A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de ABIC. Aanvragen die door ABIC worden geaccrediteerd krijgen de categorie ‘Nascholing Intensive Care’. De nascholingen met deze categorie tellen mee voor zowel het basisspecialisme (NVA, NIV, NVVC, NVvH, NVN en NVALT) als het aandachtsgebied Intensive Care.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Anesthesiologie is door de unieke verantwoordelijkheden een specialisme dat gepaard gaat met stress. Deze veeleisende werkomgeving kan in combinatie met individuele factoren leiden tot een burn-out. Burn-out is een syndroom van emotionele uitputting, depersonalisatie en gevoelens van verminderd persoonlijk presteren. Burn-out komt binnen de anesthesiologie frequent voor en heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van zorg en op de persoonlijke gezondheid. Door gericht in te zetten op preventie en behandeling kan een significante daling bereikt worden in het voorkomen van het burn-out en kunnen de gevolgen hiervan worden beperkt.

Argininevasopressine (AVP), ook wel bekend als antidiuretisch hormoon (ADH), is een endogeen hormoon dat als prohormoon wordt gesynthetiseerd door de cellen in de nucleus paraventricularis en de nucleus supraopticus van de hypothalamus. Dit prohormoon wordt omgezet tot het actieve AVP en via de axonen van deze cellen getransporteerd en opgeslagen in vesikels in de neurohypofyse. Een deel van het geproduceerde AVP wordt echter direct uitgescheiden in de hersenen. Hier beïnvloedt het bepaalde factoren van gedrag. Als respons op hyperosmolaliteit of hypotensie wordt het AVP uit de neurohypofyse uitgescheiden in de circulatie. Hier heeft het zijn effect via drie vasopressinereceptoren: V1a, V1b en V2 met ieder een eigen functie op de waterhuishouding en bloeddrukregulatie.

Perioperatieve visusdaling of blindheid (POVL) is een zeldzame maar catastrofale complicatie. De pathofysiologie lijkt multifactorieel bepaald. Meestal is er sprake van vaatocclusie in de retina. Andere oorzaken van postoperatief visusverlies zijn o.a. ischemische opticusneuropathie door occlusie, hypoperfusie of compressie van de n.opticus, corticale blindheid, apoplexie van de hypofyse, acuut geslotenkamerhoekglaucoom en glycinetoxiciteit bij transurethrale ingrepen. Risicofactoren voor POVL zijn geïnventariseerd, maar een causaal verband met een ontstaansmechanisme van de diverse oogletsels is niet altijd bekend. Mannelijk geslacht, buikligging tijdens de ingreep, hypotensie, lange operatieduur en hypovolemie zijn geassocieerd met POVL. Patiëntkarakteristieken zoals obesitas, cardiovasculaire aandoeningen, hyperlipidemie, diabetes mellitus en roken worden genoemd als etiologische invloeden. De prognose is afhankelijk van de oorzaak, maar is vaak somber. Deze casus betreft perioperatieve blindheid die mogelijk het gevolg is van het posterieur reversibel leuko-encefalopathiesyndroom (PRES). Dit is een oorzaak van visusverlies die met toediening van antihypertensiva wel een gunstige prognose kan hebben.

Focus op Kristalloïden | Gebalanceerde kristalloïden versus fysiologisch zout bij niet-kritisch zieke volwassenen | Gebalanceerde kristalloïden versus fysiologisch zout bij kritisch zieke volwassenen

De toediening van intraveneuze vloeistoffen behoort tot de dagelijkse routine van de anesthesioloog. Intraveneuze vloeistoffen dienen beschouwd te worden als medicamenten met hun eigen indicaties en bijwerkingen. Globaal kan onderscheid worden gemaakt tussen gebalanceerde en ongebalanceerde vloeistoffen en tussen kristalloïden en colloïden. Het toedienen van intraveneuze vloeistoffen kan o.a. leiden tot hyperchloremische acidose, hypo- en hyperkaliëmie en verstoring in de hemostase. Vochttoediening beïnvloedt bovendien de fysiologie van de circulatie en de vochtverdeling over het lichaam, onder meer door veranderingen in de viscositeit, de colloïd-osmotische druk en de integriteit van de endotheliale glycocalyx. In dit artikel worden de fysiologische aspecten van de voor- en nadelen van verschillende soorten infuusvloeistoffen besproken.

Associatie tussen overdracht van de anesthesiologische zorg tijdens ingreep en dertigdagenoutcome | Individueel versus standaardbloeddrukmanagement voor high-riskpatiënten tijdens grote chirurgie | Restrictief versus liberaal transfusiebeleid rondom hartchirurgie