AccreDidact Huisarts
Praktijkgerichte nascholing voor de huisarts
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van AccreDidact Huisarts?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van AccreDidact Huisarts
Gesorteerd op nieuw - oud
Buikpijn is een van de meest voorkomende klachten bij vrouwen en vormt vaak een diagnostische uitdaging. Omdat er zoveel organen in de buik aanwezig zijn, kan de pijn uiteenlopende oorzaken hebben. Wanneer een gynaecoloog een vrouw met buikpijn ziet, is de differentiaaldiagnose al beperkter. Gynaecologische buikpijn wordt doorgaans ingedeeld in dysmenorroe, chronische en acute buikpijn.
Uit onderzoek blijkt dat bij de diagnostiek van dysmenorroe sprake is van een aanzienlijke patient’s en doctor’s delay van in totaal circa tien jaar. Dysmenorroe kan een op zichzelf staande klacht zijn, maar ook een symptoom van ernstige gynaecologische pathologie. Omdat de verschijnselen vaak weinig specifiek zijn, is het onderscheid tussen primaire dysmenorroe en dysmenorroe als uiting van onderliggende pathologie lastig te maken.
In deze e-learning wordt de huisarts stap voor stap meegenomen in de diagnostiek en differentiaaldiagnose van gynaecologische buikpijn, met bijzondere aandacht voor dysmenorroe. Bewustwording van deze oorzaken kan bijdragen aan een snellere diagnose en een betere kwaliteit van leven voor vrouwen.

Hart- en vaatziekten komen veel voor in Nederland en vormen een belangrijke oorzaak van ziektelast. In 2023 hadden ruim 1,74 miljoen mensen een hart- en/of vaatziekte. Door beter risicomanagement kunnen deze aandoeningen eerder worden opgespoord en behandeld.
In september 2024 verscheen de herziene richtlijn Cardiovasculair risicomanagement (CVRM), gepubliceerd als NHG-Standaard en specialistische richtlijn. Deze vormt de basis van deze nascholing. Belangrijke wijzigingen zijn onder meer de introductie van de SCORE2(-Oudere Personen)-tabel, gebruik van non-HDL-cholesterol en een aangepaste risicocategorie-indeling. Ook wordt nu het risico op fatale én niet-fatale hart- en vaatziekten meegenomen en is er meer ruimte voor behandeling bij hoge bloeddruk (>160 mmHg), zelfs bij een laag SCORE-risico.
Deze e-learning bestaat uit:
A1: Epidemiologie van hart- en vaatziekten.
A2: Oorzaken en risicofactoren.
A3: Rol van lipiden.
B1: Risicobepaling en wijzigingen in de richtlijn.
B2: Medicamenteuze behandeling van hyperlipidemie.
B3: Medicamenteuze behandeling van hypertensie.
De nascholing biedt u praktische handvatten voor CVRM in de huisartsenpraktijk, inclusief diagnostiek, behandeling en organisatie van zorg.

Alcoholgebruik is wijdverspreid en sociaal geaccepteerd, maar kent ook grote risico’s. Het speelt een rol bij verkeersongelukken, geweld en vormt een belangrijke oorzaak van verslavingsproblematiek. Daarnaast kan overmatig of frequent gebruik leiden tot lichamelijke schade, zoals lever- en pancreasaandoeningen.
Niet iedere drinker heeft een probleem, maar wanneer alcoholgebruik fysieke, psychologische of sociale problemen veroorzaakt, spreken we van probleemgebruik. De DSM-5 en het AUDIT-screeningsinstrument helpen bij het vaststellen hiervan. De huisarts speelt een centrale rol: van signalering en diagnostiek tot behandeling, inclusief medicamenteuze opties en gesprekstechnieken zoals motiverende gespreksvoering.
Deze e-learning behandelt achtereenvolgens:
Geschiedenis en sociale aspecten van alcoholgebruik.
Definities en diagnostiek van overmatig gebruik, probleemgebruik en verslaving.
Lichamelijke gevolgen van probleemgebruik.
Behandelopties, zowel medicamenteus als niet-medicamenteus.
Praktische handvatten voor huisartsen om alcoholproblematiek te bespreken en gedragsverandering te stimuleren.
Door middel van kennisvragen en casuïstiek past u de theorie direct toe in de praktijk.

