Praktische Pediatrie
Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen
Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Praktische Pediatrie
Gesorteerd op nieuw - oud
Een van de meest voorkomende opnameredenen op de kraamafdeling is preventieve screening op hypoglykemie bij de pasgeborenen. Indien het geven van orale voeding onvoldoende is om een hypoglykemie te behandelen dan wordt overgegaan op intraveneuze glucosetoediening. Orale toediening van dextrose in de vorm van dextrosegel zou een alternatief kunnen zijn voor intraveneuze glucosetoediening.
Dit artikel geeft een overzicht van het wetenschappelijk onderzoek naar de toepassing van orale dextrosegel bij de behandeling van pasgeborenen met een hypoglykemie. Er werd één volledig artikel gevonden en één abstract van een studie.
Wij concluderen dat er op basis van de huidige literatuur te weinig bewijs is om dextrosegel bij de behandeling van hypoglykemie bij pasgeborenen aan te raden. Orale dextrosegel lijkt weliswaar een positief effect op de glucoseconcentratie te hebben, maar de studies tonen geen gunstig effect aan ten aanzien van de noodzaak tot intraveneuze glucosetoediening.

Een 4,5 maanden oude jongen presenteerde zich op de polikliniek met aanvalletjes. De voorgeschiedenis was niet bijdragend. De aanvallen bestonden uit bewustzijnsdaling met het strekken van de linker arm, het buigen van de rechter arm en het draaien van het hoofd naar links. Dit werd gevolgd door lichte trekkingen, eerst van beide armen, later ook van beide benen. De aanvallen duurden ongeveer twee minuten en stopten spontaan. Er was een korte postictale fase van huilen. De aanvallen bestonden bij presentatie sinds vier weken, de frequentie was opgelopen tot één aanval per uur. Tussen de aanvallen door kregen de ouders normaal contact met hun zoon. De psychomotore ontwikkeling was tot nu toe normaal verlopen. De groeicurve was tot nu toe normaal, met name een normale schedelgroei.
Ga voor de oplossing naar https://www.praktischepediatrie.nl/puzzel

Constitutioneel eczeem (CE) is een inflammatoire huidziekte op de kinderleeftijd. De prevalentie van CE bij kinderen in

Op de polikliniek werd een 3 weken oud meisje gezien in verband met harde plekken in de huid, op de wangen, de rug, de armen en de billen. De huidplekken waren anamnestisch al vanaf de geboorte aanwezig, maar in de loop der tijd duidelijker zichtbaar geworden. Ze was daarbij toenemend slaperig, dronk minder dan de helft van haar voeding en de ontlasting kwam moeizaam. Bij het lichamelijk onderzoek werd een niet-zieke, apathische neonaat gezien met op beide wangen een roodgekleurde, scherp begrensde, vast aanvoelende subcutane zwelling van 4 bij 5 cm, los van de onderlaag. Vergelijkbare huidafwijkingen bevonden zich in de hals, de nekplooi, op de bovenarmen en op de billen.

Bij het mankende kind met koorts kan aan een verscheidenheid van diagnoses worden gedacht. Hierdoor kan de juiste diagnose enige tijd op zich laten wachten. In deze casus werd de diagnose pyomyositis vlot vastgesteld door middel van een MRI-scan. Een MRI-scan kan laagdrempeliger worden ingezet binnen de aanvullende diagnostiek bij acute pijnklachten van het bewegingsapparaat, om ook zeldzamere oorzaken, zoals een pyomyositis, uit te sluiten of aan te tonen.

Of borstvoeding mag worden gegeven in combinatie met maternaal geneesmiddelgebruik is een keuze die regelmatig moet worden gemaakt. Verschillende aspecten van dit dilemma worden besproken, met antidepressiva als voorbeeld. Twee factoren spelen een rol bij het overgaan van een geneesmiddel in de moedermelk: de farmacokinetiek van de moeder en de chemische/fysische eigenschappen van het geneesmiddel. Of het geneesmiddel uiteindelijk een effect heeft op de zuigeling, is afhankelijk van de leeftijd en de gezondheid van het kind.
Voor het bepalen van de mate van overgang van geneesmiddelen in de moedermelk en de schatting van de blootstelling van de zuigeling worden verschillende methoden gebruikt: M/P-ratio, relatieve kinddosis en absolute kinddosis. Wanneer een antidepressivum wordt gestart tijdens de borstvoeding, gaat de voorkeur uit naar paroxetine, sertraline of nortriptyline. Het ontbreken van evidence of een relatief grotere hoeveelheid die overgaat, zijn situaties om bij stil te staan. Bij het maken van een keuze kunnen bepaalde afwegingen worden gemaakt en daarnaast zijn verschillende informatiebronnen beschikbaar.