AccreDidact Huisarts

Praktijkgerichte nascholing voor de huisarts

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van AccreDidact Huisarts?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van AccreDidact Huisarts

Gesorteerd op nieuw - oud
Schouderklachten deel 2 Lees meer over Schouderklachten deel 2 Schouderklachten deel 2
Schouderklachten zijn, na nek- en rugklachten, de meest voorkomende klachten van het bewegingsapparaat in de huisartsenpraktijk. In 2018 registreerde de Nederlandse huisarts bijna 36 nieuwe episoden per 1.000 patiënten. De werkelijke prevalentie ligt hoger, aangezien slechts 40% van de patiënten met schouderklachten een arts raadpleegt. De klachten kunnen langdurig en invaliderend zijn; bij 40% van de patiënten zijn ze na een jaar nog niet verdwenen. Deze nascholing biedt verdieping in de diagnostiek en behandeling van orthopedische schouderklachten volgens de NHG-Standaard Schouderklachten (2019). Deel 1 (2020/1) behandelde de algemene aanpak en aandoeningen in de subacromiale ruimte. In deel 2, dat ook los te volgen is, ligt de focus op klachten met een intra-articulaire oorsprong, zoals in het glenohumerale gewricht en het AC-gewricht. Aan de hand van casuïstiek leert u deze aandoeningen herkennen, differentiëren en behandelen. Fracturen en zeldzame, niet-orthopedische oorzaken van schouderklachten vallen buiten het bestek van deze e-learning. Zo krijgt u handvatten voor een effectieve en gerichte aanpak binnen de eerstelijnszorg.
Suïcide en suïcidaal gedrag Lees meer over Suïcide en suïcidaal gedrag Suïcide en suïcidaal gedrag
Suïcidaal gedrag is een complexe en veelvoorkomende uitdaging in de huisartsenpraktijk. Het kan zich voordoen bij diverse psychiatrische stoornissen, maar ook zonder duidelijke classificatie. Suïcide is een zeldzame, maar ingrijpende uitkomst van dit gedrag, met grote impact op zowel nabestaanden als zorgverleners. Elke huisarts krijgt te maken met patiënten met suïcidale gedachten of pogingen en wordt gemiddeld eens per zes à zeven jaar direct geconfronteerd met een suïcide. In deze nascholing wordt een praktische vertaling gegeven van de Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag (2012), de generieke module (2018) en de NHG-Standaard Depressie, toegespitst op de huisartsenpraktijk. Blok A behandelt algemene principes en de risicotaxatie van suïcidaal gedrag. Blok B gaat in op differentiatie, handelen, acute versus chronische situaties, en begeleiding. Afsluitend wordt aandacht besteed aan de nazorg na een suïcide en de omgang met nabestaanden. U leert in deze e-learning hoe u suïcidaal gedrag herkent, bespreekbaar maakt en professioneel benadert, met ruimte voor klinische ervaring, het pluis/niet-pluisgevoel en collegiale consultatie.
Antibiotica Lees meer over Antibiotica Antibiotica
Antibioticaresistentie vormt wereldwijd een toenemend probleem. Hoewel Nederland dankzij een terughoudend voorschrijfbeleid tot de best presterende landen binnen Europa behoort, waarschuwt het RIVM in zijn jaarlijkse rapportage dat ook hier een toename van resistentie zichtbaar is bij bepaalde bacteriesoorten. Huisartsen spelen een sleutelrol in het bewaken van verantwoord antibioticagebruik, maar er is nog ruimte voor verbetering in het voorschrijven volgens de richtlijnen. Deze nascholing frist uw kennis over antibiotica op. Blok A gaat in op de actuele cijfers rond resistentie en voorschrijfgedrag, en behandelt de belangrijkste antibioticagroepen, bijbehorende indicaties, doseringen en bijwerkingen. Zo wordt onder meer stilgestaan bij het risico op suïcidale gedachten bij gebruik van ciprofloxacine. Blok B bespreekt de rol van probiotica bij het voorkomen van antibiotica-geassocieerde diarree en hoe u als huisarts kunt bijdragen aan verbetering van het antibioticabeleid. Na het volgen van deze e-learning bent u beter toegerust om antibiotica doelgericht, veilig en richtlijnconform voor te schrijven in uw praktijk.
