Physios
Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
Veel mensen met chronische aandoeningen bewegen zo weinig dat dit geen bijdrage levert aan hun gezondheid. Deelname aan een geschikte groepsactiviteit blijkt in de praktijk een belangrijke stimulans om meer te gaan bewegen. Een groot deel van het aanbod is echter niet bekend bij zorgverleners van de mensen met chronische aandoeningen. Dit artikel geeft eerst achtergrondinformatie over de rol van bewegen bij chronische aandoeningen. Daarna volgen handvatten waarmee de fysiotherapeut lokaal beweegaanbod beter kan inzetten voor gezondheidsbevordering bij patiënten. Het accent ligt daarbij op de volwassen en oudere patiënt
De schouder is de schakel tussen hand en romp en wordt aangestuurd door de hersenen. Het gehele menselijke lichaam is uiteraard complex, maar net de combinatie van stabiliteit, beweeglijkheid én de grote belasting die de schouders te verduren krijgen, maakt ze zo bijzonder, zo complex. Veel van de kennis over de schouder werd de laatste twintig jaar onder vuur genomen en bovendien staat, meer nog dan vroeger, het biopsychosociale model voorop. In al deze complexiteit werd het steeds lastiger om door de bomen het bos nog te zien. Dit artikel wil een overzichtelijk beeld schetsen van de problematiek van rotator cuffgerelateerde schouderpijn. Intussen is er veel vooruitgang geboekt met betrekking tot het pathofysiologisch verklaringsmodel en maken de onzekerheden plaats voor kansen in de behandeling van hardnekkige rotator cuffgerelateerde schouderpijn. Dit artikel beschrijft achtereenvolgens het concept rotator cuffgerelateerde schouderpijn met zijn mogelijke verklaringsmodellen, tracht het best passende verklaringsmodel te beschrijven en doet een voorzet voor een begrijpelijke uitleg voor de patiënt. Tot slot wordt de huidige evidentie met betrekking tot het conservatief beleid toegelicht, inclusief een praktische vertaalslag.
Kritiek zieke patiënten worden opgenomen op een intensive care-afdeling (IC). Door verbeterde medische technologie zijn er steeds meer mensen die een IC-opname overleven. Zij hebben echter vaak te kampen met langdurige fysieke, psychische en cognitieve klachten. Deze klachten tezamen worden het postintensive care syndroom (PICS) genoemd. Tijdens de IC-opname worden patiënten al door fysiotherapeuten behandeld en bij aanhoudende klachten wordt fysiotherapie ook na ontslag uit het ziekenhuis gecontinueerd. Behalve dat het voor de fysiotherapeutische behandeling noodzakelijk is om kennis te hebben van de fysieke klachten bij PICS, is het ook belangrijk dat fysiotherapeuten kennis hebben van de psychische en cognitieve klachten bij PICS zodat zij op dit vlak een signalerende functie kunnen vervullen. In dit eerste deel van een tweeluik worden actuele inzichten ten aanzien van PICS gepresenteerd.
Chronische lage rugpijn is een vaak voorkomend probleem dat een enorme impact kan hebben op de individuele persoon en op de maatschappij. Ondanks nieuwe wetenschappelijke inzichten blijft de behandeling van personen met chronische lage rugpijn een uitdaging. Volgens internationale richtlijnen zijn oefentherapie en cognitieve gedragstherapie aangewezen interventies. Niettegenstaande de sterke aanbevelingen zijn de effecten van deze behandelingen op pijn en beperkingen slechts gering tot matig, en bij een deel van de mensen leiden ze niet tot verbetering van de klachten. Een belangrijke reden voor deze suboptimale resultaten is de heterogeniteit van de populatie mensen met chronische lage rugpijn. Terwijl bij de ene persoon fysieke aspecten (bijv. belasting vs. belastbaarheid) een belangrijke rol spelen, zijn bij een ander psychologische factoren (bijv. bewegingsvrees) van groter belang. Het aanpassen van de behandeling aan de individuele patiënt is dan ook essentieel om tot goede resultaten te komen. Dit artikel gaat daarom dieper in op verschillende klinische beelden bij patiënten met chronische lage rugpijn en beschrijft welk type behandeling hieraan te koppelen is. Qua behandeling ligt de nadruk op specifieke oefentherapie, exposuretherapie in vivo en graded activity.
Ernstige vasculaire aandoeningen, zoals een dissectie van de a. vertebralis of a. carotis interna, kunnen hoofdpijn, nekpijn en/of orofaciale klachten geven. Het is dan ook belangrijk dat fysiotherapeuten voldoende kennis hebben om een adequate inschatting te maken van de mogelijke onderliggende vasculaire oorzaak van klachten die zich presenteren als klachten van het houdings- en bewegingsapparaat. Dit artikel bespreekt de huidige stand van zaken wat betreft het herkennen van een onderliggende vasculaire oorzaak van klachten, bij patiënten met nekpijn, hoofdpijn en/of orofaciale klachten. Er is hierbij ruimschoots aandacht voor
achtergrondinformatie met betrekking tot het optreden van vasculaire complicaties, het vaststellen van een vasculaire oorzaak van de klachten en het klinisch redeneerproces, waaronder de anamnese en het lichamelijk onderzoek.
Aan literatuur over elektrische spierstimulatie is geen gebrek én er is voldoende bewijs dat deze toepassingen een spierversterkend effect kunnen hebben. Hiervoor zijn onder andere TENS en interferentiële stroom te gebruiken. Deze applicaties hebben uiteenlopende indicaties en kunnen bij veel aandoeningen waarbij oefentherapie noodzakelijk is, een zinvolle aanvulling op het behandelplan zijn. De combinatie van elektrische spierstimulatie met oefentherapie levert dan een beter resultaat op dan oefentherapie alleen. Ook patiënten die niet in staat zijn om zelfstandig te oefenen, zijn hierbij gebaat. Door te kijken naar de parameters van de applicaties zijn de literatuurgegevens om te zetten in praktisch bruikbare onderdelen voor een concreet behandelplan. Negen parameters blijken een cruciale rol te spelen in het uiteindelijke fysiologische doel en een voor die negen parameters ingevulde tabel bevat alle gegevens om meteen aan de slag te kunnen gaan.