Nurse Academy
Praktijkgerichte nascholing voor verpleegkundigen
Nurse Academy biedt bijscholing via een vaktijdschrift met online toetsen, gecombineerd met een kennisarchief, speciaal voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (VS) in het ziekenhuis. Je kunt er 40 accreditatiepunten per jaar mee halen, geaccrediteerd door de V&VN VS, waar en wanneer jij dat wilt.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nurse Academy?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Nurse Academy
Gesorteerd op nieuw - oud
Dagelijks worden de zintuigen talloze keren geprikkeld. Onze omgeving nemen we waar door te horen, te zien, te voelen, te proeven en te ruiken. Bij stoornissen van zien of horen spreken we van blindheid of doofheid. Opvallend genoeg is er geen Nederlandse benaming voor het niet kunnen ruiken. Dat is vreemd, want niet kunnen ruiken heeft veel impact op het leven. In Nederland zijn ongeveer 150.000 patiënten bij wie sprake is van reukstoornissen. Geurbeleving is een subjectieve en persoonlijke beleving en is niet zo goed kwantifi ceerbaar (het is wel te testen/ meten, maar verlies van geur is niet goed in percentages uit te drukken) als visus en gehoor. In oktober 2004 ontvingen de Amerikanen Richard Axel en Linda Buck de Nobelprijs voor de geneeskunde voor hun onderzoek naar het geurcentrum in de hersenen. Zij ontdekten ruim 1000 genen die het mogelijk maken dat de mens ruim 10.000 geuren onderscheidt.
Aplastische anemie is een beenmergziekte die zich kenmerkt door een tekort aan bloedcellen. Doordat aplastische anemie een zeer zeldzame maar ernstige ziekte is, is de kennis hieromtrent vaak ontoereikend. Zoals het woord aplastische anemie doet vermoeden, gaat het om een anemie, een tekort aan rode bloedcellen (erytrocyten). De term aplastische anemie (AA) klopt eigenlijk niet helemaal. De aandoening kenmerkt zich namelijk niet alleen door een anemie.
De bloedaanmaak (= hematopoëse) van alle bloedcellen is verminderd, waarbij niet alleen de erytrocytenaanmaak in het beenmerg is verstoord maar ook de aanmaak van leukocyten (witte bloedcellen) en trombocyten (bloedplaatjes).
De meeste mensen hebben wel gehoord van een ‘hersenbloeding’. De oom van uw beste vriendin, de moeder van uw klasgenoot, of misschien zelfs iemand in uw eigen familie. Een hersenbloeding komt in enkele varianten voor, afhankelijk van de locatie van de bloeding. In dit artikel volgen we de casus van mevrouw Trom, een fictief persoon, die opgenomen wordt in het ziekenhuis met een subarachnoïdale bloeding (SAB). Onder de cerebrovasculaire accidenten (CVA’s) is dit een bijzonder geval, waarbij elke patiënt anders is en de uitkomsten niet altijd even voorspelbaar zijn. In het artikel wordt ingegaan op de diagnostiek, de behandeling, veelvoorkomende complicaties en de bijbehorende verpleegkundige zorg. Voor het artikel is onder andere gebruikgemaakt van de Nederlandse richtlijn Subarachnoïdale Bloeding.
Wat in de communicatie bij de ene patiënt heel goed werkt, kan bij de andere patiënt bij voorbaat kansloos zijn. Een mooi begrip is daarom het ‘zoekend reageren’ uit het maieutische zorgconcept van Cora van der Kooij. Zoekend reageren betekent dat u als verpleegkundige goed kijkt en luistert naar de patiënt en naar uzelf. In dit artikel worden aan de hand van voorbeelden enkele communicatiemodellen behandeld, die kunnen worden gebruikt om na te denken over communicatie. Daarbij geldt dat het minstens zo nuttig is om te refl ecteren over succeservaringen als over wat er fout ging. Het ontleden van een leuke en krachtige interactie met een patiënt biedt net zo goed handvatten voor toekomstige situaties.
Er is in Nederland een tekort aan donororganen. Er is de afgelopen jaren veel aandacht gegaan naar het werven van donoren. Ook is er gewerkt aan meer bewustwording bij hulpverleners om potentiële donoren te herkennen en de vraag om orgaandonatie bespreekbaar te maken bij de familie. Dat ook kleine kinderen orgaan- of weefseldonor kunnen zijn, is nog onvoldoende bekend.
De Engelse afkorting IBD wordt wereldwijd gebruikt voor de chronische inflammatoire darmziekten colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. IBD is chronisch en wordt gekenmerkt door perioden van remissie en perioden van exacerbatie. Cijfers over prevalentie en incidentie zijn wisselend. De incidentie van IBD is ongeveer 29 patiënten per 100.000 inwoners per jaar. De prevalentie van IBD wordt geschat op ongeveer 10 patiënten per 1000 inwoners. Er zijn relatief meer vrouwen met Crohn dan mannen. Bij colitis ulcerosa is deze verhouding juist omgekeerd. Patiënten met IBD presenteren zich in eerste instantie met buikpijn, (chronische) diarree, bloed bij de ontlasting en/of een toegenomen ontlastingsfrequentie. De klachten waarmee de patiënt zich bij de huisarts presenteert zijn afhankelijk van de ernst, de locatie en de extensie van de darmziekte. In de meeste gevallen worden patiënten, doorgaans na het verrichten van een coloscopie (darmonderzoek), verwezen naar de IBD-specialist voor verdere behandeling.