Physios

Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?

Abonneer nu!

Alle collecties van Physios

Gesorteerd op nieuw - oud
Revalidatie van stabiele patiënten met chronisch hartfalen deel 2: fysieke training (VI) Lees meer over Revalidatie van stabiele patiënten met chronisch hartfalen deel 2: fysieke training (VI) Revalidatie van stabiele patiënten met chronisch hartfalen deel 2: fysieke training (VI)
Patiënten met chronisch hartfalen (CHF) vertonen een hoge graad van fysieke vermoeidheid en kortademigheid. Door een verminderd hartdebiet en daardoor inefficiënt functioneren van de perifere vaten neemt het zuurstoftransport naar de spieren en organen af. Naast de medische aanpak is een voorzichtige (her)opbouw van de perifere functies van skelet- en ademhalingsspieren noodzakelijk. Aansluitend kan dit gevolgd worden door een individueel afgestemd trainingsprogramma dat vooral de submaximale inspanningscapaciteit van de patiënt tracht te verbeteren. Pas dan kan de fysiotherapeut erin slagen om de patiënt met CHF een betere kwaliteit van leven te geven en weer te laten functioneren in het dagelijkse leven met verminderde kortademigheid. Na een uitleg in een vorig artikel over de pathofysiologie van hartfalen en de randvoorwaarden voor de fysieke training bij stabiele patiënten met chronisch hartfalen beschrijft dit artikel hoe een trainingsprogramma eruit kan zien.
Revalidatie van stabiele patiënten met chronisch hartfalen deel 3: casus interpretatie testuitslag maximale inspanningstest (VI) Lees meer over Revalidatie van stabiele patiënten met chronisch hartfalen deel 3: casus interpretatie testuitslag maximale inspanningstest (VI) Revalidatie van stabiele patiënten met chronisch hartfalen deel 3: casus interpretatie testuitslag maximale inspanningstest (VI)
Dit artikel is het vervolg op twee eerdere artikelen over de revalidatie van stabiele patiënten met chronisch hartfalen en verminderde linkerventrikelfunctie. In deel 1 lag de focus op de diagnostiek voorafgaand aan het revalidatieproces en deel 2 had als onderwerp de revalidatietraining zelf. In het eerste deel is het belang aangegeven van het vooraf inzien en duiden van de testresultaten van de maximale inspanningsproef, maar dat is niet verder toegelicht. Daarom is het doel van dit artikel te verklaren hoe de verslagen van het longfunctie-onderzoek en de inspanningsproef gelezen moeten worden en welke waarden zinvol zijn voor het bepalen van de trainingsparameters. Dit aan de hand van een casus van een vrouw van 43 jaar die zich aanmeldt voor revalidatie na een myocardinfarct.
Fysiotherapie bij chronisch obstructief longlijden (VI) Lees meer over Fysiotherapie bij chronisch obstructief longlijden (VI) Fysiotherapie bij chronisch obstructief longlijden (VI)
Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) heeft in samenwerking met de Vereniging voor Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck de richtlijn voor chronisch obstructief longlijden (COPD) herzien. De nieuwe richtlijn beschrijft het diagnostisch en therapeutisch handelen van de fysiotherapeut volgens de huidige wetenschappelijke kennis, praktijkkennis van betrokken zorgverleners en ervaringsdeskundigheid van patiënten. Bij de behandeling van mensen met COPD worden drie aangrijpingspunten voor de fysiotherapeut onderscheiden, en zes verschillende patiëntprofielen, met variërende behandelindicaties en bijpassende interventies. De nieuwe richtlijn geeft de inhoud van voorlichting en educatie, aanbevelingen ten aanzien van het vergroten of behouden van fysieke capaciteit en/of fysieke activiteit door middel van oefentherapie en gedragsmatige interventies, en aanbevelingen ter optimalisatie van het functioneren van het adembewegingsapparaat. De fysiotherapeut heeft een inventariserende, analyserende en monitorende rol als begeleider en coach in het diagnostisch en therapeutisch proces, en zorgt voor afstemming met de patiënt en behandelend arts.
‘Hoofdzaken' in de voorste-kruisbandrevalidatie (SF, VI) Lees meer over ‘Hoofdzaken' in de voorste-kruisbandrevalidatie (SF, VI) ‘Hoofdzaken' in de voorste-kruisbandrevalidatie (SF, VI)
Veel sporters keren na het doorlopen van hun VKB-revalidatietraject niet terug op hun oude niveau, ondanks een goede kniefunctie. Inzicht in de relatie tussen psychologische factoren en het terugkeren in de sport is daarom belangrijk, evenals kennis over hoe deze processen te beïnvloeden zijn. In dit artikel wordt uitgelegd welke psychologische factoren een rol spelen bij het ontstaan van blessures en in het revalidatietraject. Daarnaast worden er tools aangereikt om deze psychologische processen te optimaliseren.
Anatomie, trauma en herstel van de voorste-kruisband (SF, VI) Lees meer over Anatomie, trauma en herstel van de voorste-kruisband (SF, VI) Anatomie, trauma en herstel van de voorste-kruisband (SF, VI)
Een VKB-letsel leidt tot instabiliteitsklachten en beperkingen in het dagelijks leven en de sportbeoefening. In veel gevallen betreft het een non-contact sporttrauma. Meestal wordt een VKB-ruptuur begeleid door andere letsels (meniscusrupturen, kraakbeenschade, extra-articulair bandletsel). De VKB speelt een belangrijke rol in het stabiliseren van de knie. De anatomie van de vezelstructuur in de VKB is ingewikkeld en biedt stabiliteit in alle posities van de knie. Het herstelvermogen van de VKB is gering door de matige doorbloeding, het grillige patroon van rupturering en verlies aan spanning van de band. Na een reconstructie van de VKB treedt er weefselherstel op in de kruisbandplastiek. Het ombouwproces van de voorste-kruisbandplastiek vertoont een aantal fases die van invloed zijn op de biomechanische kwaliteit van de reconstructie. Kennis hiervan is belangrijk voor een verantwoord revalidatietraject. Goede begeleiding van een patiënt met een voorstekruisbandletsel is essentieel voor een optimaal herstel.
Revalidatie na voorste-kruisbandletsel: conservatief of preoperatief? Lees meer over Revalidatie na voorste-kruisbandletsel: conservatief of preoperatief? Revalidatie na voorste-kruisbandletsel: conservatief of preoperatief?
Na een voorste-kruisbandletsel zijn er twee mogelijkheden: een conservatief revalidatietraject of een preoperatief traject gevolgd door een operatie en een postoperatieve revalidatie. Beide trajecten starten op dezelfde manier. Eerst moet de knie ‘rustig’ worden en daarna kan de belastbaarheid opgebouwd worden met een progressief oefenprogramma. Na zes weken training kan beoordeeld worden of het conservatieve traject succesvol is of dat er toch een operatie moet volgen. Bij een preoperatief traject speelt de fysiotherapeut een belangrijke rol bij het klaarstomen van de patiënt voor de operatie en het voorbereiden op het komende postoperatieve traject.