A&I

Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde

Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de ABIC. Aanvragen die door ABIC worden geaccrediteerd krijgen de categorie ‘Nascholing Intensive Care’. De nascholingen met deze categorie tellen mee voor zowel het basisspecialisme (NVA, NIV, NVVC, NVvH, NVN en NVALT) als het aandachtsgebied Intensive Care.  

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van A&I?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van A&I

Gesorteerd op nieuw - oud
Behandeling van complexe wonden in het brandwondencentrum Lees meer over Behandeling van complexe wonden in het brandwondencentrum Behandeling van complexe wonden in het brandwondencentrum
In bouw, inrichting en personele bezetting zijn brandwondencentra ingericht voor de behandeling van (uitgebreide) brandwonden. Andere huidlaesies zoals stevens-johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse en fasciitis necroticans stellen dezelfde eisen aan behandelomgeving en behandelteam. Wereldwijd worden patiënten met deze aandoeningen verwezen naar brandwondencentra. Twee patiënten met bovengenoemde ziektebeelden laten zien waarom dit een toegevoegde waarde heeft.
Nieuws Lees meer over Nieuws Nieuws
Perioperatieve i.v. ijzersuppletie verbetert de outcome na abdominale chirurgie | Vervolgonderzoek naar de nadelige effecten van anesthesie op de ontwikkeling van jonge hersenen
Bloeddrukregulatie bij acute neurologische aandoeningen Lees meer over Bloeddrukregulatie bij acute neurologische aandoeningen Bloeddrukregulatie bij acute neurologische aandoeningen
Hypertensie en hypotensie dragen bij aan het ontstaan van secundaire cerebrale schade in de acute fase bij patiënten met een neurologische aandoening. Ernstige hypertensie kan zorgen voor het ontstaan van nieuwe, of progressie van bestaande intracraniële bloedingen. Anderzijds is hypertensie in de acute fase vaak een compensatiemechanisme bij tekortschietende cerebrale autoregulatie en kan actieve bloeddrukverlaging ook nadelige gevolgen hebben. Ook hypotensie kan secundaire schade induceren, met name door hypoperfusie van gebieden met een gestoorde autoregulatie. In dit artikel geven we voor de belangrijkste intracraniële aandoeningen een samenvatting van de richtlijnen en de recente literatuur ten aanzien van bloeddrukmonitoring en regulatie in de acute fase.
Monitoren van anesthesiediepte ter preventie van awareness Lees meer over Monitoren van anesthesiediepte ter preventie van awareness Monitoren van anesthesiediepte ter preventie van awareness
Awareness gevolgd door ernstige psychische klachten is een relatief weinig voorkomende maar ernstige complicatie na algehele anesthesie. Idealiter zou men ter preventie hiervan continu de anesthesiediepte moeten bewaken, mits daarvoor een geschikte methode voorhanden is. De BIS-monitor gebruikt het frontale EEG-signaal en een algoritme om dit om te zetten in de BIS-index. Geadviseerd wordt om peroperatief te streven naar een BIS-index tussen de 40 en de 60. Om gebruik te maken van deze monitor dient men zich bewust te zijn van de totstandkoming van de BIS-index en van de anesthetica en omgevingsfactoren die het EEG beïnvloeden. Uit onderzoek is gebleken dat BIS-monitoring met name van toegevoegde waarde is bij patiënten met een verhoogd risico op awareness en bij totale intraveneuze anesthesie.
Naaldbreuk, wat is het punt? Lees meer over Naaldbreuk, wat is het punt? Naaldbreuk, wat is het punt?
Spinaalnaaldbreuk is een zelden voorkomende, maar vervelende complicatie in het perioperatieve proces. De naald kan worden vervormd en/of breken door beschadiging of verzwakking van het materiaal. De kans hierop neemt toe naarmate er meer weerstand is en bij gebruik van een dunnere naald. Een soepele procedure maakt het risico op een spinaalnaaldbreuk klein, en kan o.a. worden bereikt door aandacht voor de anatomie en positionering van de patiënt, correcte techniek en het juiste materiaal. Blijven er toch naaldresten in de patiënt achter, dan is het noodzakelijk de neurologische status te objectiveren alvorens een plan te maken de resten operatief te verwijderen. Als de patiënt geen symptomen vertoont kan de oorspronkelijke operatie meestal gewoon doorgang vinden en indien de naaldrest snel verwijderd wordt, is de prognose gunstig.
Echografische bepaling van maaginhoud en volume Lees meer over Echografische bepaling van maaginhoud en volume Echografische bepaling van maaginhoud en volume
Aspiratie van maaginhoud in de perioperatieve periode is een zeldzame maar ernstige complicatie die gepaard gaat met een hoge morbiditeit. Het is de meest voorkomende oorzaak van anesthesiegerelateerde mortaliteit. Een niet-lege maag is een van de hoofdoorzaken van aspiratie. Door een gestandaardiseerd echografisch onderzoek van het antrum van de maag kan de maaginhoud bepaald worden: leeg, helder vocht, vast voedsel of viskeuze vloeistof. Met behulp van een gevalideerd wiskundig model kan ook de hoeveelheid maagvocht bepaald worden. Maagscanning is een gevalideerde, betrouwbare en gemakkelijk aan te leren techniek. Per patiënt kan het individueel aspiratierisico worden beoordeeld en het anesthesiebeleid worden aangepast.