A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de ABIC. Aanvragen die door ABIC worden geaccrediteerd krijgen de categorie ‘Nascholing Intensive Care’. De nascholingen met deze categorie tellen mee voor zowel het basisspecialisme (NVA, NIV, NVVC, NVvH, NVN en NVALT) als het aandachtsgebied Intensive Care.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
In de afgelopen zestig jaar hebben beeldvormende technieken hun intrede op de operatiekamer gedaan. Sindsdien heeft er een sterke ontwikkeling van analoog naar digitaal en van eenvoudige tweedimensionale beeldversterkers naar gemotoriseerde C-bogen plaatsgevonden. Het resultaat is een steeds toenemende kwaliteit van de beeldvorming. De laatste jaren is de hybride kamer in opkomst. Hierbij zijn geavanceerde beeldvormende technieken geïntegreerd in een conventionele operatiekamer. Daardoor ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor de behandeling van patiënten, wordt de samenwerking tussen specialismen verdiept en kan de ontwikkeling van nieuwe technieken worden gestimuleerd. Ter illustratie wordt een casus gepresenteerd waarbij het gebruik van een hybride kamer mogelijk voordelen zou hebben gehad.

Pieter Roel Tuinman is internist-intensivist, plaatsvervangend opleider en klinisch epidemioloog in het Amsterdam UMC, locatie VUmc. Naast de opleiding is zijn belangrijkste speerpunt de toepassing van echografie aan het bed door intensivisten, fellows en arts-assistenten. Hij is medeorganisator van de ICARUS-cursus en doet onderzoek naar de waarde van echografie op de Intensive Care in de praktijk. Al met al dus een bijzonder geschikte kandidaat voor het interview in dit nummer van A&I, dat als thema beeldvorming heeft.

Op 1 mei 1995 werd de traumahelikopter in Nederland geïntroduceerd. Het uitgangspunt van deze ‘Helicopter Emergency Medical Service’ (HEMS) is nog steeds om een Mobiel Medisch Team zo snel mogelijk naar de plaats van het incident te brengen om behandeling of stabilisatie van het slachtoffer zo vroeg mogelijk in de prehospitale fase te laten aanvangen.

Aandacht voor de kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg binnen ziekenhuizen is niet alleen van belang voor de zorg onder normale omstandigheden, maar ook voor de zorg onder de abnormale omstandigheden van een ‘mass casualty incident’. De nadruk van dit artikel ligt op de psychosociale ondersteuning en zorg voor getroffenen van een terroristische aanslag. Er wordt ingegaan op verschillende typen getroffenen, hun mogelijke behoeften en (psychische) problemen en de voornaamste principes uit de multidisciplinaire richtlijn Psychosociale hulp bij rampen en crises. Deze richtlijn is door overheden, zorg- en dienstverleners en experts ontwikkeld, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Medische professionals in ziekenhuizen zijn vooral in de eerste uren en dagen na een aanslag betrokken bij de dienstverlening aan getroffenen. Het is een chaotische periode – met gebrekkige informatie over de toestand van (ernstig) gewonden, grote onzekerheid en bezorgdheid onder families en dierbaren, en maatschappelijke aandacht – die iets extra’s vraagt van zorgverleners en de ziekenhuisorganisatie.

Sommige anesthesiologen zullen tijdens hun loopbaan betrokken raken bij de opvang van slachtoffers van een ramp. In dit artikel worden enkele structuren, principes en afspraken besproken die gelden onder dergelijke omstandigheden. Tevens komen de verschillende nationale en internationale opleidingen aan bod die men kan volgen om beter voorbereid te zijn op een eventuele ramp in of vlakbij het eigen ziekenhuis. Ten slotte wordt erop gewezen dat de wetenschappelijke onderbouwing van wat goed en fout is in de rampengeneeskunde nog erg smal is.

De laatste tientallen jaren is de overleving van ernstig verbrande patiënten sterk verbeterd dankzij de ontwikkeling van gecentraliseerde brandwondenzorg, verbeterde resuscitatie, infectiepreventie, toediening van energie- en eiwitrijke voeding en vroege sluiting van de brandwonden. Grote brandwonden leiden tot lokale en systemische effecten met vasodilatatie, capillaire lekkage van vocht en eiwitten en een chronische hypermetabole respons. Veel voorkomende complicaties zijn overresuscitatie, infecties en orgaanfalen. De aanwezigheid van inhalatieletsel is van invloed op de morbiditeit en mortaliteit.