Nurse Academy

Praktijkgerichte nascholing voor verpleegkundigen

Nurse Academy biedt bijscholing via een vaktijdschrift met online toetsen, gecombineerd met een kennisarchief, speciaal voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (VS) in het ziekenhuis. Je kunt er 40 accreditatiepunten per jaar mee halen, geaccrediteerd door de V&VN VS, waar en wanneer jij dat wilt. 

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nurse Academy?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Nurse Academy

Gesorteerd op nieuw - oud
MRSA Lees meer over MRSA MRSA
MRSA (meticillineresistente Staphylococcus aureus) is een Staphylococcus aureus die ongevoelig is voor de bètalactamantibiotica en vaak ook andere groepen van antibiotica. Omdat veel mensen een Staphylococcus aureus bij zich dragen en de bacterie een potentiële verwekker is van (dikwijls ernstige) infecties, bijvoorbeeld na operatieve ingrepen, wordt in Nederland een streng ‘search and destroy’ beleid gehanteerd om de MRSA buiten de ziekenhuizen en de zorginstellingen te houden en de lage incidentie in de populatie te handhaven. Er wordt actief gescreend op een mogelijk risico van dragerschap bij patiënten en zorgmedewerkers. In landelijke richtlijnen worden verschillende categorieën onderscheiden op basis van het risico van dragerschap. Deze indeling heeft gevolgen voor diagnostiek en de te nemen maatregelen bij opname in een zorginstelling. Wanneer een MRSA wordt aangetroffen, wordt een patiënt in strikte isolatie verpleegd en mag een zorgmedewerker geen patiëntencontact hebben. Eventuele verspreiding dient te worden uitgesloten door contactonderzoek bij zorgmedewerkers en patiënten. De mogelijkheid en wenselijkheid tot eradicatie van de MRSA wordt per individu bepaald. Bij een MRSA-uitbraak in een ziekenhuis of zorginstelling komt het outbreakteam bijeen om verdere verspreiding te voorkomen en afdelingen en ziekenhuis zo spoedig mogelijk MRSA-vrij te kunnen verklaren. Het ‘search and destroy’ beleid vereist alertheid en vaak tijdrovende en intensieve medewerking van alle betrokkenen, maar blijkt vooralsnog succesvol.
Osteogenesis imperfecta Lees meer over Osteogenesis imperfecta Osteogenesis imperfecta
Osteogenesis imperfecta (OI) is een aangeboren erfelijke aandoening van het steun- en bindweefsel. Broze botten en daarmee een hoge fractuurkans zijn de meest in het oog springende kenmerken. Er zijn verschillende typen OI variërend van mild tot zeer ernstig. De diagnose OI wordt vaak al op de kinderleeftijd gesteld, zeker bij de ernstige typen van OI. Soms zijn de symptomen echter zo minimaal, dat de diagnose pas later of zelfs op volwassen leeftijd kan worden gesteld. Naast een diagnose op klinische kenmerken, zoals veel fracturen, hypermobiliteit van ledematen, kromgroeien van ledematen en wervelkolom, wordt de diagnose op basis van DNA gesteld. De zorg voor patiënten met OI is in Nederland goed geregeld in expertisecentra. De coördinatie van het expertisecentrum voor volwassen patiënten in Zwolle is in handen van een verpleegkundig specialist. Een laag energetisch trauma bij patiënten met OI dient als een hoog energetisch letsel te worden behandeld. De patiënt met OI is expert, overleg en samenwerking met hem/haar zijn essentieel.
Coeliakie Lees meer over Coeliakie Coeliakie
Het kind met coeliakie heeft een levenslange overgevoeligheid voor gluten. Door de ingestie van gluten kunnen er bij personen met de genetische predispositie (haplotype DQ2 en DQ8) autoantistoffen worden gevormd met als gevolg destructie van de darmmucosa en extra-intestinale verschijnselen. De diagnose wordt bij kinderen gesteld door het bepalen van de autoantistoffen en alleen zo nodig wordt een darmbiopt afgenomen. De behandeling bestaat uit een levenslang glutenvrij dieet.