Anticonceptie Lees meer over Anticonceptie Anticonceptie
De recente actualisatie van de NHG-Standaard Anticonceptie biedt een goed moment om het onderwerp anticonceptie opnieuw te belichten. Opvallend is de dalende populariteit van de klassieke pil onder jonge vrouwen, met een toename in het gebruik van spiraaltjes. De standaard onderscheidt nu een eerste- en tweedekeuscombinatiepil, maar andere orale anticonceptiva blijven bespreekbaar, ondanks een licht verhoogd risico op veneuze trombo-embolie bij sommige nieuwe pillen. In deze nascholing krijgt u praktische handvatten bij veelvoorkomende vragen over pilgebruik, zoals doorbraakbloedingen, stemmingsklachten, migraine met aura, lactatie, tromboserisico’s en vergeten pillen. Ook komt het 24/4-innamepatroon aan bod. Blok A behandelt orale anticonceptie en veelvoorkomende praktijkvragen. Blok B gaat in op noodanticonceptie, waarbij ook de rol van de apotheker en de keuze tussen levonorgestrel, ulipristal en het morning-afterspiraaltje besproken wordt. Tot slot belicht Blok C andere anticonceptiemethoden, waaronder het spiraaltje, pessarium, condoom, sterilisatie en de lactatieamenorroemethode. Na afloop van deze e-learning bent u volledig op de hoogte van de actuele richtlijnen en kunt u uw patiënten goed informeren over passende anticonceptieopties.
Patiënten met laag IQ Lees meer over Patiënten met laag IQ Patiënten met laag IQ
Ongeveer 2,3 miljoen Nederlanders zijn zwakbegaafd (IQ 70–85) en vormen een vaak onzichtbare, maar kwetsbare groep in de huisartsenpraktijk. Ze hebben een verhoogd risico op lichamelijke, psychische en sociale problemen, en worden vaak onder het label LVB (licht verstandelijke beperking) geschaard. Toch is er in de huisartsenzorg nog weinig aandacht voor deze groep, mede door onbekendheid met de kenmerken en het ontbreken van herkenning in de spreekkamer. In deze nascholing leert u hoe u zwakbegaafdheid bij patiënten herkent en hoe u uw communicatie hierop kunt afstemmen. Blok A richt zich op het signaleren van zwakbegaafdheid en de overlap met psychische stoornissen. Blok B behandelt de benadering van psychische klachten bij deze doelgroep, inclusief diagnostiek, verwijslijnen en behandelmogelijkheden. De inhoud is gebaseerd op klinische ervaring, wetenschappelijke literatuur en de Generieke module Psychische stoornissen en zwakbegaafdheid of een lichte verstandelijke beperking, mede ontwikkeld door de Landelijke Vereniging POH-GGZ. Na afloop van deze e-learning bent u beter toegerust om passende zorg te bieden aan patiënten met een lager IQ en psychische klachten.
Allergische aandoeningen Lees meer over Allergische aandoeningen Allergische aandoeningen
Allergische aandoeningen, zoals hooikoorts, huidreacties, voedselallergieën en allergie voor bijen- of wespensteken, komen veel voor in de huisartsenpraktijk. In deze nascholing worden deze vier vormen besproken. Grote allergieën zoals astma en coeliakie blijven buiten beschouwing. Blok A behandelt hooikoorts op basis van de herziene NHG-Standaard Allergische en niet-allergische rinitis. U leert onder andere over het verlengde pollenseizoen en het verband tussen allergische rinitis en astma. Vervolgens wordt ingegaan op huidallergieën (type IV-reacties), de rol van allergenen en herkenning van triggers. Blok B richt zich op voedselallergieën, waarbij wordt benadrukt dat deze minder vaak voorkomen dan gedacht en dat diagnostiek vaak tekortschiet. Ook de risico’s en behandeling van anafylaxie bij bijen- en wespensteken komen aan bod. Blok C bespreekt behandeling en preventie: de rol van farmacotherapie, het belang van niet-medicamenteuze adviezen en de plaats van immunotherapie. Hierbij is ook de paragraaf Anafylaxie uit de NHG-Standaard Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties opgenomen. Na deze e-learning heeft u een actueel en praktisch toepasbaar overzicht van de diagnostiek en behandeling van veelvoorkomende allergische aandoeningen in de huisartsenpraktijk.