Enuresis bij adolescenten en jongvolwassenen: behandeling met aangepaste droogbedtraining

Enuresis nocturna (≥ 1/28 nachten nat) komt voor bij 0,5 tot 2% van de adolescenten en volwassenen. Het betreft in deze leeftijdsgroep vooral niet-monosymptomatische enuresis, waarbij dus ook plasklachten overdag aanwezig zijn. Vanwege de hoge behoefte en het lage aanbod van voorzieningen voor deze groep patiënten is in 2003 het Droogbed- en Bekkencentrum (DBBC) in Meppel opgericht. Voor de adolescent en de volwassene met enuresis startten wij in 2003 met een aangepaste droogbedtraining (DBT). Deze werd na tien jaar geëvalueerd om na te gaan hoe het behandelsucces was en welke factoren succesvolle behandeling voorspelden. Hiervoor verrichten we een retrospectief cohortonderzoek. Vervolgens werd een eerste stap gezet naar verbetering van het behandeltraject. Aangepaste DBT lijkt een relevante toevoeging aan het behandelspectrum van enuresis. Vooral de gestructureerde en eenduidige manier van behandelen en de interne behandeling hebben bijgedragen aan het succes. Tot slot wordt een korte toekomstvisie besproken.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet u van het bestaan van aangepaste droogbedtraining als behandeloptie voor therapieresistente bedplassers
- bent u bekend met de belangrijkste tot op heden erkende oorzaken van bedplassen
- kent u het belang van de gebruikte definitie van nachtelijke polyurie (kinder- of vol- wassenendefinitie) bij het bepalen van de prevalentie van nachtelijke polyurie
- bent u bekend met de contradictie tussen de definitie van nachtelijke polyurie bij kinderen en volwassenen en het belang daarvan tijdens de adolescentie