AccreDidact Huisarts

Slaap is essentieel voor de groei en ontwikkeling van kinderen. Hoewel slaapproblemen vaak tijdelijk zijn, kunnen ze soms zo hardnekkig worden dat ouders hulp zoeken bij de jeugdarts of huisarts. In- en doorslaapproblemen die het gezinsleven ontregelen, of verslapen waardoor een jongere op school afglijdt, zijn veelvoorkomende casussen. Met de toenemende verantwoordelijkheid van huisartsen in de chronische zorg voor kinderen met ADHD of autisme, komen ook vragen over complexe slaapproblemen vaker op uw pad. Deze e-learning versterkt uw kennis over normale slaap en slaapstoornissen bij kinderen. Blok A behandelt de normale fysiologische ontwikkeling van slaap en diagnostiek bij slaap- en waakklachten. In blok B staat de behandeling van slaapproblemen in de eerste lijn centraal, waaronder het herkennen van onderliggende stoornissen en het verantwoord inzetten van melatonine. Na afloop van deze nascholing kunt u slaapproblemen bij kinderen beter herkennen, verklaren en doelgericht behandelen.

De NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 is in 2021 tweemaal aangepast: in mei op het gebied van de niet-medicamenteuze behandeling en in november met een ingrijpende herziening van de medicamenteuze aanpak. Deze nascholing helpt u en uw team (POH’s en assistenten) bij het begrijpen en implementeren van deze veranderingen in de dagelijkse praktijk. De aangepaste richtlijnen zijn niet alleen van toepassing op nieuwe patiënten, maar ook op bestaande patiënten met een zeer hoog cardiovasculair risico. In deze e-learning leert u welke nieuwe inzichten en behandeldoelen belangrijk zijn voor het beperken van complicaties en vroegtijdige sterfte bij patiënten met type 2-diabetes. Blok A behandelt de pathofysiologie van diabetes mellitus type 2, de herkomst en betekenis van de term, en het verschil met type 1. Blok B richt zich op de praktische implicaties van de recente NHG-aanpassingen, met nadruk op medicamenteuze keuzes bij hoogrisicopatiënten. Na afloop kunt u de nieuwe richtlijnen effectief toepassen en de zorg voor diabetespatiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten verbeteren.

Het stoppen met antidepressiva is een complex en actueel thema. Ruim een miljoen Nederlanders gebruiken antidepressiva, vaak langdurig en soms off-label. De vraag wanneer en bij wie stoppen verantwoord is, leidt zowel in de praktijk als in de media tot discussie. Ook het omgaan met onttrekkingsverschijnselen roept veel vragen op. In deze e-learning worden de belangrijkste klinische dilemma’s besproken: wanneer is stoppen verstandig, wat zijn de risico’s van doorgaan of stoppen, en hoe herkent en behandelt u onttrekkingsverschijnselen? De focus ligt op SSRI’s en SNRI’s, omdat deze middelen het meest worden voorgeschreven in de huisartsenpraktijk. Blok A gaat in op de wetenschappelijke kennis en kennishiaten rondom stoppen met antidepressiva. Blok B bespreekt hoe u, ondanks deze hiaten, toch verantwoord beleid kunt voeren in samenwerking met psychiaters en apothekers. U leert hoe u op basis van voorlichting samen met de patiënt een weloverwogen besluit kunt nemen over het stoppen. Na het volgen van deze nascholing bent u beter toegerust om het gesprek over stoppen met antidepressiva aan te gaan en de juiste afwegingen te maken in de praktijk.

De klassieke, autoritaire arts-patiëntrelatie heeft plaatsgemaakt voor een gelijkwaardiger benadering, waarin samen beslissen – ook wel shared decision making (SDM) – centraal staat. Patiënten hebben toegang tot medische informatie en verwachten actieve betrokkenheid bij beslissingen over hun gezondheid. Dit vraagt van u als huisarts specifieke gespreksvaardigheden en een patiëntgerichte grondhouding. In deze e-learning leert u hoe u samen met de patiënt tot gezamenlijke besluiten komt. Blok A behandelt het omgaan met weerstand, bijvoorbeeld wanneer een patiënt geen advies wil. Blok B gaat in op het waarom en hoe van SDM, en in Blok C staat gezamenlijke besluitvorming over medicatie centraal. De beschreven gespreksvaardigheden zijn wetenschappelijk onderbouwd, patiëntgericht en praktisch toepasbaar. Ze sluiten aan bij aanbevelingen van o.a. de Federatie Medische Specialisten en de Patiëntenfederatie Nederland. U leert hoe u het perspectief van de patiënt achterhaalt, diens context begrijpt en samen tot beleid komt dat aansluit bij diens waarden. Na afloop van deze nascholing bent u beter toegerust om in gelijkwaardigheid en met compassie te communiceren en besluiten te nemen die passen bij úw patiënt én bij uzelf.

Hoofdpijn is een veelvoorkomende, maar vaak onderschatte klacht. Hoewel spanningshoofdpijn en migraine veel voorkomen, zoeken veel patiënten geen medische hulp. Ze zijn het gewend of behandelen zichzelf, soms met middelen die juist bijdragen aan medicatieovergebruikshoofdpijn. Onderscheid tussen hoofdpijnsoorten is in de praktijk niet altijd eenvoudig, terwijl dit wel cruciaal is voor passende behandeling. In deze nascholing leert u hoofdpijn beter herkennen, classificeren en behandelen. De opbouw volgt de ICHD-3-classificatie, conform de NHG-Standaard Hoofdpijn (2021) en de NVN-richtlijn Hoofdpijn. Blok A bespreekt spanningshoofdpijn, migraine en medicatieovergebruikshoofdpijn. Blok B gaat in op medicamenteuze behandeling bij clusterhoofdpijn en trigeminusneuralgie. De nascholing biedt inzicht in de ziektelast en mechanismen van verschillende hoofdpijnsyndromen en helpt u beter te communiceren over diagnostiek en behandeling. Na afloop bent u beter toegerust om hoofdpijnpatiënten doelgericht te helpen en onnodig lijden te voorkomen.

COPD is een veelvoorkomende, chronische longaandoening die vooral mensen boven de 40 treft. Ongeveer 2% van de Nederlandse bevolking heeft COPD, maar de werkelijke prevalentie ligt vermoedelijk hoger door onderdiagnostiek. Roken is de belangrijkste risicofactor, al is er ook steeds meer aandacht voor abnormale longontwikkeling op jonge leeftijd. In deze e-learning leert u hoe u het beleid bij COPD kunt afstemmen op de ervaren ziektelast, met als doel het verbeteren van kwaliteit van leven en het voorkomen van verdere achteruitgang. Blok A behandelt de achtergrond, epidemiologie en pathofysiologie van COPD. Blok B gaat in op de behandeling, waarbij stoppen met roken en stimuleren van beweging centraal staan. Ook wordt de rol van luchtwegmedicatie besproken, die beperkt is ten opzichte van astma. De nascholing maakt gebruik van de ziektelastmeter als praktisch hulpmiddel om samen met de patiënt persoonlijke behandeldoelen te formuleren. Na afloop kunt u het beleid beter afstemmen op de individuele patiënt, met aandacht voor klachtenvermindering op de korte termijn en risicoreductie op de lange termijn.