Nurse Academy GGZ

Praktijkgerichte nascholing voor verpleegkundigen in de GGZ

Nurse Academy GGZ biedt bijscholing via een vaktijdschrift met online toetsen, gecombineerd met een kennisarchief, speciaal voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (VS) in de geestelijke gezondheidszorg. Je kunt er 36 accreditatiepunten per jaar mee halen, geaccrediteerd door de V&VN VS, waar en wanneer jij dat wilt.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nurse Academy GGZ?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Nurse Academy GGZ

Gesorteerd op nieuw - oud
Cognitieve gedragstherapie bij psychotische klachten Lees meer over Cognitieve gedragstherapie bij psychotische klachten Cognitieve gedragstherapie bij psychotische klachten
Voor patiënten met een eerste psychose is cognitieve gedragstherapie (CGT) een belangrijke evidence-based interventie. Het uitgangspunt van CGT is dat het denken van invloed is op het gevoelsleven en op het gedrag en niet zozeer wat iemand overkomen is in het leven. Zo kunnen dezelfde dreigementen bij de één tot angst leiden, terwijl de ander er zich niet zo veel van aantrekt. CGT is een gestructureerde behandeling, waarbij de therapeut samen met de patiënt stap voor stap nagaat welke gedachten tot negatieve gevoelens en problemen leiden. Met behulp van allerlei cognitieve en gedragsmatige technieken wordt gezocht of er ook alternatieve verklaringen zijn voor de gebeurtenissen die minder negatieve gevoelens en vermijdingsgedrag ontlokken. De verpleegkundige kan een belangrijke rol vervullen in de ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld hulpvragen signaleren voor CGT, motiveren tot deelname, ondersteunen bij het uitvoeren van huiswerk en psycho-educatie geven. Daarnaast heeft de verpleegkundige een belangrijke rol in het verwerken van geleerde strategieën in een terugvalpreventieplan en kan zij de patiënt helpen herinneren aan deze strategieën.
Depressie Lees meer over Depressie Depressie
Ruwweg één op de vijf Nederlanders wordt ooit in zijn leven depressief. En wie ooit een depressie heeft meegemaakt, loopt een grote kans opnieuw een dergelijke periode mee te maken. Schokkende gegevens, die naast hoge maatschappelijke kosten, vooral veel lijdensdruk voor patiënten met zich meebrengen. Nergens van kunnen genieten, een sombere stemming, de neiging zich terug te trekken uit de sociale omgeving, concentratieproblemen, schuldgevoelens, slaapproblemen, negatief denken, libidoverlies; symptomen die maken dat het leven van een patiënt vastloopt. Op den duur kan dit zelfs leiden tot suïcidale ideaties. Niet alle patiënten hebben specialistische zorg nodig. Ongeveer 33% wordt (ooit) verwezen naar de gespecialiseerde GGZ. Daar wordt een patiënt meestal behandeld door een multidisciplinair team en met een combinatie van therapieën: medicatie en psychotherapie (waaronder gedragstherapie). Alles is erop gericht de patiënt letterlijk weer in beweging te krijgen.
De ins en outs van insulinetherapie Lees meer over De ins en outs van insulinetherapie De ins en outs van insulinetherapie
Bij de behandeling van insuline is het belangrijk om in insulineprofielen te kunnen denken. Daarbij is het van belang om rekening te houden met de mogelijkheden en situatie van de patiënt. Door toedienen van insuline wordt geprobeerd de fysiologische situatie zo goed mogelijk na te bootsen in het lichaam om het welbevinden van de patiënt te vergroten en de risico’s op complicaties terug te dringen. In de GGZ zorgen sommige psychofarmaca voor gewichtstoename en een grotere kant op metaboolsyndroom en diabetes. In dit artikel daarom aandacht voor de belangrijkste interacties tussen psychofarmaca en insuline.
Werken met de DSM Lees meer over Werken met de DSM Werken met de DSM
In 2013 verscheen de vijfde editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5), wereldwijd het belangrijkste handboek voor psychiatrische diagnostiek en ook voor veel wetenschappelijk onderzoek. Of het verpleegkundigen meer biedt dan een naslagwerk voor de criteria waarmee diagnosen worden gesteld, is een veelgehoorde vraag. Daarnaast is een veelgehoorde vraag of de dsm het bonte karakter van de psychopathologie wel recht doet, laat staan de individuele patiënt met zijn of haar unieke eigenschappen. Werken met de DSM heeft zijn voor- en nadelen. Door het hanteren van een gemeenschappelijke taal en vastomlijnde criteria is veel winst geboekt bij het stellen van diagnosen en de onderlinge communicatie daarover. Anderzijds ligt het gevaar op de loer van hokjesdenken en stigmatisatie. Maar is het glas nu halfvol of halfleeg? Dit artikel legt uit wat te winnen en te verliezen valt door aan de slag te gaan met de DSM.
De stemmenpoli Lees meer over De stemmenpoli De stemmenpoli
De stemmenpoli in het UMC Utrecht voorziet in een behandeling voor mensen die stemmen horen. De behandeling neemt één dag in de week in beslag en bestaat uit een groepsbehandeling, psycho-educatie, individuele behandeling en psychomotorische therapie (PMT). Stemmen horen kan bij verschillende ziektebeelden voorkomen blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Dit betekent dat er een diversiteit is aan mensen die op de stemmenpoli worden behandeld. Uit de praktijk blijkt dat er bij veel patiënten van de stemmenpoli sprake is van comorbiditeit van zowel as I- als as II-stoornissen. De ervaring leert dat het regelmatig voorkomt dat de hulpvraag van patiënt in de loop der tijd verandert: de behandeling van stemmen staat niet meer op de voorgrond, maar andere problematiek komt naar voren. Tijdig stoppen van een behandeling en de patiënt de eigen regie teruggeven op het moment dat er vaardigheden en kennis aanwezig zijn, kan een patiënt soms juist ten goede komen.
Methylfenidaat Lees meer over Methylfenidaat Methylfenidaat
Als eerste stap in de behandeling van ADHD worden psycho-educatie en (indirecte) gedragstherapie gegeven. Als er ondanks deze behandelingen nog steeds sprake is van significante problemen of bij kinderen met ernstige problemen dan komt medicamenteuze behandeling met methylfenidaat in aanmerking. In dit artikel worden de werkzaamheid, bijwerkingen en enkele aspecten van het werkingsmechanisme van methylfenidaat besproken.