iAM
Een onafhankelijk, praktijkgericht nascholingsconcept voor én door anesthesiemedewerkers
Een combinatie van vaktijdschrift, webinars en e-learning, geaccrediteerd door de NVAM, NAPA, NVBMH en V&VN. Klik op ‘abonneer hier’ voor meer informatie.
Alle collecties van iAM
Gesorteerd op nieuw - oud
De missie van Mercy Ships is om zorg beschikbaar te maken voor ieder mens, vanuit de opdracht om naar elkaar om te zien. Dit doet zij door middel van ziekenhuisschepen bemand met vrijwilligers van over de hele wereld. Op deze manier kan veilige kwaliteitszorg naar verschillende landen met beperkte of geen middelen gebracht worden. De schepen Global Mercy en Africa Mercy maken direct impact door het uitvoeren van operaties, maar ook op lange termijn door het trainen van lokale zorgprofessionals. Dit artikel beschrijft de anesthesiologische bijzonderheden op zo’n schip en geeft een casusbeschrijving van constructieve operaties bij een patiënt na een noma-infectie.
In dit artikel deelt de auteur kennis en ervaring opgedaan tijdens een jaar werken als anesthesioloog in Perth, West-Australië. Het artikel richt zich enerzijds op de rol van de anesthesiemedewerker, die daar als lid van het anesthesieteam net zo onmisbaar is als in Nederland, maar minder zelfstandig werkt. Het is maar zeer de vraag of dit in de nabije toekomst verandert. Anderzijds gaat dit artikel in op een speerpunt van de Australische afdeling: ‘can’t intubate, can’t oxygenate’ (CICO) bij volwassenen. In een CICO-scenario moet toegang tot de luchtweg worden verkregen via de hals, met als doel via deze route zuurstof toe te dienen. Dit kan met een scalpel of met een naald en een dunne canule die je over de naald afschuift. Beide methoden kunnen effectief zijn in getrainde handen. Indien via een dunne canule zuurstof wordt toegediend, moeten maatregelen genomen worden om barotrauma en spanningspneumothorax te voorkomen.
Transfusie van bloedproducten heeft als doel het opheffen van een tekort aan cellen, eiwitten of bloedvolume. Onder een transfusiereactie verstaan we een bijwerking of complicatie van een transfusie. Er bestaan verschillende soorten transfusiereacties met verschillende pathofysiologie, waaronder allergische reacties, hemolytische reacties, koortsreacties en bacteriële contaminatie. Ze worden soms verklaard door een immunologische reactie tegen de cellen of eiwitten die bedoeld worden getransfundeerd, en soms door resten in het product of de bewaarvloeistof. Preventie van transfusiereacties is de eerste stap, en daarbij is goede samenwerking nodig met het transfusielaboratorium. Als zich toch een transfusiereactie voordoet, zijn herkenning van en onderscheid tussen de verschillende reacties belangrijk. Hoewel alle patiënten met een transfusiereactie ABCDE moeten worden beoordeeld, verschilt de specifieke aanpak per soort reactie. Kennis van de pathofysiologie van de verschillende soorten transfusiereacties is nodig om vlot de juiste behandeling te kunnen inzetten en ook voor eventueel vervolgbeleid in samenspraak met het transfusielaboratorium.
Bij een repatriëringsvlucht wordt veel geëist van het team, van het inschatten van de conditie van de patiënt tot het voorspellen van mogelijke problemen en het voorbereiden van mogelijke oplossingen. Hierbij helpt kennis van onder andere hoogtefysiologie, de algemene gang van zaken op een vliegveld en in buitenlandse ziekenhuizen, goede communicatieve vaardigheden, zowel lichamelijke als psychische flexibiliteit en een algemene indruk van het werk van de piloten. Om goed te blijven presteren op korte en lange termijn is kennis over de stressors of flight essentieel.
Fysiologische verstoringen, intubatiegerelateerde complicaties en de noodzaak tot meerdere intubatiepogingen maken endotracheale intubatie bij pasgeborenen een risicovolle procedure. Deze risico’s kunnen verminderd of voorkomen worden door het gebruik van intubatiemedicatie. Hoewel in de afgelopen decennia veel onderzoek is gedaan naar het gebruik van intubatiemedicatie bij pasgeborenen, is de meest ideale strategie nog niet gevonden. Propofol is een frequent gebruikt middel bij intubaties. Onderzoek heeft echter aangetoond dat het gebruik van propofol als intubatiemedicatie een belangrijk effect heeft op de bloeddruk. Het gebruik van propofol gaat vaak gepaard met een significante daling van de bloeddruk en/of het optreden van hypotensie. Om de negatieve effecten op de bloeddruk te beperken, kan men het beste starten met een lage dosering en deze vervolgens titreren op basis van het sedatieve effect. Bovendien zou propofol niet gebruikt moeten worden bij pasgeborenen met bewezen of dreigende hemodynamische problemen. In dat geval zou de keuze voor een intubatiemedicatie-strategie beter uit kunnen gaan naar de combinatie van een opioïd en een spierverslapper.
Elk jaar organiseert iAM een aantal webinars voor anesthesiemedewerkers met experts uit het vakgebied. Hier kan je de webinars terugkijken.