A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Het perioperatief delier is een frequent optredende, typisch geriatrische complicatie. Alleen al de enorme spreiding van de gerapporteerde incidentie geeft aan dat deze diagnose regelmatig gemist kan worden of dat sprake kan zijn van onderrapportage. Het optreden van delier is geassocieerd met een direct gecompliceerd postoperatief beloop, verlengde ziekenhuisopname, hogere kosten, persisterende functionele achteruitgang en een toegenomen postoperatieve sterfte. Kennis van de presentatie van het perioperatief delier en de diagnostische criteria draagt bij tot een snellere diagnose en een betere behandeling.

Mammacarcinoom is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Chirurgie in dit kader wordt in de postoperatieve fase vaak gecompliceerd door pijn en misselijkheid en dit leidt tot meer ongeplande opnames. Het toepassen van een locoregionale techniek naast algehele anesthesie zou gunstige effecten kunnen hebben op postoperatieve pijn, opioïdbehoefte en daarmee samenhangende bijwerkingen, op de opnameduur en op de kans op het ontwikkelen van chronische pijn. Het PECS-blok is een relatief nieuwe, laagcomplexe echogeleide locoregionale techniek, waarmee analgesie van het borst- en okselgebied wordt verkregen. Hoewel het aantal studies nog gering is, zijn de resultaten met betrekking tot de analgesie en eerder genoemde postoperatieve complicaties veelbelovend. Meer data op dit gebied zullen op relatief korte termijn volgen uit de reeds gestarte trials.

De dosis die nodig is om adequate analgesie te verkrijgen varieert individueel. Suboptimale analgesie en het optreden van bijwerkingen zijn vanuit ethisch oogpunt zeer ongewenst. De gebruikte doseringen worden nu nog gebaseerd op een ‘trial and error’-benadering, maar idealiter zouden patiëntkenmerken het uitgangspunt moeten zijn (gepersonaliseerde benadering). De interindividuele verschillen kunnen deels verklaard worden door variatie in de erfelijke aanleg voor enzymen die medicatie afbreken, en deels door variatie in de receptoren waarop de medicatie aangrijpt. Onderzoek naar variaties binnen de genen die coderen voor deze enzymen en receptoren heeft veel duidelijkheid gegeven over de variabiliteit in de respons op pijnstillers. Toch is in de klinische praktijk de toepasbaarheid van DNA-analyse om pijnmedicatie te personaliseren nog minimaal.

Bij een kind met een neurologische ziekte is het belangrijk om in aanloop naar een operatieve ingreep te anticiperen op te verwachten functionele bijzonderheden (denk aan luchtwegmanagement, hoestreflex en nuchter zijn) en op medicamenteuze vraagstukken zoals het vervangen van anti-epileptica. In veel gevallen zal een kinder-IC nodig zijn voor voldoende monitoring postoperatief. Een kind met schedel-hersenletsel zal primair op de kinder-IC worden verzorgd, waar neurocritical care steeds verder vorm krijgt.

Vrijwel alle Nederlandse ziekenhuizen hebben afgelopen tien jaar een spoedinterventiesysteem (SIS) geïmplementeerd om de

Diana Delnoij is wetenschapp er en beleidsmaker. Ze speelt al sinds het ontstaan een hoofdrol in het kwaliteitsprogramma van het Zorginstituut Nederland. Dit programma – bekend als ‘het kwaliteitsinstituut’ – heeft zich tot doel gesteld de kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg te verbeteren, onder andere door betrokken partijen in de zorg te helpen bij kwaliteitsvraagstukken, en patiënten toegang te geven tot informatie over de kwaliteit van geleverde zorg.