Quintesse
Praktische nascholing voor bedrijfsartsen en verzekeringsartsen
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Quintesse?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Quintesse
Gesorteerd op nieuw - oud
Door de hoge prevalentie, kosten en de invloed op het functioneren van de (werkende) mens is lage rugpijn (LRP) een groot probleem in onze samenleving. Fysieke risicofactoren (zoals tillen, duwen, trekken en ongunstige houdingen) worden als belangrijke oorzaken van LRP gezien. De literatuur omtrent deze relaties is echter inconsistent, waardoor we het ontstaan van LRP onvoldoende begrijpen. Door mechanische rugbelasting (zoals krachten of momenten op de rug) te meten, kunnen we meer te weten komen over ontstaansmechanismen van LRP. De mechanische belasting heeft namelijk een directe relatie met weefselschade en daardoor met LRP. Voor een mechanische analyse is het van belang om een goed begrip te hebben van de structuur van de rug. Dit artikel bespreekt daarom de functionele anatomie en de mechanische eigenschappen van de wervelkolom. Ook leggen we uit hoe een realistische schatting van mechanische rugbelasting kan worden gemaakt en lichten we toe hoe mechanische rugbelasting kan leiden tot LRP.

Meer dan de helft van de verzuimende werknemers in Nederland is van mening dat het werk hoofdzakelijk of mede de oorzaak is van de lage rugklachten. Er bestaat een instrument waarmee de bedrijfs- en verzekeringsarts de mate van werkgerelateerdheid van aspecifieke lage rugklachten zo goed mogelijk kan inschatten. Dit gebeurt op basis van de leeftijd van de werknemer en de blootstelling aan tillen en dragen, buigen en/of draaien van de romp en lichaamstrillingen. Het instrument is gebaseerd op een meta-analyse van klinische studies en nationale en internationale expertbijeenkomsten en maakt deel uit van de beroepsziekteregistratierichtlijn voor aspecifieke lage rugklachten van het NCvB en van de NVAB-richtlijn ‘Handelen van de bedrijfsarts bij werknemers met rugklachten’. Doordat het instrument inzicht biedt in welke mate van blootstelling risicovol is voor deze klachten, is het ook nuttig als insteek voor de evaluatie van de werking van preventieve maatregelen.

Rugklachten zijn vaak aspecifiek. Het diagnostisch proces is relatief eenvoudig. Bij de meeste patiënten is de anamnese al voldoende om de diagnose te kunnen stellen. Lichamelijk onderzoek is dan ook niet direct aangewezen, hoewel het verwachtingspatroon bij patiënten soms anders kan liggen. Voor een goede dokter-patiëntrelatie kan daarom een lichamelijk onderzoek nuttig zijn. De meeste rugklachten zijn self-limiting. Door voldoende te bewegen en met een laag niveau van pijnmedicatie is het grootste gedeelte van de patiënten binnen twee weken hersteld. Een beperkte groep patiënten zal moeten worden verwezen naar de fysiotherapeut en voor een kleine restgroep is beeldvormende diagnostiek noodzakelijk. Hiermee kan worden beoordeeld of toch sprake is van specifieke rugklachten. Op grond daarvan kan ook een verwijzing naar de orthopedisch chirurg worden overwogen. De prognose van lage rugklachten is afhankelijk van verschillende factoren. Zij zijn van invloed op herstel en werkhervatting. De begeleiding is vooral gericht op het activeren en tijdcontingent re-integreren, waardoor somatische fixatie wordt voorkomen. Er bestaan verder mythen rond lage rugklachten die in dit artikel worden ontzenuwd.

ALR is rugpijn waarvoor geen specifieke lichamelijke oorzaak aanwijsbaar is. In essentie is het een subjectieve pijnbeleving. De verzekeringsgeneeskundige beoordeling van cliënten met aspecifieke lage rugklachten is vaak complex en meestal multicausaal. Psychosociale belemmeringen voor herstel, inclusief eventueel belemmerende factoren in de werksituatie, moeten tijdig en adequaat worden onderkend. Voorkomen moet worden dat acute aspecifieke lage rugklachten chronisch worden, omdat – gelet op de aard van het probleem – ALR idealiter niet bij de verzekeringsarts komt ter beoordeling van de (mate van de) arbeidsongeschiktheid. De praktijk is echter weerbarstiger. Indien een cliënt wel twee jaar verzuimt is er sprake (geweest) van stagnatie van herstel. De subjectieve pijnbeleving en de daarbij behorende persoonlijke en contextuele factoren kunnen uiteindelijk leiden tot het tóch moeten aannemen van enige functionele beperkingen.

Rugklachten komen veel voor; 80% van alle Nederlanders krijgt ooit in zijn leven lage rugklachten. Deze klachten zijn daarmee één van de meest voorkomende oorzaken van gezondheidsproblemen in de Westerse samenleving en leiden tot een enorme medische maar vooral maatschappelijke kostenpost, in de eerste plaats door productieverlies en ziekteverzuim. In 5 tot 10% van de gevallen is er sprake van een specifieke oorzaak voor deze klachten. Belangrijk is een inschatting te kunnen maken of de klachten een aspecifieke of een specifieke oorzaak hebben. Dit heeft uiteraard een sterke invloed op het te volgen medisch
en sociaal medisch beleid. In het artikel wordt een overzicht gegeven van de meest voorkomende specifieke oorzaken voor chronische lage rugklachten, hoe deze met behulp van rode vlaggen te herkennen zijn en tot slot worden aspecifieke lage rugklachten besproken. Het belang van het herkennen van gele en blauwe vlaggen binnen het biopsychosociaal model wordt eveneens gepresenteerd.

Hemianopsie is een veelvoorkomende beperking bij niet-aangeboren hersenletsel. De omvang van de beperkingen bij hemianopsie wordt vaak onderschat. Middels specifieke revalidatie kan worden geleerd de beperkingen van de hemianopsie te compenseren. Gedeeltelijk herstel van functionele mogelijkheden is daarbij mogelijk, maar vaak blijven de beperkingen bestaan.