Kwalitatieve geneeskunde vraagt om voortdurende scholing. Het vermijden van medische fouten is daarbij een belangrijk thema. Waar vroeger vooral aandacht was voor te laat gestelde of gemiste diagnoses, blijkt ook het tegenovergestelde – een ten onrechte gestelde ernstige diagnose – grote impact te hebben op patiënten. Beide situaties kunnen leiden tot ernstige gevolgen, zowel medisch als emotioneel.
In deze e-learning bespreken we hoe huisartsen kunnen omgaan met fouten en hoe deze te voorkomen. De nascholing behandelt twee hoofdthema’s: gemiste ernstige diagnoses en ‘misdiagnoses’ (onterecht gestelde ernstige diagnoses). U leert welke omstandigheden fouten kunnen uitlokken, hoe effectieve communicatie met de patiënt in alle fasen van een fout cruciaal is en welke rol een goed nagesprek speelt bij het beperken van schade.
Daarnaast besteden we aandacht aan de meldingsprocedure en aan de emotionele impact voor patiënten én artsen. Voorbeelden en praktische handvatten helpen u om fouten bespreekbaar te maken en preventie in de praktijk toe te passen.

De belangstelling voor microbiologische diagnostiek bij infectieziekten is toegenomen, mede door de coronajaren. In deze nascholing staan twee belangrijke pijlers centraal: diagnostic stewardship en antibiotic stewardship. Beide zijn essentieel voor goede patiëntenzorg en het beperken van antibioticaresistentie.
Blok A richt zich op diagnostic stewardship: het doelgericht en zorgvuldig inzetten en interpreteren van diagnostische tests in de huisartsenpraktijk. Hierbij gaat het om passende testkeuze, kritische beoordeling van uitslagen, rationeel vervolgonderzoek en heldere communicatie met de patiënt.
Blok B behandelt antibiotic stewardship. U leert hoe u verantwoord antibiotica voorschrijft: alleen bij juiste indicatie, met voorkeur voor smalspectrummiddelen en beperkte behandelduur. Ook wordt ingegaan op patiënteneducatie over het nut en de grenzen van antibiotica.
Deze e-learning benadrukt het belang van terughoudend en doordacht handelen bij infectieziekten. Huisartsen spelen hierin een sleutelrol. Ondanks de al lage voorschrijfcijfers in Nederland, blijft voortdurende aandacht voor resistentieontwikkeling en effectief gebruik van diagnostiek en antibiotica onmisbaar.

In een normpraktijk ziet u wekelijks meerdere patiënten met een bacteriële huidinfectie. De meeste gevallen kunt u zelf behandelen. Sommige infecties vereisen echter specialistische kennis of ervaring en worden in deze nascholing slechts kort aangestipt.
De behandeling lijkt eenvoudig, maar keuzes rondom antibiotica en behandelduur verschillen per praktijk. In deze nascholing staan vragen centraal als: wanneer kiest u voor een smalspectrumpreparaat? Wordt voldoende rekening gehouden met bètalactamaseproductie, bacteriële resistentie en de aanwezigheid van MRSA? Ook komt impetigo – een vaak voorkomende aandoening – uitgebreid aan bod: welk lokaal middel is aangewezen, wanneer is orale behandeling nodig, en wat is de rol van mupirocine?
De e-learning is als volgt opgebouwd:
Blok A bevat onderdelen A1 en A2, waarin tien bacteriële huidinfecties worden besproken. In A3 volgt u vragen aan de hand van tien casussen met foto’s.
Blok B behandelt deze casussen verder en gaat via verdiepende vragen dieper in op diagnostiek en behandeling.
Deze nascholing helpt u bij het maken van onderbouwde keuzes voor een effectieve, doelgerichte en verantwoorde behandeling van bacteriële huidinfecties in de huisartsenpraktijk.