Physios
Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
In 2040 zal meer dan een half miljoen mensen in Nederland dementie hebben. Dementie gaat gepaard met ernstige achteruitgang in denkfuncties en met het verlies van zelfstandig functioneren. Bij gezonde ouderen kan lichamelijke activiteit onder andere het geheugen en het executief functioneren verbeteren, maar bij ouderen met dementie zijn deze effecten nog niet eenduidig aangetoond. Een hoog percentage dementerende ouderen heeft echter een sedentaire leefstijl. Belemmerende en bevorderende factoren die een rol kunnen spelen bij bewegingsstimulering bij deze ouderen zijn te verdelen in persoonsgebonden factoren (bijv. verslechtering fysieke gezondheid), omgevingsfactoren (bijv. beperkte toegang tot sportfaciliteiten) en sociale factoren (sociale steun). Dit artikel geeft eerst een overzicht van de bewijzen voor de effecten op de cognitie van lichamelijke activiteit en cognitieve training bij gezonde ouderen en bij ouderen met dementie. Daarna worden belemmerende en bevorderende factoren die hierbij een rol kunnen spelen, besproken. Het artikel sluit af met een beschrijving van een drietal pilotstudies naar de effecten van het zogenoemde Fietslabyrint.
Met het toenemen van de leeftijd en fragiliteit wordt niet alleen de kans op vallen en dus op een heupfractuur groter, maar ook zijn de gevolgen daarvan ernstiger. In de preventie van vallen bij ouderen kan de fysiotherapeut een belangrijke taak vervullen. Naast specifieke training voor verhoging van spierkracht en mobiliteit kan de fysiotherapeut een rol hebben in het signaleren en corrigeren van factoren die het vallen kunnen bevorderen. Nadat een heupfractuur behandeld is in het ziekenhuis, vindt de revalidatie meestal thuis of in een revalidatiesetting plaats. Kennis van de verschillende behandelingen en complicaties bij collum femorisfracturen en pertrochantaire fracturen is van belang voor de fysiotherapeut. In de revalidatiefase is de fysiotherapeut vaak de spil van de zorg. Na het eerste herstel, het optimaliseren van de patiënt en verbeteren van medische, risico- en omgevingsfactoren is oefentherapie gericht op spierkrachtverbetering en balansherstel belangrijk voor een optimaal resultaat na een heupfractuur.
In de ethiek van de fysiotherapie staat het komen tot goede zorg voorop. Hierbij staan de termen moraal, waarden en normen centraal, en daarbij de verschillende niveaus van moraal. Bij het toepassen van ethiek speelt In de ethiek van de fysiotherapie staat het komen tot goede zorg voorop. Hierbij staan de termen moraal, waarden en normen centraal, en daarbij de verschillende niveaus van moraal. Bij het toepassen van ethiek speelt normatieve redenatie een belangrijke rol. Normatief redeneren is een competentie die van fysiotherapeuten verlangt dat zij nadenken over de morele juistheid van verschillende handelings- en beslissingssituaties. Normatieve redenatie staat niet los van de klinische redenatie, maar deze twee manieren van denken vullen elkaar aan in het komen tot een goed zorgproces bij een patiënt, waarbij de waarden van de patiënt een juiste plek krijgen in het systeem van evidence based practice. In dit artikel wordt ethiek eerst theoretisch behandeld en vervolgens worden enkele fictieve casussen met morele dilemma’s toegelicht aan de hand van de dilemmamethode.
Hardlopen is wereldwijd een populaire activiteit en heeft een positief effect op de algehele gezondheid en het welzijn. Een keerzijde van hardlopen is het grote aantal blessures, in bijzonder het grote aantal blessures aan de knie. Het iliotibiale bandsyndroom (ITBS) is de meest voorkomende hardloopblessure aan de buitenzijde van de knie. Kennis van de anatomie, risicofactoren en het behandelproces van ITBS zijn essentieel voor de (sport) fysiotherapeut om de geblesseerde hardloper goed te kunnen behandelen en te begeleiden naar blessurevrij hardlopen. Dit artikel beschrijft het behandelproces, van diagnostiek naar revalidatie en preventie, aan de hand van de wetenschappelijke literatuur. Eerst wordt de anatomie besproken en wordt ingegaan op de pathofysiologie van ITBS. Daarna worden de risicofactoren beschreven, het fysiotherapeutisch onderzoek, de revalidatie voor terugkeer naar het hardlopen en tot slot wordt er preventief advies gegeven.
Tendinopathieën hebben een hoge incidentie en prevalentie in de eerstelijns fysiotherapeutische praktijk. Hoewel de diagnostiek meestal weinig problemen oplevert, blijkt het herstel ervan moeizaam te zijn en treedt er vaak chroniciteit en/of recidivering van de klachten op. Voor de algemeen practicus is niet duidelijk wat nu een effectief behandelbeleid is. Wetenschappelijke literatuur is voor fysiotherapeuten beperkt toegankelijk en het kost erg veel tijd om dit te bestuderen en te vertalen naar de context van de fysiotherapie. Bovendien zijn er nauwelijks geldende richtlijnen over deze materie gepubliceerd. Om deze ‘knowledge gap’ te slechten geeft dit artikel een beknopt overzicht van de recente literatuur over de pathofysiologie en oefentherapie bij tendinopathieën. De focus ligt daarbij op tendinopathie van de patellapees (ook wel aangeduid als jumper’s knee) en midportiontendinopathie van de achillespees.
De zorg voor patiënten die een totale heupartroplastiek (THA) of totale knieartroplastiek (TKA) ondergaan verandert. Innovaties van zorgpaden zoals Fast Track doen steeds meer hun intrede in de ziekenhuizen, met een afname van de opnameduur en het aantal complicaties tot gevolg. Maar wordt er binnen deze zorgpaden voldoende rekening gehouden met de voorkeuren van patiënten en de impact van de ziekenhuisopname en chirurgie? In dit artikel wordt het perioperatieve proces van een THA of TKA onder de loep genomen en worden strategieën beschreven die tot doel hebben om het vitaal fysiek functioneren van deze patiënten te optimaliseren. Met deze strategieën, zoals stratificeren, therapeutisch trainen en monitoren en titreren, wordt de huidige medische zorg aangevuld met interventies die gericht zijn op behoeften van individuele patiënten en hun vitaal functioneren.