. Helaas is er nog geen ziekteremmende of genezende behandeling voor de primaire periodieke paralyse en wordt de kwaliteit van leven bepaald door de aanvalsfrequentie en de ernst van een eventuele vacuolaire myopathie.
Rationale voor de revisies van de MS-diagnostische criteria Lees meer over Rationale voor de revisies van de MS-diagnostische criteria Rationale voor de revisies van de MS-diagnostische criteria
Multipele sclerose (MS) is een chronische multifocale neuro-inflammatoire en neurodegeneratieve ziekte van het centrale zenuwstelsel. MS komt over de hele wereld voor, bij mensen met alle etnische achtergronden. Zowel het niet als te laat onderkennen van een MS-diagnose, alsook het foutief stellen van een MS-diagnose komt voor, ook in gespecialiseerde centra, met potentieel veel leed tot gevolg. Intensieve behandeling van MS in een zo vroeg mogelijk stadium van de ziekte geeft een betere prognose op de lange termijn. De huidige consensus is dan ook dat iedere patiënt met MS zo vroeg en effectief mogelijk behandeld moet worden om schade op de langere termijn te voorkomen. Een correcte en tijdige MS-diagnose is dus van groot belang.
Vanishing white matter: een ziekte van de cellulaire stressrespons Lees meer over Vanishing white matter: een ziekte van de cellulaire stressrespons Vanishing white matter: een ziekte van de cellulaire stressrespons
Vanishing white matter (VWM) wordt veroorzaakt door varianten in genen die coderen voor het eiwitcomplex eIF2B. Dit complex heeft een centrale rol in de cellulaire stressrespons. De ziekte wordt gekenmerkt door geleidelijke neurologische achteruitgang met daarbovenop periodes van snelle achteruitgang, vaak uitgelokt door infecties, koorts en lichte schedeltrauma's. De ziekte kan zich op alle leeftijden presenteren maar debuteert meestal op jonge kinderleeftijd. Bij aanvang voor 6 jaar wordt er snelle neurologische achteruitgang gezien met vooral motorische problemen zoals ataxie en spasticiteit, en vroeg overlijden. Bij latere aanvang is het verloop meer variabel en onvoorspelbaar. Bij presentatie op volwassen leeftijd staan vaak cognitieve problemen op de voorgrond en wordt ovarieel falen gezien. De afgelopen decennia is veel inzicht opgedaan over het onderliggende ziektemechanisme, wat heeft geleid tot aanbevelingen voor de klinische zorg en het identificeren van aangrijpingspunten voor therapie. Op dit moment lopen er twee klinische behandeltrials voor de ziekte.
Gentherapie en hematopoëtische stamceltransplantatie voor leukodystrofieën Lees meer over Gentherapie en hematopoëtische stamceltransplantatie voor leukodystrofieën Gentherapie en hematopoëtische stamceltransplantatie voor leukodystrofieën
Allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) is een effectieve behandeling voor meerdere leukodystrofieën, met name de cerebrale vorm van adrenoleukodystrofie, metachromatische leukodystrofie en adult-onset leukodystrofie met axonale sferoïden en gepigmenteerde glia. Bij HSCT worden microglia grotendeels vervangen door van de donor stamcellen afkomstige macrofagen. HSCT werkt alleen indien vroeg in de ziekte toegepast, idealiter vóór het ontstaan van klinische verschijnselen. Zorgvuldige indicatiestelling en systematische follow-up in een expertisecentrum zijn essentieel voor een goede begeleiding van patiënten. Ex vivo-gentherapie (autologe HSCT met beenmerg van de patiënt dat in het laboratorium getransfecteerd is met een lentivirale vector) is in de EU alleen geregistreerd voor de vroege vormen van metachromatische leukodystrofie en bewezen effectief.
Alfa-methyl-acyl-CoA-racemase (AMACR)-deficiëntie Lees meer over Alfa-methyl-acyl-CoA-racemase (AMACR)-deficiëntie Alfa-methyl-acyl-CoA-racemase (AMACR)-deficiëntie
AMACR-deficiëntie is een zeldzame metabole aandoening die zich voornamelijk uit in langzaam progressieve neurologische klachten op de volwassen leeftijd. De meest frequente klinische syndromen zijn retinitis pigmentosa, polyneuropathie, ataxie en cognitieve stoornissen. Ook stroke-like episodes worden beschreven. Het karakteristieke patroon van afwijkingen op MRI-hersenen kan bijdragen aan een snelle herkenning van deze aandoening. Patiënten met AMACR-deficiëntie hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van levercirrose en een hepatocellulair carcinoom, waarvoor screening wordt aanbevolen.
Behandeling van multipele sclerose Lees meer over Behandeling van multipele sclerose Behandeling van multipele sclerose
De behandeling van multipele sclerose (MS) is continu in ontwikkeling, niet alleen door het beschikbaar komen van nieuwe ziektemodulerende therapieën maar ook door toenemende inzichten over de pathofysiologische mechanismen en hoe deze beïnvloed worden door de behandelingen. Het tijdig starten met adequate behandeling is van groot belang voor de prognose van de patiënt (‘time is brain’). Er is toenemend bewijs dat het vroeg inzetten van hoog effectieve therapie leidt tot een betere uitkomst op de lange termijn met minder invaliditeit. Er is daarom ook een trend waarin hoog effectieve therapieën als initiële behandeling worden ingezet en waarbij deze behandelkeuze wordt gebaseerd op bekende prognostische factoren. In dit nascholingsartikel bespreken wij hoe de behandeling van MS de prognose beïnvloedt, welke belangrijke rol hoog effectieve therapie hierin speelt en hoe bekende prognostische factoren de behandelkeuzes sturen. Tot slot belichten we de verschillende hoog effectieve therapieën zelf en hoe de behandeling gemonitord dient te worden.