A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
De ontwikkeling van een medisch-specialistische richtlijn is een omvangrijk proces dat doorlopen wordt door een richtlijnwerkgroep die op meerdere momenten afstemt met veldpartijen. De richtlijnwerkgroep formuleert aanbevelingen die gebaseerd zijn op een systematische literatuuranalyse en op overwegingen vanuit de praktijk. Deze richtlijnen worden gepubliceerd op de Richtlijnendatabase (www.richtlijnendatabase.nl). Het primaire doel van de Richtlijnendatabase is om alle richtlijnen in het medisch-specialistisch domein op één locatie te ontsluiten, onderlinge dwarsverbanden aan te geven, aanverwante producten te koppelen en modulair onderhoud mogelijk te maken. In de database wordt per module de uitgangsvraag met aanbeveling(en) getoond. Onderbouwing, overwegingen en verantwoording zijn op verdere tabbladen vindbaar. Dankzij deze opbouw kunnen zorgverleners sneller informatie vinden. Daarnaast biedt de modulaire structuur mogelijkheden om het richtlijnontwikkelproces efficiënter te maken. Dit jaar wordt door de Federatie Medisch Specialisten gestart met een project om een stabiel en duurzaam proces ten aanzien van richtlijnonderhoud in te richten.

Achtergrond | Laboratoriumbepalingen om het antistollingseffect te meten | Beleid bij electieve chirurgie | Beleid bij bloedingen | Spoedchirurgie | Neuraxisblokkade

Ten behoeve van de individualisering van de (duur van de) opleiding worden medische vervolgopleidingen herzien van ‘timebased’ naar ‘activity-based’: niet een vaste tijd is bepalend voor de lengte van de opleiding, maar de snelheid waarmee een aios de benodigde beroepsactiviteiten en competenties verwerft. Ervaren opleiders en aios hebben in het opleidingsplan de beroepsactiviteiten en benodigde competenties vertaald naar Entrustable Professional Activities (EPA’s). EPA’s zijn de dagelijkse beroepsactiviteiten van de specialist die de bouwblokken van de opleiding vormen. De EPA’s en daarbij behorende bekwaamverklaringen helpen opleiders bij het vooraf en tussentijds vaststellen van wat een specialist in opleiding al kan en welke mate van supervisie nodig is. Door de opleiding zo op te delen in afzonderlijk te beoordelen eenheden, kunnen aios per EPA bekwaam verklaard worden. Als de aios bekwaamverklaringen heeft voor alle EPA’s én alle opleidingsonderdelen heeft gehaald, mag hij zich specialist noemen. Ook voor de opleiding anesthesiologie zijn EPA’s in ontwikkeling.

Anesthesie-gerelateerde mortaliteit en morbiditeit zijn sinds de eerste rapportages van patiënten die in de perioperatieve periode overleden sterk gedaald door de toename van veiligheidsprocedures in het perioperatieve proces. De incidentie van anesthesie-gerelateerde mortaliteit en morbiditeitis lastig te bepalen. Geschat wordt dat anesthesie-gerelateerde mortaliteit tussen 1970 en 1990-2000 met een factor 10 is afgenomen; de incidentie van ernstige anesthesie-gerelateerde morbiditeit ligt tussen de 15-1872 per miljoen anesthesiologische procedures. Anesthesie-gerelateerde mortaliteit wordt veroorzaakt door respiratoire complicaties, luchtwegproblematiek, hemodynamische instabiliteit, overdosering en bijwerkingen van anesthetica; menselijke fouten dragen voor 68% bij, waarbij communicatie en apparatuur een belangrijke rol spelen. Om de anesthesiologische zorg verder te verbeteren, dient de anesthesiologische ketenzorg geoptimaliseerd te worden door maatwerk en precision and personalized care. Om menselijk falen terug te dringen zijn crew resource management en simulatietrainingen van belang.

Patiënten met acuut respiratoir falen in een spoedeisende situatie hebben een hoge ziekenhuismortaliteit. Deze patiënten zijn in principe nooit nuchter en hebben dus een verhoogd aspiratierisico. Bij een verhoogd aspiratierisico is een Rapid Sequence Induction (RSI) de gebruikelijke inductiemethode. Er is geen bewijs voor een verlaagde incidentie van aspiratie na een RSI. Hoewel er geen bewezen voordeel is van de RSI zijn er mogelijk wel nadelen. In dit artikel zetten we de overwegingen voor verschillende inductie methoden op de IC op een rij.

Agressie binnen de gezondheidszorg neemt toe in frequentie en ernst. De oorzaken lopen uiteen. Enkele voorbeelden zijn drugs, (sociale) media, verharding van de maatschappij en wellicht de verandering van het politieke klimaat. Het is echter altijd zaak het personeel, andere aanwezigen en de patiënt te beschermen. Het (medisch) handelen dient adequaat en gestructureerd uitgevoerd te worden, bij voorkeur volgens protocollering met noodzakelijke stroomschema’s en/of stappenplannen. Daarnaast dienen er op voorhand goede afspraken met de beveiliging en de politie te worden gemaakt. Juridische inbedding vindt bij voorkeur plaats met een (ziekenhuis)jurist. De preventie en nazorg bij agressie dient in een zorginstelling voldoende geborgd te zijn en komt bij voorkeur tot stand in samenspraak met een peer-supportwerkgroep en overige professionals die met dit onderwerp belast zijn.