Praktische Pediatrie

Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen

Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Praktische Pediatrie

Gesorteerd op nieuw - oud
HELP, er ligt een krokodil onder mijn bed! Lees meer over HELP, er ligt een krokodil onder mijn bed! HELP, er ligt een krokodil onder mijn bed!
Angst is in principe een normale, gezonde emotie. Deze emotie wordt gekenmerkt door een aantal componenten. Gedurende zijn ontwikkeling krijgt het kind te maken met angsten. Deze angsten zijn van belang om de wereld te leren kennen. Social referencing speelt daarbij een belangrijke rol. Men spreekt van abnormale angst bij een kind als de angst te veel, te lang (niet snel genoeg hersteld), niet passend bij de leeftijd en belemmerend wordt. Meestal heeft dit ook effect op ouders en/of gezin. De kinderarts heeft dagelijks te maken met kinderen en angst. In het dagelijks werk zal in de differentiaaldiagnose van lichamelijke klachten regelmatig een angststoornis moeten worden overwogen. Bij reële verdenking op een angststoornis is verwijzing naar een kinderpsycholoog of kinderpsychiater wenselijk.
Bij welke saturatiegrens is opname geïndiceerd bij kinderen met een (rsv-)bronchiolitis? Lees meer over Bij welke saturatiegrens is opname geïndiceerd bij kinderen met een (rsv-)bronchiolitis? Bij welke saturatiegrens is opname geïndiceerd bij kinderen met een (rsv-)bronchiolitis?
Bij kinderen met een bronchiolitis wordt op grond van gegevens uit anamnese en lichamelijk onderzoek een inschatting gemaakt of opname nodig is. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de waarde van de saturatie bij deze beslissing om een kind met een bronchiolitis al dan niet op te nemen. Van de zeven gevonden relevante studies vonden er zes een verhoogd risico op een ernstiger beloop van de bronchiolitis bij lagere saturaties. Geen enkele onderzochte saturatiegrens garandeert een volledig ongecompliceerd beloop. De studies waren van wisselende, matige kwaliteit en lastig te vergelijken doordat verschillende saturatiegrenzen en uitkomstmaten worden gehanteerd. Op basis van de hier besproken evidence en overige overwegingen is de klankbordgroep van de landelijke richtlijn Bronchiolitis tot de volgende aanbeveling gekomen: Saturatie ≤ 92%: opname en zuurstof geven, 93-94%: overweeg opname en zuurstof geven, afhankelijk van de klinische situatie en sociale omstandigheden, ≥ 95%: op basis van saturatie alleen hoeft de patiënt niet opgenomen te worden.
Procedurele sedatie en/of analgesie bij kinderen: van de schemerzone naar het daglicht Lees meer over Procedurele sedatie en/of analgesie bij kinderen: van de schemerzone naar het daglicht Procedurele sedatie en/of analgesie bij kinderen: van de schemerzone naar het daglicht
Kinderen die tijdens hun ziekte pijnlijke of belastende verrichtingen ondergaan, zullen zich daar vaak tegen verzetten of onvoldoende meewerken. Om te voorkomen dat procedures mislukken en/of oncomfortabel worden, hebben kinderen vaak Procedurele Sedatie of Analgesie (psa) nodig. In de afgelopen decennia hebben kinderartsen hun eigen psa-protocollen ontwikkeld. Deze protocollen hebben over het algemeen een slechts matige kwaliteit. Ineffectieve sedatie is een frequent probleem, terwijl ook de veiligheid niet optimaal is. Naar aanleiding van een aantal ernstige incidenten tijdens psa werd een nieuwe evidence-based richtlijn over dit onderwerp opgesteld. Dit artikel vat de belangrijkste achtergronden en aanbevelingen uit de nieuwe richtlijn samen. Veiligheid van psa heeft vooral te maken met professionele competenties en randvoorwaarden. Om een optimale effectiviteit te behalen, is vaak titreerbare diepe sedatie nodig. Voor beperkte ingrepen verdient het aanbeveling om over lachgas te kunnen beschikken. Waar mogelijk moet ook gebruik worden gemaakt van topicale anesthesie en non-farmacologische technieken.
