iAM
Een onafhankelijk, praktijkgericht nascholingsconcept voor én door anesthesiemedewerkers
Een combinatie van vaktijdschrift, webinars en e-learning, geaccrediteerd door de NVAM, NAPA, NVBMH en V&VN.
Alle collecties van iAM
Gesorteerd op nieuw - oud
Met de wereldwijde toename van obesitas kom je ook bij patiënten onder anesthesie niet meer om deze aandoening heen. Tijdens dit webinar krijg je een uitgebreid overzicht van obesitas wereldwijd en leer je hoe snel iemand deze aandoening kan ontwikkelen. We bespreken de specifieke uitdagingen bij het intuberen en beademen van patiënten met obesitas, evenals de veranderingen in pijnbeleving die bij obesitas optreden. Daarnaast ontdek je welke farmacologische aanpassingen nodig zijn om een veilige en effectieve anesthesie te waarborgen bij deze patiëntengroep. Benedikt Van Loo, anesthesiemedewerker, SPS en redactielid van iAM, treedt op als moderator.
De afgelopen decennia is er toenemend aandacht voor het verbeteren van het herstel van patiënten na een totale heupoperatie (THP). De belangrijkste factoren die hierop van invloed zijn, zijn het snel mobiliseren na de operatie, het verminderen van de (chirurgische) stress en goede preoperatieve informatie. Een succesvol enhanced recovery-programma begint echter bij een optimaal anesthesie- en pijnprotocol. Met het verbeteren van het herstel neemt de opnameduur af en inmiddels is het zelfs mogelijk om patiënten in dagbehandeling te opereren. Een multimodaal pijnprotocol waarbinnen opioïden zoveel mogelijk worden vermeden en een anesthesieprotocol waarbij een lage dosering spinale anesthesie wordt gecombineerd met een diepe sedatie met propofol bieden hiervoor een goede basis. Dagbehandeling THP dient echter het gevolg te zijn van een zorgvuldig ingevoerd programma: het mag nooit het primaire doel zijn en kan alleen worden uitgevoerd als alle betrokken disciplines goed met elkaar samenwerken en allemaal bereid zijn hun eigen proces in samenhang met dat van anderen optimaal voor de patiënt in te richten.
Hoewel kinderen met een tracheacanule een zeldzaam fenomeen zijn, worden ze in de derdelijnszorg nog relatief vaak gezien.
Tranexaminezuur wordt veelvuldig toegepast in de directe behandeling van patiënten volgend op een letsel. Bij patiënten met hersenletsel zijn inmiddels meerdere studies verricht naar het nut van deze toepassing, met wisselende aanbevelingen. Bij patiënten met mild (GCS 13-15) of matig (GCS 9-12) traumatisch hersenletsel lijkt er een zinvol effect te bestaan bij het geven van tranexaminezuur. Bij ernstig hersenletsel is dit onzeker, vooral als dit geïsoleerd ernstig hersenletsel betreft. Er zijn zelfs observationele data die het gebruik in dat geval juist zouden afraden. Voor de algemene traumapopulatie geldt dat de aanbevelingen wisselend zijn, waarbij in alle studies moet worden opgemerkt dat het aantal te behandelen patiënten om één gunstig effect te bewerkstelligen hoog is. Tot slot geldt ook voor tranexaminezuur dat er negatieve bijwerkingen kunnen optreden.
Om een patiënt door een wakkere hersenoperatie zoals een hersentumorresectie te begeleiden is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de mechanismen en stijlen van coping en communicatie. Alleen dan is het mogelijk om ook een diverse populatie van patiënten op een professionele en bij de individuele behoeften en vaardigheden van de patiënt aansluitende manier door deze best uitdagende operatie te begeleiden. Dit artikel geeft een overzicht van de verschillende technische aspecten van coping en communicatie en biedt ruim voorbeelden van de concrete toepassing in de perioperatieve situatie.
Het plaatsen van totale knieprothesen (TKP) gebeurt vaak. Hoewel de meeste patiënten tevreden tot zeer tevreden zijn, is 12-18% van patiënten niet tevreden. Een van de mogelijke oorzaken voor klachten na plaatsing van TKP is verandering van beenas/alignement tijdens de operatie. Het gebruik van de MAKO-robot maakt het mogelijk om betrouwbaar te kiezen of het alignement wordt aangepast en op welke manier. Daarnaast biedt de MAKO-robot meer controle tijdens het zagen, waardoor wekedelenschade tijdens de operatie verkleind wordt. Hoewel de theoretische voordelen van de MAKO-robot duidelijk zijn, heeft deze techniek zich onvoldoende bewezen om zich superieur te mogen noemen.