Quintesse
Praktische nascholing voor bedrijfsartsen en verzekeringsartsen
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Quintesse?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Quintesse
Gesorteerd op nieuw - oud
De prevalentie van hoofdpijn is hoog, er zijn veel soorten hoofdpijn en de ernst varieert van, zoals dat in de volksmond heet, ‘gewone hoofdpijn’, tot hoofdpijn die volgens de WHO gerekend kan worden tot de ‘7th disabler’ (migraine) om nog maar niet te spreken van ‘suicidal headache’ (clusterhoofdpijn).
De International Classification of Headache Disorders (ICHD-3 beta) is bedoeld om iedereen die zich met de zorg van de hoofdpijnpatiënt bezighoudt dezelfde taal te laten spreken. De hoofdpijndiagnostiek heeft zijn eigen systematiek. Het belangrijkste instrument daarbij is de anamnese waarbij de ICDH als handleiding dient te worden gebruikt. Aan de orde komen de drie meest voorkomende primaire hoofdpijnen: spanningshoofdpijn, migraine en clusterhoofdpijn, en de bijhorende therapeutische mogelijkheden. De bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundige ontmoeten veel mensen met hoofdpijn. De inhoud van dit artikel kan hen helpen de zorg voor deze grote en vaak ook moeilijke categorie patiënten te optimaliseren.

De verzekeringsgeneeskundige beoordeling van patiënten met migraine kan lastig zijn. Vooral de onduidelijkheid over de frequentie en de duur van de aanvallen en een realistische inschatting van het verzuim door migraine maken de beoordeling van de belastbaarheid moeilijk. Het vaststellen van beperkingen ten aanzien van arbeid en het eventueel aanpassen van in arbeid gelegen factoren vereist inzicht in oorzaken, verloop van de migraine in het algemeen en bij de individuele patiënt in het bijzonder. Maar hoe stelt u dat zo objectief mogelijk vast? Hoe legt u die beperkingen vast in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en hoe vertaalt u de beperkingen naar eventuele aanpassingen van de arbeidsomstandigheden? Hoe moet de verzekeringsarts omgaan met frequent kortdurend verzuim door migraine? In dit artikel worden aan de hand van een casus – die is ontleend aan de mediprudentie* – enkele thema’s besproken die relevant zijn bij de verzekeringsgeneeskundige beoordeling bij migraine.

Bij onbegrepen chronische hoofdpijnklachten is een goede analyse nodig van de mogelijke oorzaken en de werk- en leefomstandigheden. In deze casus wordt een 30-jarige man gepresenteerd met chronische hoofdpijnklachten. Hij onttrekt zich aan de voorgestelde interventies en er dreigt een vicieuze cirkel te ontstaan met langdurig verzuim. De bedrijfsarts houdt de man een spiegel voor en stelt met behulp van motiverende gespreksvoering samen met hem een plan op om zijn situatie te verbeteren. Dit leidt uiteindelijk tot reductie van klachten en hervatting van werk. De NHG-Standaard Hoofdpijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap biedt een goed houvast voor de bedrijfsarts voor de anamnese en het onderzoek bij hoofdpijnklachten.

De juiste inschatting van het moment dat aanvalcouperende medicatie moet worden genomen – en het opvolgen van alle medicamenteuze voorschriften – is een vorm van zelfmanagement die essentieel is bij migraine. Daarnaast zijn er meer maatregelen die de migrainepatiënt kan nemen om een aanval te verzachten of deze te voorkomen. Hiervoor werden gedragstrainingen ontwikkeld die door de Amerikaanse beroepsvereniging van neurologen worden aanbevolen als aanvullende preventieve behandeling en die ook worden erkend door de Nederlandse Vereniging voor Neurologie.

Obsessief bezig zijn met je uiterlijk kan een psychiatrische ziekte zijn genaamd body dysmorphic disorder (BDD), oftewel ‘stoornis in de lichaamsbeleving’. Patiënten met BDD zijn overmatig bezorgd over bijvoorbeeld een te grote neus, een lelijke huid of een te geringe spiermassa, terwijl anderen geen afwijking of slechts een beperkte afwijking zien. BDD is een ernstige psychiatrische aandoening, maar komt voornamelijk voor op de afdelingen plastische chirurgie, dermatologie en kaakchirurgie en wordt als zodanig vaak niet herkend. Als gevolg van de klachten hebben patiënten met BDD een lage kwaliteit van leven en ervaren zij uitgebreide functionele en beroepsmatige beperkingen. Ruim een derde van patiënten met BDD is werkeloos, wat lijkt samen te hangen met ernstiger symptomen. Omdat voor BDD goede farmacologische en psychotherapeutische behandelingen beschikbaar zijn, is het belangrijk dat de aandoening vroegtijdig wordt herkend en patiënten adequaat worden verwezen.

Een 49-jarige vrouw werd door haar bedrijfsarts verwezen wegens klachten van branderige ogen, wazig zien, soms fotofobie en problemen met lezen. Een multifocale bril hielp onvoldoende; zij kon er niet comfortabel mee zien. Een probleem op de werkplek werd door de bedrijfsarts nagenoeg uitgesloten; collega’s van haar hadden soortgelijke klachten niet. Onderzoek van de oogarts wees uit dat er sprake was van blefaritis/meibomklierdisfunctie. Een directe oorzaak kon niet gevonden worden. Bij aanhouden of niet geheel verdwijnen van de klachten is het raadzaam betrokkene te laten onderzoeken op eventuele allergische componenten. Er werden behandelingsmogelijkheden aangegeven. Aan de bedrijfsarts en aan betrokkene werd vervolgens geadviseerd de adviezen van de oogarts op te volgen en te wachten met het aanmeten van een werkbril tot de klachten van droge ogen waren verdwenen. In het advies werd, gezien de aard van de werkzaamheden, een voorkeur uitgesproken voor een bifocale bril (of look-under bril) boven een multifocale bril.