AccreDidact Huisarts
Praktijkgerichte nascholing voor de huisarts
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van AccreDidact Huisarts?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van AccreDidact Huisarts
Gesorteerd op nieuw - oud
Dyspareunie is een veelvoorkomende seksuele klacht bij vrouwen, waarbij zowel somatische als psychoseksuele factoren een rol kunnen spelen. In de NHG-Standaard Seksuele klachten is er speciale aandacht voor provoked vestibulodynia (PVD), een vorm van aspecifieke chronische vulvodynie die vaak wordt verward met een candida-infectie. Dit leidt geregeld tot ineffectieve behandelingen of ongerichte verwijzingen, terwijl vroegtijdige herkenning en adequate aanpak juist verergering en relationele problemen kunnen voorkomen.
In BLOK A van deze nascholing staat de diagnostiek centraal. U leert dyspareunie te differentiëren op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek en de mogelijke achterliggende oorzaken, waaronder seksuele problematiek en pijngedrag. BLOK B behandelt de behandelopties. Naast somatische therapie spelen uitleg en advies een cruciale rol. Inzicht in het klachtenpatroon stelt u als huisarts in staat om gerichter te handelen, dan wel tijdig te verwijzen.
Deze e-learning biedt u praktische handvatten om vrouwen met dyspareunie beter te begeleiden en de juiste zorg te bieden.

Koorts is de meest voorkomende reden voor een spoedconsult bij kinderen in de huisartsenpraktijk. Hoewel het meestal om onschuldige, zelflimiterende virale infecties gaat, is het vroegtijdig herkennen van ernstige bacteriële infecties van groot belang om ernstige gevolgen te voorkomen. De huisarts speelt hierin een cruciale rol.
Deze nascholing richt zich op het herkennen van ernstige infecties bij kinderen met koorts. Daarbij wordt onder andere stilgestaan bij de herziene NHG-Standaard Kinderen met koorts (2008), de NICE Clinical guideline Feverish illness in children under five (herzien in 2013) en de richtlijn Koorts in de tweede lijn bij kinderen van 0-16 jaar van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (2013). In deze e-learning wordt de inhoud van deze richtlijnen besproken en gekoppeld aan recente wetenschappelijke inzichten die de herkenning van ernstige infecties ondersteunen.
U krijgt praktische handvatten aangereikt om ernstige infecties vroegtijdig te signaleren en adequaat te handelen. Daarmee draagt deze nascholing bij aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor kinderen met koorts in de huisartsenpraktijk.

Urineweginfecties komen veel voor in de huisartsenpraktijk en zijn doorgaans onschuldig bij gezonde volwassenen. Bij specifieke risicogroepen – zoals mannen, kinderen, zwangeren, diabeten, patiënten met verminderde weerstand of urologische afwijkingen – kan de infectie echter een ernstiger beloop hebben. Het is daarom van groot belang deze patiënten tijdig te herkennen en adequaat te behandelen.
In deze nascholing staat de herziene NHG-Standaard Urineweginfecties (juni 2013) centraal. Daarin is de klassieke indeling in gecompliceerde en ongecompliceerde infecties verlaten. In plaats daarvan wordt gewerkt met risicogroepen, waarvoor ook aangepaste behandeladviezen gelden. De e-learning besteedt aandacht aan het vaststellen van risicogroepen, het betrouwbaar uitvoeren van urinediagnostiek en het inzetten van aanvullend onderzoek indien nodig.
Ook worden de veranderingen in eerstekeusantibiotica per patiëntencategorie besproken. Door vertrouwd te raken met de nieuwe richtlijnen en werkwijze, versterkt u uw competentie in het bieden van gerichte en effectieve zorg bij urineweginfecties. Deze nascholing helpt u om met meer zekerheid en onderbouwd beleid om te gaan met een van de meest voorkomende infectieuze problemen in de eerstelijnszorg.

Fysiotherapie is een belangrijke paramedische discipline, vooral in de eerste lijn, waar veel patiënten jaarlijks gebruik van maken. Sinds de invoering van de directe toegankelijkheid fysiotherapie kunnen patiënten zonder verwijzing bij de fysiotherapeut terecht. Wat betekent dit voor u als huisarts? Leidt dit tot minder belasting of juist tot nieuwe vragen?
In deze nascholing krijgt u inzicht in de algemene werkwijze van de fysiotherapeut: het diagnostisch proces, het behandeltraject en de rol van specialisaties. Daarnaast wordt specifiek ingegaan op twee veelvoorkomende klachten van het houdings- en bewegingsapparaat: lage rugpijn en schouderpijn. Aan de hand van casuïstiek wordt dit proces stap voor stap doorlopen.
De nascholing geeft u handvatten om uw samenwerking met de fysiotherapeut te optimaliseren en meer grip te krijgen op wat er met uw verwijzing gebeurt. Hoewel het onderwerp zich niet leent voor diepgaande kennisoverdracht, vormt deze nascholing een waardevolle eerste kennismaking met de praktische benadering van de fysiotherapeut binnen de eerstelijnszorg.

Cardiovasculair risicomanagement (CVRM) vormt een belangrijk onderdeel van uw werk in de huisartsenpraktijk. In een gemiddelde praktijk heeft ruim 10% van de populatie een hart-vaatziekte of loopt een verhoogd risico hierop. Goed CVRM vereist samenwerking met onder andere de doktersassistente, praktijkondersteuner, diëtist, fysiotherapeut, vasculair specialist en apotheker.
De NHG-Standaard CVRM biedt heldere richtlijnen voor de achtergronden en doelen van CVRM, terwijl de Zorgstandaard Cardiovasculair risicomanagement van platform Vitale Vaten (www.vitalevaten.nl) een praktische vertaling geeft naar de dagelijkse praktijk. Beheersing van beide documenten helpt u goede CVRM-zorg te leveren.
In deze nascholing wordt het onderwerp ‘bloeddruk en hypertensie’ uitgediept. U wordt bijgepraat over recente ontwikkelingen in diagnostiek en behandeling van hypertensie. Hiermee biedt de e-learning verdieping binnen het bredere kader van CVRM, zodat u uw rol als coördinator in het netwerk rondom de patiënt optimaal kunt vervullen.

Polyfarmacie is een groeiend probleem, met name bij ouderen. Bijna 45% van de 65-plussers in Nederland gebruikt vijf of meer geneesmiddelen chronisch, wat neerkomt op ongeveer 1,2 miljoen mensen. Dit verhoogt het risico op bijwerkingen, geneesmiddeleninteracties, verminderde therapietrouw en fouten bij medicatieoverdracht. De meest gebruikte medicatie in deze groep omvat onder andere antistolling, bètablokkers, ACE-remmers, cholesterolverlagers en bloedglucoseverlagende middelen.
In deze nascholing wordt u meegenomen in de problematiek rondom polyfarmacie. Er wordt stilgestaan bij de oorzaken, risico’s en gevolgen ervan. Daarnaast leert u hoe u kritisch kunt kijken naar indicaties, veiligheid en effectiviteit van medicatie bij uw patiënt. Ook komt aan bod hoe u, met oog voor resterende levensverwachting en verwachte gezondheidswinst, het gesprek over medicatie kunt voeren.
De e-learning biedt praktische handvatten om polyfarmacie bij uw patiënten effectief te signaleren, evalueren en, waar mogelijk, te verminderen. Daarmee draagt u bij aan veilige en doelgerichte farmacotherapie in uw praktijk.