Praktische Pediatrie

Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen

Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Praktische Pediatrie

Gesorteerd op nieuw - oud
Echografie bij buikpijn Lees meer over Echografie bij buikpijn Echografie bij buikpijn
Echografie van de buik speelt vooral een rol bij acute buikklachten. Bij chronische buikpijn is echografie van de buik slechts incidenteel geïndiceerd. Naast systematisch onderzoek van de abdominale organen wordt bij echografie vooral ook aandacht besteed aan de darmwand. Echografie is eerste keus bij traumadiagnostiek en bij verdenking op appendicitis en invaginatie.
Minder pijn, minder angst Lees meer over Minder pijn, minder angst Minder pijn, minder angst
Kinderen lijden vaak onnodig pijn en angst tijdens medische procedures. Bij ingrepen zoals infusen prikken, wonden hechten, ruggenprik of botten zetten, is de behandeling van pijn en angst vaak niet optimaal en wordt er regelmatig gewerkt met fixatie (vasthouden) van het kind. Deze traumatische ervaringen kunnen leiden tot langdurige psychische schade bij het kind. Als toevoeging aan het palet van mogelijkheden om angst en pijn beter te beheersen, hebben wij in het OLVG in Amsterdam lachgassedatie geïntroduceerd. In dit artikel worden de achtergronden van de lachgassedatie en het implementatietraject belicht.
Hypoglykemie bij de pasgeborene: weet u wat u meet? Lees meer over Hypoglykemie bij de pasgeborene: weet u wat u meet? Hypoglykemie bij de pasgeborene: weet u wat u meet?
Neonatale hypoglykemie is een nog veel voorkomend probleem bij pasgeborenen. De eerste en belangrijkste vraag bij neonatale hypoglykemie is die of de genoteerde glucose-uitslag werkelijk overeenkomt met de glucoseconcentratie in het kinderlijke bloed. Dit artikel gaat in op de valkuilen en de aandachtspunten bij de bepaling van glucose: bij de afname, in de pre-analytische fase en in de analytische fase. Het belang van het gebruik van een methode die zuiver en betrouwbaar meet in het gebied van lage glucosewaarden wordt benadrukt. Er wordt ingegaan op het belang van het betrachten van uiterste zorgvuldigheid bij het afnemen van een bloedglucose, wat al begint bij de voorbereiding (desinfectie). De behandeling komt ter sprake en het verschil tussen het geven van glucose via een infuus en toediening via orale voeding. De mogelijkheden van behandeling van hypoglykemie bij borstvoeding komen ook aan bod. Tot slot wordt ingegaan op de preventie van neonatale hypoglykemie.
Diagnostisch onderzoek bij kinderen: Wat u moet weten voordat u een test aanvraagt Lees meer over Diagnostisch onderzoek bij kinderen: Wat u moet weten voordat u een test aanvraagt Diagnostisch onderzoek bij kinderen: Wat u moet weten voordat u een test aanvraagt
Diagnostisch onderzoek heeft als doel om onzekerheid over een ziekte in voldoende mate weg te nemen en is alleen zinvol wanneer de uitslag consequenties heeft voor het beleid. Om te kunnen beoordelen in hoeverre een test in staat is de ziekte aan te tonen of juist uit te sluiten wordt de term ‘diagnostische accuratesse’ gebruikt. De diagnostische accuratesse wordt bepaald aan de hand van een aantal parameters. De likelihood ratios (LR’s) zijn het meest relevant, omdat ze helpen om, gegeven de voorafkans (prevalentie) op een ziekte, bij uw eigen patiëntenpopulatie de achterafkans te bepalen. Op basis van de achterafkans kunt u vervolgens een beslissing nemen over het te volgen beleid. De laatste jaren is de focus steeds meer komen te liggen op het klinisch nut van de test: de effecten van het toepassen van de test op de gezondheid van de patiënt.
Hoe (on) betrouwbaar is de visuele beoordeling van neonatale icterus? Lees meer over Hoe (on) betrouwbaar is de visuele beoordeling van neonatale icterus? Hoe (on) betrouwbaar is de visuele beoordeling van neonatale icterus?
De richtlijn voor hyperbilirubinemie waarschuwt dat het inschatten van de mate van hyperbilirubinemie op basis van de geelheid van de huid onbetrouwbaar is. Toch gebruiken we meestal eerst de visuele inschatting om te beslissen of we een bilirubinebepaling doen. Maar hoe onbetrouwbaar is die visuele inschatting eigenlijk? Om dit te onderzoeken zochten we naar studies die de relatie tussen de visuele beoordeling met de cefalocaudale score (CCS) en het bilirubinegehalte objectiveerden. We vonden negen studies waaruit blijkt dat er weliswaar een hoog-significante relatie bestaat tussen de CCS en het bilirubinegehalte, maar met een grote spreiding. De sensitiviteit van de CCS voor een klinisch relevante hyperbilirubinemie is laag, tenzij het kind van top tot teen geel ziet (CCS = 5). De specificiteit is ook laag, tenzij het kind helemaal niet geel ziet (CCS = 0). Dus als een kind van top tot teen geel ziet, is de kans dat het bilirubinegehalte boven de fototherapiegrens ligt aanzienlijk, en als het kind helemaal niet geel ziet is de kans hierop erg klein. Voor de tussenliggende scores (CCS 1-4) is de voorspellende waarde onvoldoende. Wij adviseren daarom om bij de visuele beoordeling van hyperbilirubinemie de voorafkans en klinische informatie mee te wegen en laagdrempelig het bilirubinegehalte te meten.
Verworven parese van de nervus abducens: spoedindicatie voor beeldvormend onderzoek? Lees meer over Verworven parese van de nervus abducens: spoedindicatie voor beeldvormend onderzoek? Verworven parese van de nervus abducens: spoedindicatie voor beeldvormend onderzoek?
Uitval van de nervus abducens is een alarmsymptoom: het kan bij kinderen het eerste teken zijn van verhoogde intracraniële druk, mogelijk veroorzaakt door een hersentumor. Zeker wanneer er bijkomende neurologische verschijnselen zijn, is het een spoedindicatie voor beeldvormende diagnostiek van het hoofd. We bespreken in dit artikel drie patiënten met uitval van de nervus abducens, door uiteenlopende oorzaken. We geven de algemeen kinderarts hiermee een praktische handreiking voor de differentiaaldiagnose en de benadering van kinderen met een nervusabducensparese.