Wat iedere kinderarts moet weten over dyslexie Lees meer over Wat iedere kinderarts moet weten over dyslexie Wat iedere kinderarts moet weten over dyslexie
Een groot aantal kinderen vertoont lees- en spellingsproblemen; slechts een kleine groep van hen heeft dyslexie. Kinderen met dyslexie kunnen zich bij de kinderarts presenteren met lichamelijke symptomen als hoofdpijn en vermoeidheid. Door een gerichte anamnese naar ontwikkeling, schoolprestaties en functioneren thuis en op school kan de kinderarts aanwijzingen vinden voor het mogelijk bestaan van dyslexie. Sinds 2009 worden diagnostiek en behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering. In dit artikel wordt daarom besproken hoe de kinderarts dyslexie kan herkennen, en hoe daarna gerichte verwijzing kan plaatsvinden voor verdere diagnostiek en behandeling.
Praktische samenwerking tussen kinderartsen en jeugdartsen op wijkniveau Lees meer over Praktische samenwerking tussen kinderartsen en jeugdartsen op wijkniveau Praktische samenwerking tussen kinderartsen en jeugdartsen op wijkniveau
Hoewel de preventief gerichte jeugdgezondheidszorg en de curatief gerichte kindergeneeskunde beide de bevordering van de gezondheid van het kind beogen, verloopt de samenwerking in de praktijk moeizaam. Verbetering hiervan vereist inzicht in en respect voor elkaars werkzaamheden. In Amsterdam West werd door jeugdartsen en kinderartsen in 2001 het transmurale en interdisciplinaire samenwerkingsverband Werkzaam West opgericht, dat tweemaal per jaar thema-avonden organiseert, waaraan gemiddeld 70 hulpverleners met uiteenlopende achtergronden deelnemen. Tijdens deze bijeenkomsten wordt niet alleen gezamenlijk kennis verkregen maar op een informele manier ook met elkaar kennisgemaakt. Deze interactieve opzet vormt de basis van dit succesvolle initiatief, dat inmiddels ook elders in de stad navolging heeft gekregen. Bovendien wordt door een betere samenwerking en afstemming van taken de kwaliteit van de zorg voor de patiënt verbeterd.
Bij patiënten met JIA die behandeld worden met NSAID’s is profylactisch gebruik van een PPI niet nodig (tegen) Lees meer over Bij patiënten met JIA die behandeld worden met NSAID’s is profylactisch gebruik van een PPI niet nodig (tegen) Bij patiënten met JIA die behandeld worden met NSAID’s is profylactisch gebruik van een PPI niet nodig (tegen)
Prostaglandinesynthetaseremmers zijn de eerste keuze bij de behandeling van reumatische aandoeningen, zowel bij volwassenen als kinderen. Ernstige complicaties, zoals gastro-intestinale bloedingen en ulcera, zijn zeldzaam en doen zich vooral voor wanneer één of meer risicofactoren aanwezig zijn. Bij volwassenen zijn beschermende maatregelen alleen in deze risicogroepen gebruikelijk, waarbij de voorkeur uitgaat naar het toevoegen van een protonpompremmer. Hoewel protonpompremmers zeer effectief zijn en zowel op korte als lange termijn goed verdragen worden door kinderen, zijn er belangrijke bezwaren. Iatrogene blokkade van de zuursecretie kan tot verstoring van de bacteriële flora in de darm leiden. Ook is het risico op respiratoire infecties toegenomen. Het lijkt daarom redelijk om deze middelen ook bij kinderen alleen voor te schrijven wanneer er risicofactoren zijn voor gastro-intestinale complicaties of wanneer er buikpijnklachten ontstaan.