Nurse Academy
Praktijkgerichte nascholing voor verpleegkundigen
Nurse Academy biedt bijscholing via een vaktijdschrift met online toetsen, gecombineerd met een kennisarchief, speciaal voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (VS) in het ziekenhuis. Je kunt er 40 accreditatiepunten per jaar mee halen, geaccrediteerd door de V&VN VS, waar en wanneer jij dat wilt.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nurse Academy?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Nurse Academy
Gesorteerd op nieuw - oud
In het ziekenhuis worden regelmatig mensen, vooral ouderen, opgenomen met ziektebeelden en comorbiditeitsproblemen die te maken hebben met vitaminedeficiënties. In dit artikel worden de ‘vergeten’ ziektebeelden op een rij gezet.
Sommige baby’s liggen in een stuitligging. Dit betekent een stuitbevalling of een keizersnede. Men kan echter ook de baby proberen te draaien voor de bevalling. Deze handeling wordt al jaren uitgevoerd. Recent staat deze weer in de belangstelling, omdat een keizersnede zo kan worden voorkomen. Daarbij biedt het ook financiële voordelen. In de praktijk blijkt dat deze handeling nog niet altijd wordt uitgevoerd bij de patiënten die hiervoor in aanmerking komen.
Reden is dat de voordelen onvoldoende bekend zijn bij artsen, verloskundigen en patiënten. Belangrijk is het goed voorlichten van de vrouw over mogelijke risico’s, slagingskans en de wijze waarop de handeling wordt uitgevoerd, zodat zij een weloverwogen beslissing kan nemen. Bij voorkeur vindt deze handeling plaats in een professionele setting door ervaren verloskundigen en/of artsen.
Ieder jaar ontvangen zo’n 250.000 mensen in Nederland een bloedtransfusie. Onder anderen slachtoffers van ongevallen, patiënten die een (grote) operatie ondergaan en patiënten die door welke aandoening dan ook bloedarmoede hebben. Hoe veilig is een bloedtransfusie? Waar houden we rekening mee? Waar moeten we opletten?
Werken met heel grote of heel kleine getallen is altijd lastig. Je kunt je er geen voorstelling van maken. Hoeveel zoutkorrels zitten erin één kilogram zout? En hoeveel moleculen suiker zitten in een 500 ml zak glucose 5%? Simpel antwoord: ‘Heel veel!’ U hoeft geen scheikundige te zijn om te zien dat het rekenen met ‘losse’ deeltjes geen pretje is. Een milligram van een willekeurige stof bevat al gauw enige triljarden deeltjes. Soms zelfs meer dan het aantal sterren aan de hemel. Als hulpmiddel bij het meten en rekenen met stoffen is het begrip ‘mol’ ontstaan. Dit begrip is onlosmakelijk verbonden met het ‘getal van Avogadro’. De naamgever van dit begrip, Amedeo Avogadro (1776-1856), was zelf niet in staat om het getal uit te rekenen. Dit is pas in 1908 berekend door Jean Perrin.
Patiënten met kanker en een korte levensverwachting geven, ondanks besef van een korte prognose, de hoop op (volledige) genezing niet op.1 Veel hulpverleners vinden het lastig hiermee om te gaan. Is deze patiënt onvoldoende geïnformeerd? Ontkent deze patiënt zijn situatie? Wat speelt er bij deze patiënt en hoe kan ik daar het beste mee omgaan? Dit zijn allerlei vragen waarmee hulpverleners die omgaan met patiënten met kanker in de palliatieve fase van hun ziekte, vaak te maken hebben. Het doel van dit artikel is hulpverleners eruit ondersteuning eruit bieden bij het omgaan met hoopvolle palliatieve patiënten.
Antistollingsmiddelen, ook wel antitrombotica genoemd, zijn geneesmiddelen die de stolling van het bloed remmen. Zij worden gebruikt om trombose en embolie te voorkomen. Inherent aan het gebruik van deze geneesmiddelen is een verhoging van het bloedingsrisico. Bij een onvoldoende hoog antistollingsniveau of bij tijdelijk onderbreken van de behandeling, is juist een verhoogd risico op een (recidief) trombose aanwezig. Vanwege deze (bij)werkingen en de gevolgen van een ernstige bloeding of recidief (trombose), is kennis noodzakelijk van de kenmerken van de anistollingsmedicatie, interacties met andere geneesmiddelen, invloed van leefomstandigheden en leefstijl en risicofactoren voor het optreden van bloedingen. Doel van de antistollingsbehandeling is het voorkomen of behandelen van een arteriële of veneuze trombo-embolie. Doel van de trombosedienst is een zo goed mogelijke antistollingsbehandeling te verzorgen.