A&I
Een onafhankelijke, geaccrediteerde nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de ABIC. Aanvragen die door ABIC worden geaccrediteerd krijgen de categorie ‘Nascholing Intensive Care’. De nascholingen met deze categorie tellen mee voor zowel het basisspecialisme (NVA, NIV, NVVC, NVvH, NVN en NVALT) als het aandachtsgebied Intensive Care.
Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
De NVA lijkt een duidelijke visie te hebben met betrekking tot de PACU. Om doorstroom van het operatieproces te bevorderen pleit zij voor een PACU in ieder ziekenhuis. In dit artikel worden de huidige ontwikkeling van PACU’s in Nederland en enkele actuele organisatorische aspecten van het opzetten van een PACU besproken. Tevens wordt nagegaan of daadwerkelijk ieder ziekenhuis baat heeft bij een PACU.
Het mycotisch aneurysma wordt gedefinieerd als een aneurysma dat meestal veroorzaakt wordt door een bacterie en slechts zelden een schimmel. Meestal is het gelokaliseerd aan de abdominale aorta. Geïnfecteerde aneurysmata op andere locaties zijn ook beschreven, maar met een veel lagere incidentie. In de literatuur worden wisselende incidenties beschreven van systemische mycotische aneurysmata. Deze zouden in 2-15% van de gevallen van infectieuze endocarditis aanwezig zijn.
Bij achalasie is door nog niet geheel opgehelderde oorzaken de motiliteit van de oesofagus verstoord en tijdens slikken de relaxatie van de onderste oesofagussfincter (OOS) onvoldoende. Dit leidt tot stase van voedsel en vloeistof en klachten bij de patiënt, naast een scala aan andere klachten die op de voorgrond kunnen staan. Er zijn diverse behandelopties. Medicamenteuze therapie is vrijwel nooit succesvol. Ballondilatatie en chirurgische myotomie van de OOS kunnen bij 60-90% van de patiënten de klachten verminderen. Myotomie is sinds enkele jaren ook endoscopisch mogelijk, door middel van een perorale endoscopische myotomie (POEM). Deze procedure vindt plaats onder algehele anesthesie op de endoscopiekamer. Aandachtspunten voor de anesthesioloog bij patiënten met achalasie zijn het verhoogde risico op aspiratie en een aantal ingreepspecifieke complicaties, waaronder perforatie, pneumomediastinum, pneumoperitoneum en pneumothorax.
Dit jaaroverzicht is geen volledig overzicht, maar is een selectie van opmerkelijke en veel geciteerde artikelen. Uiteraard komt de nieuwe definitie van sepsis aan de orde. Daarnaast worden de timing van starten met CVVH, de beste positie van de centrale lijn, hoge versus lage streefwaarden van bloeddruk bij shock en acetazolamide bij ernstig COPD besproken.
Lokale anesthetica kennen een lange historie in de anesthesie: beschrijving van het anesthetisch effect van cocabladeren stamt uit de zeventiende eeuw. Cocaïne is voor het eerst in 1884 toegepast voor lokale verdoving van het oog waarna continue ontwikkelingen en aanpassingen gericht op verbetering van potentie en veiligheid hebben geleid tot de huidige praktijk met o.a. ropivacaïne (1996) en levobupivacaïne (1999). De lokale anesthetica behoren tot de groep van amino-esters en amino-amiden. Lokale anesthetica blokkeren de ‘voltage-gated’ Na-kanalen, waardoor initiële activatie en voortgeleiding van de zenuwimpuls wordt geblokkeerd. De pH-afhankelijke variabele binding van het H+-atoom aan de tertiaire aminegroep zorgt voor afname van lading in een basische omgeving en toename van lading bij neutrale of zure pH. De neutrale basische vormen zijn beter vetoplosbaar, de geladen vorm is meer wateroplosbaar.
Een te hoge plasmanatriumconcentratie, ofwel hypernatriëmie, komt voor bij 15-24% van de patiënten op de Intensive Care (IC) en is geassocieerd met een verhoogd overlijdensrisico tijdens de IC-opname. Hypernatriëmie wordt veroorzaakt door een overschot van natrium ten opzichte van water. IC-patiënten hebben een hoog risico op deze elektrolytstoorrnis, met name omdat 1. de waterinname volledig gecontroleerd wordt door IC-behandelaars, 2. waterverlies door de behandeling op de IC enorm kan schommelen, en 3. op de IC veel natriumhoudende oplossingen worden toegediend. Om het infuusbeleid ter correctie van de plasmanatriumconcentratie in te zetten, kunnen verschillende formules, zoals de adrogue-madiasformule, worden gebruikt. In de praktijk blijken deze formules echter niet altijd nauwkeurig te zijn. Een verklaring voor deze onnauwkeurigheid is osmotische inactivatie van grote hoeveelheden natrium onder de huid – een fenomeen dat momenteel volop in de belangstelling staat.