Rectaal bloedverlies bij colitis ulcerosa Lees meer over Rectaal bloedverlies bij colitis ulcerosa Rectaal bloedverlies bij colitis ulcerosa
Colitis ulcerosa is een chronische darmziekte, die samen met de ziekte van Crohn valt onder de noemer IBD (irritable bowel diseases). Colitis ulcerosa kenmerkt zich door buikpijn, diarree, toegenomen ontlastingsfrequentie, bloed en slijm bij de ontlasting, verminderde eetlust en afvallen. Deze klachten hoeven echter niet allemaal aanwezig te zijn. In dit artikel wordt de casus van Anne, een vrouw van 27 jaar met colitis ulcerosa, volgens een aantal diagnostische stappen besproken. Er wordt onder andere ingegaan op de classificatie van colitis ulcerosa en de daarop gebaseerde behandeling.
Hodgkinlymfoom Lees meer over Hodgkinlymfoom Hodgkinlymfoom
Hodgkinlymfoom is een zeldzame vorm van lymfklierkanker; jaarlijks worden er ongeveer 450 mensen met de ziekte gediagnosticeerd. De mediane leeftijd bij diagnose is 25-30 jaar, er wordt een tweede piek bij 55 jaar gezien. De meeste patiënten presenteren zich met een pijnloze, vergrote lymfklier in de hals. Minder dan een derde van hen heeft bijkomende algemene klachten (B-symptomen) zoals overvloedig nachtzweten, ongewenst gewichtsverlies, onbegrepen koorts of heeft lokale klachten door de vergroting van lymfklieren. De diagnose wordt gesteld aan de hand van een lymfklierbiopt, stadiëring van de ziekte vindt plaats door het verrichten van een PET-CT-scan (positronemissietomografie-computertomografie) De behandeling is afhankelijk van het stadium van de ziekte en bestaat uit chemotherapie alleen of een combinatie van chemo- en radiotherapie. Tegenwoordig geneest 80-90% van de patiënten. Overlevers hebben door de behandeling een verhoogd risico op late effecten zoals onvruchtbaarheid, vervroegde menopauze, vermoeidheid en psychische aandoeningen, secundaire maligniteiten, cardiale aandoeningen en schildklierafwijkingen.
Palliatieve zorg bij de ziekte van Parkinson Lees meer over Palliatieve zorg bij de ziekte van Parkinson Palliatieve zorg bij de ziekte van Parkinson
Palliatieve zorg voor mensen met de ziekte van Parkinson (ZvP) is een onontgonnen gebied. De ZvP is een veelvoorkomende aandoening die grote gevolgen heeft voor het dagelijks leven. Patiënten hebben te maken met een breed scala aan problemen op zowel lichamelijk (o.a. traagheid in bewegen, incontinentie en vallen), geestelijk (o.a. depressie en dementie) als psychosociaal (o.a. gedragsverandering en relatieproblematiek) gebied. De zorg voor parkinsonpatiënten wordt steeds complexer naarmate de ziekte vordert en in 20-40% van de gevallen is een verpleeghuisopname zelfs onvermijdelijk. In een late fase van de ziekte kampen patiënten met veel uiteenlopende symptomen zoals: immobiliteit, vermoeidheid, pijn, slaperigheid, cognitieve problemen en dementie. Genezing van de ziekte is (nog) niet mogelijk en patiënten sterven of aan de gevolgen van de ziekte of in ieder geval met de ziekte. Over het beloop en de behandeling in de vroege fase van de ZvP is al veel bekend. Over het beloop in de laatste levensfase, met name in de palliatief terminale fase (laatste weken vóór het overlijden), is weinig geschreven. Dit is de fase waarin het lichamelijke en cognitieve functioneren sterk zijn achteruitgegaan, de respons op medicatie zeer beperkt is en de therapeutische breedte van de dopaminerge medicatie minimaal is. In deze fase gaat het slikken vaak moeilijk, waardoor de kans op verslikken en aspiratiepneumonie een groot risico vormen. Een pneumonie is de meest voorkomende oorzaak van overlijden bij een parkinsonpatiënt.