Praktische Pediatrie

Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen

Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Praktische Pediatrie

Gesorteerd op nieuw - oud
Hypertensie bij kinderen Lees meer over Hypertensie bij kinderen Hypertensie bij kinderen
Hypertensie komt regelmatig voor in de kindergeneeskundige praktijk. Desondanks wordt de bloeddruk niet in iedere praktijk standaard gemeten bij een poliklinisch consult. Een oorzaak hiervan is dat bloedrukmeting bij kinderen soms lastig is en aan een aantal voorwaarden moet voldoen. De oscillometrisch gemeten bloeddruk kan bij kleine kinderen te hoog uitvallen en in geval van een hoge waarde moet deze handmatig (auscultatoir) worden gecontroleerd. Ook 24 uursbloeddrukmeting kan op de kinderleeftijd worden toegepast. Hypertensie onder de 10 jaar is in meerderheid secundair, reden waarom er altijd onderzoek moet worden ingesteld naar de oorzaak van een vastgestelde hypertensie. Er zijn verschillende medicamenteuze behandelopties, maar leefstijlverandering is altijd de basis van de behandeling.
Enuresis bij adolescenten en jongvolwassenen: behandeling met aangepaste droogbedtraining Lees meer over Enuresis bij adolescenten en jongvolwassenen: behandeling met aangepaste droogbedtraining Enuresis bij adolescenten en jongvolwassenen: behandeling met aangepaste droogbedtraining
Enuresis nocturna (≥ 1/28 nachten nat) komt voor bij 0,5 tot 2% van de adolescenten en volwassenen. Het betreft in deze leeftijdsgroep vooral niet-monosymptomatische enuresis, waarbij dus ook plasklachten overdag aanwezig zijn. Vanwege de hoge behoefte en het lage aanbod van voorzieningen voor deze groep patiënten is in 2003 het Droogbed- en Bekkencentrum (DBBC) in Meppel opgericht. Voor de adolescent en de volwassene met enuresis startten wij in 2003 met een aangepaste droogbedtraining (DBT). Deze werd na tien jaar geëvalueerd om na te gaan hoe het behandelsucces was en welke factoren succesvolle behandeling voorspelden. Hiervoor verrichten we een retrospectief cohortonderzoek. Vervolgens werd een eerste stap gezet naar verbetering van het behandeltraject. Aangepaste DBT lijkt een relevante toevoeging aan het behandelspectrum van enuresis. Vooral de gestructureerde en eenduidige manier van behandelen en de interne behandeling hebben bijgedragen aan het succes. Tot slot wordt een korte toekomstvisie besproken.
Plaatjespuzzel: een jongen met een afwijkende houding Lees meer over Plaatjespuzzel: een jongen met een afwijkende houding Plaatjespuzzel: een jongen met een afwijkende houding
Een 2 jaar en 9 maanden oude jongen komt op het spreekuur omdat het de ouders en de begeleiders op het kinderdagverblijf is opgevallen dat hij de neiging heeft met grote regelmaat zijn hoofd gedurende korte tijd gebogen en naar links gedraaid te houden. Daarbij strekt hij zijn armen en balt hij zijn vuisten. Hij ademt gewoon door, blijft goed aanspreekbaar en gaat meteen erna door met zijn activiteiten. De incidenten vinden alleen overdag plaats. Hij slaapt ’s nachts goed. De psychomotorische ontwikkeling is normaal, motoriek en taal-spraakontwikkeling zijn leeftijdsadequaat. Bij lichamelijk onderzoek ziet u een niet zieke jongen met een normale lengte en een normaal gewicht. Bij lichamelijk en oriënterend neurologisch onderzoek vindt u geen afwijkingen. Er zijn geen bewegingsbeperkingen van het hoofd.
Gesprekken met Michael Schreuder en Joop van den Hoek Lees meer over Gesprekken met Michael Schreuder en Joop van den Hoek Gesprekken met Michael Schreuder en Joop van den Hoek
Nefrologen kunnen niet zonder urologen, en andersom. Of wel? In VU medisch centrum, waar ikzelf het grootste deel van mijn werkzame leven heb doorgebracht, werken kindernefrologen en kinderurologen intensief samen. Maar misschien is dat wel een uitzondering. Ik ging in gesprek met twee collegae die ik alle twee in VUmc heb leren kennen en waarderen en die verschillende (wind)richtingen zijn opgegaan: Michiel Schreuder en Joop van den Hoek.
Henoch-schönleinpurpura: niet altijd onschuldig Lees meer over Henoch-schönleinpurpura: niet altijd onschuldig Henoch-schönleinpurpura: niet altijd onschuldig
Bij henoch-schönleinpurpura (HSP) kunnen naast het typische huidbeeld met palpabele purpura overwegend aan de benen, ook gewrichtsklachten, gastro-intestinale klachten en renale afwijkingen voorkomen. De behandeling is ondersteunend, in de vorm van pijnstilling. Bij ernstige orgaanbetrokkenheid kan behandeling met prednison noodzakelijk zijn. Nefritis komt bij ongeveer een derde van de patiënten voor. Deze kan ernstig verlopen en leidt in 5 tot 20% van de gevallen tot een terminale nierinsufficiëntie. Analyse van de ernst van de HSP-nefropathie is essentieel om de juiste therapie te kiezen en daarmee de kans op chronische nierschade te minimaliseren. Onafhankelijk van de nefritis kan ernstige hypertensie voorkomen als uiting van de vasculitis. Bloeddrukmeting hoort dus bij ieder kind met HSP plaats te vinden. Omdat nierschade tot zes maanden na presentatie nog kan ontstaan, verdient het aanbeveling kinderen met HSP ten minste zes maanden poliklinisch te vervolgen.
Adviezen voor veilig slapen ter preventie wiegendood Lees meer over Adviezen voor veilig slapen ter preventie wiegendood Adviezen voor veilig slapen ter preventie wiegendood
Het is voor professionals die met zuigelingen werken belangrijk om de huidige richtlijn Preventie van Wiegendood en de adviezen voor veilig slapen te kennen. Adviezen voor een veilige slaapomgeving berusten enerzijds op de resultaten van fundamenteel onderzoek naar de pathofysiologie van wiegendood, anderzijds op de door systematische statistische analyse van de gevallen van wiegendood gevonden risicofactoren (LWW). Bestaande adviezen blijven gelden: rugligging, geen blootstelling aan sigarettenrook, niet samen in één bed slapen (< 4 maanden oud), geen dekbedgebruik en geen voorwerpen in bed. Beschermende factoren zijn borstvoeding, fopspeen, babyslaapzak en de eerste zes maanden op de ouderslaapkamer slapen in een eigen bedje. Adviezen naar aanleiding van recente inzichten zijn: prematuren > 32 weken in rugligging, fopspeen adviseren ook bij borstvoeding als die goed op gang is, tweelingen niet in één bed, geen stabilisatiekussens gebruiken, waarschuwen tegen het samen op de bank slapen. ‘Veilig slapen’ dient een vast onderdeel te zijn van het (ontslag)gesprek.