Quintesse
Praktische nascholing voor bedrijfsartsen en verzekeringsartsen
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Quintesse?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Quintesse
Gesorteerd op nieuw - oud
NAH vormt een groep van aandoeningen die gemeen hebben dat ze gepaard gaan met cognitieve soms progressieve beperkingen die de arbeidsproductiviteit kunnen beïnvloeden. Door goede begeleiding, de juiste aanpassingen van werkplek en functie kan arbeidsongeschiktheid op korte of langere termijn deels worden voorkomen. Voor het beoordelen van belastbaarheid en begeleiding is het belangrijk inzicht te hebben in de ernst en aard van deze aandoening. NAH-patiënten die geen somatische beperkingen hebben zien er over het algemeen niet ziek uit. Dit staat vaak in schril contrast met de beperkte functionele mogelijkheden in leven en werk die zij iedere dag ervaren.
In de richtlijn Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en arbeidsparticipatie staat omschreven met welke factoren rekening moet worden gehouden bij de begeleiding van werknemers tijdens de re-integratie naar eigen of ander werk. Er is een multidisciplinaire aanpak nodig om arbeidsparticipatie te kunnen realiseren.

Naast diverse klachten, bijvoorbeeld hoofdpijn, nekpijn, vermoeidheid en cognitieve stoornissen, kan een whiplash in zeldzame gevallen gevolgen hebben voor het gezichtsvermogen, zoals blijkt uit deze casus.
Een dakdekker/chauffeur werd van achteren hard aangereden met een whiplash als gevolg. In de herstelperiode nadien bleek dat hij van rechts invoegend verkeer later opmerkte dan voorheen.
De bedrijfsarts in deze casus verwees betrokkene naar een klinisch arbeidsgeneeskundig instituut met vragen over de inzetbaarheid van deze dakdekker in die onderdelen van zijn functie waarin met name veiligheidsaspecten een rol spelen.
Oogheelkundig onderzoek bracht aan het licht dat er sprake was van een incomplete bitemporale hemianopsie. Deze bevinding stond op zichzelf; er waren verder geen oogheelkundige afwijkingen. Uit literatuuronderzoek bleek dat de bitemporale hemianopsie zeer waarschijnlijk is toe te schrijven aan de gevolgen van een hoogenergetisch hoofdtrauma.

Na een arbeidsongeval met dodelijke afloop vindt zowel een onderzoek door de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) als door de politie in samenwerking met de forensisch arts plaats. Beide onderzoeken hebben een deels overlappend doel, te weten waarheidsvinding en strafrechtelijke vervolging van degene die verantwoordelijk is voor het ongeval. Het onderzoek van de inspectie heeft een ‘hoger’ doel, namelijk het voorkomen van nieuwe incidenten. Het onderzoek van inspectie en justitie vraagt om een goede samenwerking tussen partijen. Openheid en adequate informatieverstrekking zijn essentieel om tot een goed resultaat te komen tijdens en na het onderzoek.

Bij NAH denk je niet in eerste instantie aan hersenkanker. Mede vanwege de slechte prognose zien de bedrijfs- en verzekeringsarts zelden patiënten met een hersentumor. Wanneer er dan toch iemand moet worden begeleid, was er tot voor kort weinig houvast in de vorm van richtlijnen. Maar inmiddels is er de NVAB-richtlijn Kanker en Werk.4
Aan de hand van de beschreven casus wordt het duidelijk dat de informatie uit de kliniek en het vragenlijstonderzoek door de bedrijfsarts elkaar goed kunnen aanvullen. Er ontstaat een veel gebalanceerder beeld van de mogelijkheden en beperkingen. Dit kan helpen bij het onderbouwen en uiteindelijk beoordelen van een WIA-aanvraag. Daarnaast nodigt de richtlijn de bedrijfsarts uit om verder te kijken dan alleen het werkvermogen en biedt deze mogelijkheden om de kwaliteit van leven en de kwaliteit van werk te bevorderen.

Pesten op de werkplek is mogelijk een risicofactor voor langdurige arbeidsongeschiktheid | Welke factoren beïnvloeden terugkeer naar werk bij burn-out? | Fysiotherapeut en werk...

Traumatisch hoofd-/hersenletsel (THL) is een van de meest frequente neurologische aandoeningen in Nederland. Het kent een grote variabiliteit wat betreft de patiëntenpopulatie, ongevalsmechanismen, pathofysiologische processen, klinische en radiologische ernst, en het uiteindelijk niveau van herstel. Klinisch wordt er onderscheid gemaakt naar licht (80-85% van de patiënten), middelzwaar en ernstig THL. Beide laatste categorieën kennen een hoge morbiditeit en mortaliteit. Van de patiënten met licht THL heeft zeker een kwart langdurig last van posttraumatische klachten die onder meer het hervatten van werk of studie negatief beïnvloeden. Om dit te voorkomen, dienen patiënten met een verhoogde kans op een ongunstige uitkomst tijdig te worden geïdentificeerd, zodat zij adequaat kunnen worden begeleid. Hierin is ook een rol voor de bedrijfsarts weggelegd. Enkele factoren die geassocieerd zijn met een suboptimaal functioneel herstel zijn leeftijd, bijkomende stemmingsklachten, opleidingsniveau, copingstijl, medische voorgeschiedenis en vroege posttraumatische klachten zoals nekpijn.