A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de ABIC. Aanvragen die door ABIC worden geaccrediteerd krijgen de categorie ‘Nascholing Intensive Care’. De nascholingen met deze categorie tellen mee voor zowel het basisspecialisme (NVA, NIV, NVVC, NVvH, NVN en NVALT) als het aandachtsgebied Intensive Care.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Pijnbestrijding bij laparoscopische darmchirurgie kan op verschillende manieren worden bereikt. Er zijn enkele doelen die men in het oog moet houden. Een passende methode van pijnbestrijding is het intrathecaal toedienen van morfine. Doordat dit hydrofiel is en selectieve spinale analgesie geeft, leidt dit tot een 24 uur durende pijnstilling zonder dat motorische, sensibele of sympathische zenuwvezels worden geblokkeerd. Omdat er bijwerkingen zijn zoals jeuk, misselijkheid, urineretentie en late respiratoire depressie, dienen voorzorgsmaatregelen te worden getroffen. Daarmee blijkt intrathecale morfine beter pijnstillend te werken dan PCA-opiaten. Ook is de ‘kwaliteit van herstel’ hoger voor patiënten. Deze methode van pijnbestrijding zou toepasbaar kunnen zijn voor laparoscopische chirurgie in de Nederlandse praktijk.

In de intraoperatieve beeldvorming valt het begrip hybride operatiekamer tegenwoordig niet meer weg te denken. Innovatieve ontwikkelingen in de beeldvormingstechnieken hebben gezorgd voor een grote verandering in en uitbreiding van de mogelijkheden voor beeldvorming, en tot de acceptatie van de hybride OK als een specifieke omgeving voor peroperatieve beeldvorming. Keuzes voor de bouw en inrichting van deze OK’s vragen om een kritische beschouwing van de gewenste mogelijkheden, de potentiële toekomstige gebruikers en beschikbare middelen. In dit artikel wordt op al deze aspecten ingegaan. Daarnaast worden per specialisme voorbeelden gegeven van specifiek gebruik van een hybride OK-omgeving.

Sinds de publicatie van Forero et al. in 2016 is het erector spinae plane-blok (ESPB) een steeds populairder wordende techniek in de locoregionale anesthesie. Het ESPB is een ‘plane-blok’; dat wil zeggen dat een lokaal anestheticum wordt toegediend tussen twee fasciebladen. Dit blok kan op cervicaal, op thoracaal en op lumbaal niveau geprikt worden, afhankelijk van de indicatie. De eerste succesvolle toepassing is beschreven bij neuropathische thoracale pijnklachten. Inmiddels wordt het ESPB ook met goed resultaat toegepast bij onder andere borstchirurgie, ribfracturen, thoraxchirurgie en abdominale chirurgie. Door het plaatsen van een perifere zenuwkatheter kan langdurige pijnstilling bereikt worden. Het is een laagcomplexe echogeleide techniek, die minder risicovol is ten opzichte van de veelgebruikte epidurale en paravertebrale anesthesie. Omdat de injectieplaats verder van het neuraxium en de centraal gelegen vaatstructuren gelegen is, is er minder kans op intravasculaire injectie of bloedingscomplicaties.

Bij preparaten met gereguleerde afgifte (MGA) kan de snelheid van opname afhankelijk zijn van voedsel en van middelen die de maaglediging beïnvloeden. Het klinisch beloop van MGAintoxicaties kan anders zijn dan men verwacht.

De thoraxfoto is het meest aangevraagde onderzoek op de afdeling radiologie en een hoeksteen voor diagnostiek en monitoring. Voor de anesthesioloog en intensivist is de thoraxfoto essentieel voor de detectie van malpositie van tubes en lijnen, postoperatieve complicaties en het controleren van de cardiopulmonale status. In dit artikel geven wij een kort overzicht van de systematische beoordeling van een thoraxfoto en veel voorkomende radiologische diagnoses/afwijkingen.

De overgrote meerderheid van patiënten met colorectale peritoneale metastasen komt niet in aanmerking voor een curatieve behandeling met cytoreductieve resectie (CRS) en hypertherme intraperitoneale chemotherapie (HIPEC), frequent door te uitgebreide peritoneale metastasen. Deze patiënten worden met palliatieve systemische therapie behandeld, wat relatief ineffectief lijkt voor peritoneale metastasen in vergelijking met leverof longmetastasen. De nieuwe techniek pressurized intraperitoneal aerosol chemotherapy (PIPAC) is een behandeling die de effectiviteit tegen colorectale peritoneale metastasen kan vergroten en/of de systemische toxiciteit kan verminderen. PIPAC gebruikt de druk van de CO2-insufflatie tijdens laparoscopie en het gas als carrier voor vernevelde chemotherapie. Hierbij wordt de chemotherapie lokaal de peritoneale metastasen ingeperst. Er treedt hierbij vrijwel geen systemische opname plaats van het chemotherapeuticum en patiënten verdragen deze procedure goed. Tijdens PIPAC bestaat er een (kleine) kans op lekkage van het aerosol langs trocaropeningen of dysfunctionele aansluitingen. Daarom verlaat het operatiepersoneel de operatiekamer uit voorzorg tijdens de aerosolformatie. De patiënt wordt gemonitord buiten de operatiekamer met behulp van een camera gericht op de patiënt en een slave-monitor van de vitale parameters. Voor het eventueel toedienen van (nood)medicatie wordt een verlengde infuuspomp naar buiten geleid.