Nurse Academy
Praktijkgerichte nascholing voor verpleegkundigen
Nurse Academy biedt bijscholing via een vaktijdschrift met online toetsen, gecombineerd met een kennisarchief, speciaal voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (VS) in het ziekenhuis. Je kunt er 40 accreditatiepunten per jaar mee halen, geaccrediteerd door de V&VN VS, waar en wanneer jij dat wilt.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nurse Academy?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Nurse Academy
Gesorteerd op nieuw - oud
Roken is een risicofactor voor tal van aandoeningen en een belangrijke doodsoorzaak. Stoppen is lastig, want roken is sterk verslavend. Opname of behandeling voor een aan roken gerelateerde aandoening kan voor rokers echter het signaal zijn dat het nu echt ‘vijf voor twaalf’ is. Daarom is aandacht voor roken in het ziekenhuis en in de GGz van groot belang. Dit artikel zet de belangrijkste ziekten op een rij die samenhangen met roken en bespreekt de mogelijkheden voor verpleegkundigen om naar het rookgedrag te informeren en de vervolgstappen.
Palliatieve zorg is gericht op de behandeling van symptomen en begeleiding van patiënten voor wie genezing niet meer mogelijk is. De palliatieve fase start op het moment dat duidelijk wordt dat de ziekte ongeneeslijk is en eindigt met de zorg voor nabestaanden (zie figuur 1). De zorg in de palliatieve fase streeft de hoogst mogelijke kwaliteit van leven en kwaliteit van sterven na. Gedurende de palliatieve fase spelen er vaak meerdere symptomen of problemen tegelijkertijd die de kwaliteit van leven negatief beïnvloeden. Adequate symptoombestrijding levert kwaliteitswinst voor de patiënt op en is een essentieel onderdeel van de palliatieve zorg. Misselijkheid en braken zijn symptomen die vaak voorkomen en grote impact hebben op de kwaliteit van leven. In 2014 is de landelijke richtlijn Misselijkheid en braken herzien. Deze richtlijn staat centraal in de casus van dit artikel. De casus wordt beschreven vanuit de methodiek ‘palliatief redeneren’, een toegepaste vorm van klinisch redeneren.
Zowel voor artsen als voor verpleegkundigen is niet altijd duidelijk wanneer bij een overleden patiënt sprake is van een natuurlijke of een niet-natuurlijke dood. Hierdoor kunnen onjuiste beslissingen worden genomen, soms met verstrekkende gevolgen. In dit artikel wordt duidelijk gemaakt wat onder een lijkschouw wordt verstaan, wie deze mag uitvoeren, welke overlijdensverklaringen wel of niet ingevuld moeten worden en wanneer de forensisch arts in beeld komt. Verder wordt beschreven wanneer er sprake is van een niet-natuurlijke dood en wat de arts/verpleegkundige dan wel of niet mag doen.
Dit artikel beschrijft de casus van een jonge vrouw met diabetes type 1 die, tot haar schrik, bemerkt dat zij zwanger is. Zij is hier niet optimaal op voorbereid en raadpleegt telefonisch de diabetesverpleegkundige. Deze start een traject om te streven naar optimale diabetesregulatie en multidisciplinaire zwangerschapsbegeleiding. Insulinepomptherapie en continue glucosemonitoring zijn de hulpmiddelen om de bloedglucose binnen de streefwaarden te houden, met als doel de risico’s voor moeder (bijv. ernstige hypo’s), kind (met name macrosomie) en zwangerschap (zoals vroeggeboorte) te beperken.
Koorts bij kinderen is een frequente reden voor een bezoek aan de Spoedeisende Hulp. De uitdaging is het vroegtijdig onderscheiden van kinderen met een ernstige infectie van de grote meerderheid van kinderen met een zelflimiterende aandoening. Met het dalen van de incidentie van ernstige infecties sinds de introductie van verschillende vaccinaties, is ook de ervaring met de beoordeling van het ernstig zieke kind minder groot geworden. Het feit dat per jaar nog 23 kinderen in Nederland aan een infectieziekte overlijden, onderstreept het belang van tijdige onderkenning.
Dit artikel bespreekt de belangrijkste, deels nieuwe inzichten bij de (verpleegkundige) beoordeling van en het beleid bij kinderen met koorts, zoals verwoord in de recent gepubliceerde NVK-richtlijn Koorts bij kinderen in de tweede lijn van 0-16 jaar. Tevens wordt er ingegaan op de angst bij ouders voor een ernstige oorzaak bij hun kind met koorts en wordt (het belang van) voorlichting aan ouders besproken.
Voor de normale productie van schildklierhormoon is elke dag jodium nodig. De schildklier maakt 2 soorten hormonen, T3 en T4. In het bloed wordt het schildklierhormoon voornamelijk gebonden aan eiwit vervoerd. De schildklier is nodig om de stofwisseling aan te sturen. De meest voorkomende ziekten van de schildklier zijn hyper- en hypothyreoidie.