AccreDidact Doktersassistent

Praktijkgerichte nascholing voor de doktersassistent

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van AccreDidact Doktersassistent?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van AccreDidact Doktersassistent

Gesorteerd op nieuw - oud
Moeders en pasgeboren kinderen Lees meer over Moeders en pasgeboren kinderen Moeders en pasgeboren kinderen
Hoewel het aandeel van verloskundig actieve huisartsen sterk is afgenomen, blijft de huisartsenpraktijk een belangrijk eerste aanspreekpunt in de periode na de bevalling. Vragen en klachten van moeders of over hun pasgeboren kind komen regelmatig binnen, vaak via de doktersassistent. Deze nascholing richt zich op actuele en veelvoorkomende klachten in de postpartumperiode. U leert hoe u als doktersassistent adequaat kunt inspelen op de hulpvragen die zich voordoen bij moeder en kind in de eerste weken na de geboorte. Actuele kennis is essentieel om juiste triage, geruststelling of doorverwijzing te bieden, en zo patiëntgerichte zorg te leveren. De e-learning biedt praktische handvatten voor het signaleren en inschatten van mogelijke klachten en helpt u om beter voorbereid te zijn op deze vaak kwetsbare periode voor moeder en kind.
Post-intensive care syndroom Lees meer over Post-intensive care syndroom Post-intensive care syndroom
Door wetenschappelijke en technologische vooruitgang overleven steeds meer patiënten een opname op de intensivecareafdeling (IC). Toch houdt een deel van hen langdurige klachten over, als gevolg van de ziekte, behandeling of IC-verblijf. Dit geheel aan klachten staat bekend als het post-intensive care syndroom (PICS). PICS omvat fysieke, psychische en cognitieve problemen die zich vaak pas na ontslag openbaren en maanden tot jaren kunnen aanhouden. De herkenning en begeleiding van deze klachten begint vaak in de huisartsenpraktijk. Doktersassistenten spelen hierin een cruciale rol. Vroegsignalering is essentieel om passende zorg op tijd in gang te zetten. In deze nascholing leert u wat PICS is, welke klachten kunnen optreden en hoe u deze kunt herkennen. Er wordt stilgestaan bij de rol van de doktersassistent in de nazorg van IC-patiënten, mede aan de hand van de (in ontwikkeling zijnde) richtlijn ‘IC-nazorg’. Ook het werk van de stichting Family and patient Centered Intensive Care (FCIC) wordt besproken. De e-learning biedt praktische handvatten voor het signaleren en ondersteunen van (ex-)IC-patiënten met PICS in de dagelijkse praktijk.
Bacteriële huidinfecties Lees meer over Bacteriële huidinfecties Bacteriële huidinfecties
Per 1.000 patiënten ziet de huisarts jaarlijks circa 50 mensen met een bacteriële huidinfectie. Dit maakt het een veelvoorkomende klacht in de praktijk, die meestal goed behandelbaar is. De NHG-Standaard biedt duidelijke handvatten, waarmee de huisarts het merendeel van deze infecties zelfstandig kan behandelen. Dit verloopt doorgaans vlot en effectief, wat het tot dankbaar werk maakt. In deze nascholing bespreken we de meest voorkomende bacteriële huidinfecties die binnen de huisartsenpraktijk worden behandeld, waaronder impetigo (‘krentenbaard’). We gaan in op vragen rondom lokale versus orale therapie, keuze en duur van antibioticagebruik, en actuele adviezen over antimicrobiële middelen. Daarbij is er aandacht voor verantwoord voorschrijven en de groeiende resistentieproblematiek. Blok A behandelt de achtergrond en classificatie van bacteriële huidinfecties. Blok B richt zich op diagnostiek, behandeling en praktische afwegingen, waaronder het herkennen van situaties waarin orale therapie of specialistische zorg nodig is. Deze e-learning biedt praktische inzichten om bacteriële huidinfecties doeltreffend te herkennen en behandelen binnen de richtlijnen, met oog voor effectiviteit én antibioticastewardship.
Mensen met verward gedrag Lees meer over Mensen met verward gedrag Mensen met verward gedrag
Als doktersassistente kom je soms in contact met mensen die zich vreemd of verward gedragen. Denk aan een patiënte die vertelt dat de buren haar vergiftigen, een dochter die haar vader niet kan uitleggen dat hij thuis is, of een wijkagent die belt over iemand met een verstandelijke beperking in verwarde toestand. Ook verzorgenden melden geregeld cliënten met onbegrepen gedrag. Soms is het meteen duidelijk dat er iets mis is, maar het kan ook pas later opvallen. In deze nascholing leer je wat verward gedrag inhoudt, wie hiermee te maken kunnen hebben en welke oorzaken eraan ten grondslag kunnen liggen. Blok A gaat in op het herkennen van verward gedrag en de mogelijke achtergronden. Blok B behandelt hoe je hiermee kunt omgaan en hoe de zorg en wetgeving rondom mensen met onbegrepen gedrag in Nederland is georganiseerd. De e-learning biedt praktische handvatten om in je dagelijkse werk adequaat te reageren op onbegrepen gedrag en passende zorg in gang te zetten.
Zwangerschap Lees meer over Zwangerschap Zwangerschap
Hoewel het aandeel van verloskundig actieve huisartsen sterk is afgenomen, blijft de huisartsenpraktijk een belangrijk eerste aanspreekpunt voor (zwangere) vrouwen. Zij nemen regelmatig contact op met vragen of klachten die voor hen niet direct als zwangerschapsgebonden worden herkend, of met zorgen in de periode na de bevalling. In deze nascholing staat de rol van de doktersassistent centraal bij het herkennen en beoordelen van veelvoorkomende zwangerschapsgerelateerde klachten. Denk aan vragen over lichamelijke veranderingen, onduidelijke symptomen of klachten die wél samenhangen met de zwangerschap, zoals urineweginfecties. Ook in de postpartumperiode is uw kennis van groot belang om passende adviezen te geven en adequaat te kunnen triëren. De e-learning biedt praktische handvatten voor het omgaan met klachten tijdens en na de zwangerschap, en helpt u als doktersassistent om patiëntgerichte zorg te bieden op basis van actuele kennis.
Patiëntgericht communiceren Lees meer over Patiëntgericht communiceren Patiëntgericht communiceren
Goede zorg begint bij een goed gesprek – en dat begint vaak bij de doktersassistente: aan de telefoon, de balie of op de praktijk. In deze e-learning leer je hoe je jouw communicatie patiëntgericht kunt verbeteren: afgestemd op de behoeften, gevoelens en context van de patiënt, zónder jezelf te verliezen. De nascholing is opgebouwd uit twee blokken: BLOK A (telefonisch contact) en BLOK B (face-to-facecontact). Omdat bij bellen veel non-verbale signalen ontbreken, vraagt dat andere vaardigheden dan een gesprek op de praktijk. Beide blokken bieden praktische tips, herkenbare voorbeelden en reflectie op je eigen communicatiestijl. Patiëntgericht communiceren is een bewezen effectieve methode, internationaal wijdverbreid. Het draait om écht luisteren, samen beslissen en je communicatie afstemmen op de unieke situatie van de patiënt. Vaak doe je dit al intuïtief, maar met gerichte training wordt je effectiever – en neemt je werkplezier toe. De ‘juiste’ techniek bestaat niet; wat telt is je oprechte, empathische houding. Wat je zegt en hoe je het zegt, heeft invloed op de reactie van de ander. Deze nascholing helpt je die interactie bewust vorm te geven – voor betere zorg én betere gesprekken.