Nurse Academy

Praktijkgerichte nascholing voor verpleegkundigen

Nurse Academy biedt bijscholing via een vaktijdschrift met online toetsen, gecombineerd met een kennisarchief, speciaal voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (VS) in het ziekenhuis. Je kunt er 40 accreditatiepunten per jaar mee halen, geaccrediteerd door de V&VN VS, waar en wanneer jij dat wilt. 

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nurse Academy?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Nurse Academy

Gesorteerd op nieuw - oud
Anti-emetica bij misselijkheid en braken Lees meer over Anti-emetica bij misselijkheid en braken Anti-emetica bij misselijkheid en braken
In dit artikel worden anti-emetica beschreven in de context van misselijkheid en braken. Deze symptomen komen veelvuldig voor in de meest uiteenlopende praktijken van alledag. Om structuur aan te brengen in deze diversiteit is de Richtlijn misselijkheid en braken van Pallialine (www.pallialine.nl) gebruikt. Deze richtlijn is multidisciplinair samengesteld en biedt inzicht in symptoommanagement.
Acute lymfatische leukemie bij kinderen Lees meer over Acute lymfatische leukemie bij kinderen Acute lymfatische leukemie bij kinderen
Bij acute lymfatische leukemie (ALL) verdringen maligne cellen het gezonde beenmerg. Dit kan leiden tot diverse symptomen zoals bleekheid, botpijn, hematomen en perioden met koorts. ALL is de meest voorkomende oncologische aandoening bij kinderen, 120 kinderen per jaar in Nederland. De diagnostiek en de hoogcomplexe zorg vinden plaats in een kinderoncologisch centrum en de laagcomplexe zorg in een shared carecentrum in de woonomgeving van het kind. Alle kinderen in Nederland worden behandeld volgens het ALL-11-protocol van Stichting Kinderoncologie Nederland. De intensieve behandeling duurt twee tot drie jaar met een gemiddelde genezingskans van 85%. Er zijn complicaties op korte en lange termijn. Op basis van de resultaten van diverse onderzoeken wordt gezocht naar een goede genezingskans met zo min mogelijk bijwerkingen. De verpleegkundig specialist (VS) is binnen het multidisciplinaire team de spin in het web en eerste aanspreekpunt voor kind en ouders.
Fantoompijn na een beenamputatie Lees meer over Fantoompijn na een beenamputatie Fantoompijn na een beenamputatie
Fantoompijn is een veelvoorkomend probleem bij patiënten na een beenamputatie. Om fantoompijn in de verpleegkundige praktijk te herkennen, worden in dit artikel de kenmerken van en verschillen tussen fantoompijn, fantoomsensaties en stomppijn uitgelegd. De factoren die mogelijk van invloed zijn op het ontstaan en het beloop van fantoompijn komen hier ook bij aan bod. Het tweede gedeelte van het artikel is gericht op de (para)medische en verpleegkundige behandelmogelijkheden en aandachtspunten bij fantoompijn, waarbij de focus ligt op de uitvoering van spiegeltherapie.
Het niet-pluisgevoel Lees meer over Het niet-pluisgevoel Het niet-pluisgevoel
Spoed Interventie Teams (SIT) worden meestal opgeroepen op basis van afwijkende vitale functies. Verpleegkundigen herkennen verslechtering echter vaker door een niet-pluisgevoel dan op basis van routinematig meten van vitale functies. Het niet-pluisgevoel kan lastig onder woorden te brengen zijn. Uit literatuuronderzoek blijkt dat aan het niet-pluisgevoel verschillende signalen ten grondslag liggen, die zijn samengevat in negen indicatoren opgenomen in de Dutch-Early-Nurse-Worry-Indicator-Score (DENWIS). Alle indicatoren tonen een significant verband met de samengestelde uitkomstmaat ongeplande opname op een bewakingsafdeling of onverwacht overlijden. DENWIS-indicatoren toegevoegd aan een Early Warning Systeem, gebaseerd op afwijkende vitale functies, verbeteren voorspelling van de uitkomstmaat. Bovendien wordt het risico op deze uitkomsten door de DENWIS en het niet-pluisgevoel al in een vroeg stadium voorspeld. De DENWIS geeft verpleegkundigen een instrument in handen om gestructureerd en volledig signalen van verslechtering te rapporteren en te communiceren en kunnen bijdragen aan het voorkomen van verdere verslechtering.
Groep B-streptokok Lees meer over Groep B-streptokok Groep B-streptokok
In Nederland is ongeveer 20% van alle zwangere vrouwen draagster van groep B-streptokokken (GBS) ook wel Streptococcus agalactiae genoemd. De helft van alle kinderen van wie de moeder draagster is van GBS, is gekoloniseerd. Ongeveer 1% van die kinderen ontwikkelt een infectie tijdens of kort na de geboorte. GBS kan bij 15 tot 20 pasgeborenen per jaar leiden tot ernstige neonatale morbiditeit en mortaliteit. In 10% van de gevallen is er sprake van een sepsis/meningitis en 5% van deze pasgeborenen houdt restverschijnselen. Ongeveer 5% van de geïnfecteerde kinderen komt te overlijden.
Trombose en kanker Lees meer over Trombose en kanker Trombose en kanker
Trombose en kanker lijken bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Trombose en longembolie worden als één aandoening gezien, te weten veneuze trombo-embolie (VTE). Ondanks dat we steeds beter weten hoe trombose voorkomen kan worden, blijft dit ziektebeeld een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit. De verpleegkundige of verpleegkundig specialist kan een belangrijke rol vervullen bij de diagnose, behandeling, begeleiding en nazorg van de patiënt die zowel met kanker als met een VTE geconfronteerd wordt. Belangrijk is dat de verpleegkundige of de verpleegkundig specialist zich bewust is van de risicofactoren van een VTE en weet hoe een diagnose te stellen in combinatie met kanker en wat de eventuele behandeling daarvan is, zodat adequate behandeling gestart en gecontinueerd kan worden in samenspraak met de eventuele hoofdbehandelaar.