A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
‘Critical events’ tijdens kinderanesthesie: de APRICOT-studie | Tranexaminezuur bij patiënten voor CABG | Pregabaline voor acute en chronische ‘sciatica’

Anesthesiologen en intensivisten hebben geregeld te maken met acute bloedingen. Hierbij is steeds vaker een rol weggelegd voor de interventieradioloog. In veel gevallen is een selectieve embolisatie mogelijk en kan zo op minimaal invasieve wijze controle over de bloeding worden verkregen. Technisch is in veel gevallen een geslaagde embolisatie haalbaar met een relatief laag complicatierisico.

Kwaliteit en daarbij veiligheid in de zorg zijn belangrijke aspecten in de huidige tijd. De zorg moet o.a. doeltreffend, doelmatig, patiëntgericht, tijdig, veilig, toegankelijk en transparant zijn. Om dit te bereiken dient de kwaliteit continu via indicatoren gemonitord en waar mogelijk verbeterd te worden via een cyclisch proces: het werk is nooit af. Bij calamiteiten, waarbij de kwaliteit van zorg per definitie in het geding is, wordt van de zorginstelling een onafhankelijk onderzoek verwacht. Een van de manieren waarop dit uitgevoerd kan worden is Tripod Beta. Aan de hand van een casus wordt deze methode toegelicht en wordt getoond hoe een dergelijke analyse tot verbetermaatregelen kan leiden.

Voordat een patiënt de operatiekamer ingereden kan worden, is veel overleg en informatie-uitwisseling nodig. Dit moet efficiënt verlopen, waarbij volledige samenwerking en coördinatie van alle betrokken disciplines is gewaarborgd. De impact van de implementatie van multidisciplinaire teams in de preoperatieve fase van de operatiekamerplanning, gemeten in efficiency, is dan ook groot. Multidisciplinaire teams zijn een essentieel onderdeel van de perioperatieve processen voordat patiënten het ziekenhuis binnenkomen voor hun behandeling, omdat zij garanderen dat de patiënten de beste voorbereiding in de preoperatieve fase krijgen zonder onnodige vertragingen en verstoringen tijdens de interventie; ook worden zoveel mogelijk onzekerheden en variabiliteit vooraf weggehaald. Voorts neemt de kwaliteit van de behandeling toe en hebben de werknemers minder stress door verstoringen, waardoor hun focus op de patiënt verbetert.

Er is een groot aantal ontwikkelingen gaande in de gezondheidszorg. Het aantal patiënten met kanker stijgt jaarlijks met 4%, de bevolking vergrijst en er komen meer mensen met chronische aandoeningen en multimorbiditeit. Het kennisniveau van patiënten gaat omhoog. Door de beschikbaarheid van informatie zijn patiënten goed op de hoogte van mogelijkheden in diagnostiek, therapieën en zorg bij heel veel aandoeningen. Er is geen financiële groei meer mogelijk. Is het mogelijk om bij deze ontwikkelingen gezondheid en kwaliteit van anesthesiologische zorg te bevorderen? Een interview met Marcel Schenkels, voorzitter van de Commissie Kwaliteit van de NVA.

In de pancreaschirurgie is de laatste jaren op meerdere terreinen vooruitgang geboekt. Minimaal invasieve technieken hebben hun intrede gedaan bij resecties. Zowel voor pancreasstaartresecties als voor pancreatoduodenectomieën (whipple-operaties) werden hiervoor succesvolle landelijke trainingsprogramma’s opgezet. De toegevoegde waarde van de minimaal invasieve technieken (laparoscopie en robot-geassisteerd) wordt momenteel in gerandomiseerde trials onderzocht. Voor het lokale irresectabele pancreascarcinoom zijn er nieuwe behandelingsmodaliteiten die momenteel worden onderzocht. Dit betreft de nieuwe combinatiechemotherapeutica Folfirinox, radiofrequente ablatie, irreversibele elektroporatie en stereotactische radiotherapie. In sommige gevallen ontstaat door Folfirinox een down-staging waardoor alsnog een resectie mogelijk is. Wat betreft perioperatieve pijnbestrijding lijkt continue wondinfiltratie met lokale anesthetica een volwaardige aanvulling op het bestaande arsenaal. In een gerandomiseerde trial bleek deze vorm van pijnbestrijding niet onder te doen voor thoracale epidurale analgesie bij patiënten die open-pancreas- of hepatobiliaire chirurgie ondergingen.