Quintesse
Praktische nascholing voor bedrijfsartsen en verzekeringsartsen
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Quintesse?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Quintesse
Gesorteerd op nieuw - oud
Tegen de achtergrond van de jaarlijkse griepcampagne is er een wetenschappelijk debat gaande over de effectiviteit van de jaarlijkse vaccinatie tegen influenza. Al sinds enkele jaren meten wij de motivatie van AMC-medewerkers om zich te laten vaccineren. De groep die zich laat vaccineren is stabiel; de groep die dat niet doet ook. Diverse campagnes veranderen deze verhouding niet, maar zorgen er wel voor dat de vaccinatiegraad in het AMC hoger is dan elders in de gezondheidszorg. De belangrijkste motivatie blijkt de eigen gezondheid en niet de door de Gezondheidsraad benadrukte patiëntveiligheid.
Mensen met een classificatie borderlinepersoonlijkheidsstoornis ondervinden per definitie problemen die zich uiten op relationeel en beroepsmatig terrein. Het is echter niet alleen een heterogene aandoening, maar er zijn milde en (zeer) ernstige subgroepen. Dat vraagt dus om maatwerk. De interpersoonlijke kwetsbaarheid is ook aan de orde bij contacten met bedrijfs- en verzekeringsartsen en kan een adequate werkrelatie verstoren en leiden tot ‘emotionele’ interventies. Hiermee kunnen sommige patiënten worden overvraagd en worden bij anderen de kansen op re-integratie verkleind. In deze bijdrage worden twee kernthema’s besproken, hechting en autonomie, waaruit adviezen voor communicatie en bejegening voortvloeien. Adequaat relatiemanagement leidt tot een betere (werk)relatie en betere resultaten.
Dit artikel beschrijft op basis van een casus de borderlinepersoonlijkheidsstoornis zoals die zich kan aandienen in de spreekkamer van de bedrijfs- en verzekeringsarts. Daarnaast wordt de borderlineorganisatiestructuur behandeld. Uitgebreid wordt ingegaan op mogelijke en waarschijnlijke valkuilen bij de diagnose door de begrippen overdracht en tegenoverdracht te behandelen. Ook wordt de mogelijkheid benadrukt deze begrippen diagnostisch te gebruiken, al vergt dat veel van de beoordelaar. Die ontkomt nu eenmaal niet aan het menselijk tekort van bijvoorbeeld gekrenkt kunnen worden en het directe eigenbelang. Persoonlijkheidsdiagnostiek is een moeilijke tak van sport en daarbinnen is het vaststellen van een borderlinepersoonlijkheidsstoornis bijzonder complex, vanwege de aard van de problematiek, zoals duidelijk wordt bij de borderlineorganisatiestructuur.
Persoonlijkheidsstoornissen worden gekenmerkt door persisterend niet-adaptief voelen, denken en/of gedrag dat zich in de regel op meerdere levensterreinen manifesteert, dus zowel thuis als op het werk. Met name het interpersoonlijk functioneren wordt dikwijls in negatieve zin beïnvloed. Dat kan zijn met de partner of familie, maar ook met collega’s of leidinggevenden en natuurlijk ook met de bedrijfsarts of verzekeringsgeneeskundige. De verschillende persoonlijkheidsstoornissen worden elk gekenmerkt door hun meer of minder specifieke moeilijkheden. Over de plaats van onderliggende constructen als temperament en empathie is nog veel discussie. Daarom wordt in de DSM-5 een deel van deze constructen beschreven bij het alternatief, nader te onderzoek persoonlijkheidsmodel. In dit artikel worden zowel de conventionele DSM-5-persoonlijkheidsstoornissen besproken als het alternatieve model, omdat het inzicht geeft in actuele, theoretische ontwikkelingen, maar vooral omdat beide modellen handvatten geven bij de behandeling en begeleiding van mensen met persoonlijkheidsproblematiek.
Op de algemene ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) in november 2015 werd de app Ischemische hartziekte gebaseerd op de NVAB-richtlijn Handelen van de bedrijfsarts bij werknemers met een ischemische hartziekte reeds aangekondigd. In de praktijk heeft de bedrijfsarts regelmatig te maken met werknemers die herstellen na een acuut myocardinfarct of een bypassoperatie.
De verwachting is dat de app helpt om de uitgebreide richtlijn wat gemakkelijker toe te passen in de praktijk.
In dit artikel wordt aandacht geschonken aan de multidisciplinaire richtlijn Complex regionaal pijnsyndroom type I (CRPS-I). Aan de orde komen epidemiologie, pathofysiologie, predisponerende factoren, natuurlijk beloop en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen ten aanzien van diagnostiek en therapie. Wat uitgebreider wordt stilgestaan bij het vaststellen van de belastbaarheid en begeleidingsadviezen zoals in de richtlijn in een apart hoofdstuk verwoord. Hoewel klinisch zeer relevant, komen de vele onderzoeken naar het nut van (aanvullende) diagnostiek en behandeling minder uitgebreid aan bod.