Praktische Pediatrie
Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen
Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Praktische Pediatrie
Gesorteerd op nieuw - oud
Infecties zijn een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit bij kinderen met kanker. Het risico op ernstige bacteriële infecties is vooral hoog bij chemotherapie-geïnduceerde neutropenie. Wanneer een patiënt koorts ontwikkelt tijdens neutropenie, volgt standaard ziekenhuisopname en behandeling met intraveneuze breedspectrumantibiotica. Bij 20 tot 30% van de kinderoncologische patiënten met febriele neutropenie wordt een bacteriële infectie aangetoond, in de meeste gevallen grampositieve bacteriën. Andere oorzaken van koorts bij neutropenie zijn onder meer virale infecties, bloedtransfusies, medicatie, tumorkoorts en mucositis. Veel kinderen met koorts en neutropenie worden dus onnodig opgenomen en behandeld met antibiotica. Er wordt veel onderzoek gedaan naar risicomodellen voor koorts bij neutropenie om deze overbehandeling te reduceren. Het is veilig gebleken om kinderoncologische patiënten die zich presenteerden met koorts bij neutropenie zonder focus of afwijkende vitale parameters, na 72 uur antibiotische behandeling naar huis te ontslaan, mits zij minimaal 24 uur koortsvrij zijn en de kweken negatief zijn gebleven, ongeacht het aantal neutrofiele granulocyten op dat moment.

In december 2015 zagen wij een meisje van 11 jaar op de polikliniek. Zij had sinds een paar maanden perioden met rode gewrichten van de vingers die ongeveer een week duurden. De vingers voelden dan ook minder soepel aan en zij had er last van bij pianospelen.
De klachten waren nu grotendeels verdwenen. Wel heeft zij snel paarse handen bij kou. Van de andere gewrichten had ze geen last. Zij heeft geen zonlichtallergie, geen andere huidafwijkingen, geen koorts; wel nu en dan aften in de mond bij een beugel. De moeder van patiënte heeft systemische lupus erythematosus en het syndroom van Sjögren.
Bij onderzoek zagen wij een niet ziek meisje. Zij had eczeem op de rechterbovenarm. Er was rode verkleuring van de vingers, aan de dorsale zijde van de PIP-gewrichten en distaal rond de nagels, en ook de tenen vertoonden rode verkleuring. Er was echter geen perifere artritis.
De afwijkingen van de handen waren volgens patiënte eerder uitgebreider geweest (zie foto). Aanvullend laboratoriumonderzoek was al door de huisarts verricht en liet een normaal bloedbeeld en CRP zien; antinucleaire antistoffen waren negatief.

Begin dit jaar is naast het UMC Utrecht de eerste paal geslagen voor het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie, het centrale ziekenhuis waar in de toekomst bij alle kinderen met kanker de diagnose gesteld en de therapie bepaald gaat worden. Inmiddels geldt dat al voor de solide tumoren; in het UMC Wilhelmina Kinderziekenhuis is daar ruimte voor vrijgemaakt. Met hoogleraar Rob Pieters en algemeen kinderarts Marion Hekkelaan praat ik over de consequenties voor de kinderoncologische zorg in Nederland.

Neuroblastoom is de meest voorkomende extracraniële solide tumor op de kinderleeftijd. De diagnose wordt in Nederland jaarlijks bij 25 tot 30 kinderen gesteld. De piekincidentie is 0-4 jaar, met een mediane leeftijd van 23 maanden. Neuroblastoom is een heterogene aandoening; het klinisch beloop kan variëren van spontane regressie bij laagrisicopatiënten tot een zeer matige prognose bij hoogrisicopatiënten (HR-patiënten; 30-40% genezing). Door de toevoeging van immunotherapie aan de hoogrisicobehandeling is de kortetermijnoverleving met 20% gestegen.

Steeds meer, vaak ook jonge, kinderen worden behandeld met psychostimulantia. Psychostimulantia verhogen de afgifte van dopamine in de synapsspleet. Dopamine is een directe inhibitor van groeihormoon, waardoor psychostimulantiagebruik de lengtegroei van kinderen zou kunnen beïnvloeden. Als bijwerking is er vaak eetlustvermindering, wat op indirecte wijze ook de lengtegroei negatief kan beïnvloeden. In dit artikel zoeken we op systematische wijze naar bewijs voor de invloed van psychostimulantia op de groei en de eindlengte van kinderen.
Systematische analyse van de literatuur laat zien dat psychostimulantia invloed hebben op de groei van kinderen. De meeste kinderen lijken inhaalgroei te laten zien na het stoppen van medicatie. Er zijn aanwijzingen dat de volwassen eindlengte niet negatief wordt beïnvloed, maar dit kan op basis van de huidige literatuur niet met zekerheid worden geconcludeerd. Wij adviseren de groei van kinderen die worden behandeld met psychostimulantia regelmatig te controleren. Bij stagnatie van de groei dient in overleg met ouders en kind te worden gekeken naar de klinische relevantie van deze bijwerking.

Antenatale hydronefrose is een veelvoorkomende, vaak onschuldige radiologische bevinding. Bij geïsoleerde milde tot matige pyelumdilatatie zonder andere afwijkingen is een expectatief beleid zonder antibioticaprofylaxe of invasieve diagnostiek gerechtvaardigd. Bij oligohydramnion of bijkomende afwijkingen aan het urogenitale stelsel kunnen snelle (soms antenatale) interventie en antibioticaprofylaxe in zeldzame gevallen noodzakelijk zijn.