Nurse Academy
Praktijkgerichte nascholing voor verpleegkundigen
Nurse Academy biedt bijscholing via een vaktijdschrift met online toetsen, gecombineerd met een kennisarchief, speciaal voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (VS) in het ziekenhuis. Je kunt er 40 accreditatiepunten per jaar mee halen, geaccrediteerd door de V&VN VS, waar en wanneer jij dat wilt.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nurse Academy?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Nurse Academy
Gesorteerd op nieuw - oud
Morbide obesitas is een chronische ziekte die in de westerse wereld epidemische vormen aanneemt. Bij deze ziekte vindt er een stapeling plaats van het overtollig lichaamsvet in het lichaam. Dit kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen waarbij het metabool syndroom (insulineresistentie die kan resulteren in diabetes mellitus 2, verstoring van serumlipiden (cholesterol en vetzuren) en hypertensie) een belangrijke oorzaak is.
Daarnaast hebben patiënten die lijden aan morbide obesitas een verhoogde kans op cholelithiasis, varices, dyspnoe d’effort, hart- en vaatziekten enzovoort.
Met deze kennis rijst de vraag hoe het komt dat er anno 2010 nog professionals rondlopen met vooroordelen ten aanzien van patiënten met morbide obesitas en op basis van gebrekkige kennis, geen of onjuiste (medische) interventies adviseren. Met een eenvoudig trainingsprogramma kunnen zorgprofessionals zich bijscholen om aan de doelgroep zorg op maat te bieden en een bijdrage te leveren aan de kostenbeheersing in de zorgsector.
Er overlijden in ons land jaarlijks ongeveer 3500 patiënten aan de gevolgen van sepsis en daarmee is het doodsoorzaak nummer 1 op de intensive care. Deze 3500 doden zijn er meer dan het aantal doden door longkanker, borstkanker en colonkanker tezamen. Het verminderen van het aantal gevallen van sepsis en het beter behandelen van mensen met sepsis is dan ook een van de thema’s van een landelijk veiligheidsprogramma om de zorg veiliger te maken.
Extravasatie is een ongewenste toediening van vloeistof buiten het bloedvat. Bij extravasatie wordt vaak gedacht aan een complicatie bij de toediening van chemotherapie, maar alle vloeistoffen die intraveneus worden toegediend kunnen extravaseren. Bij de toediening van chemotherapie kan dit echter ernstige gevolgen hebben. Voor iedere hulpverlener die betrokken is bij het toedienen van intraveneuze cytostatica is kennis van deze ernstige complicatie een must. Deze kennis richt zich niet alleen op het herkennen en behandelen van een extravasatie maar ook op de maatregelen die genomen dienen te worden om het risico van een extravasatie zo klein mogelijk te maken.
Verpleegkundigen en verzorgenden meten dagelijks pijn bij diverse groepen patiënten, jong en oud. Pijnmeting blijft niet alleen beperkt tot de bekende groep postoperatieve patiënten met acute pijn, maar wordt in toenemende mate ook uitgevoerd bij patiënten met chronische pijn, zoals patiënten met een oncologische of neurologische aandoening. De pijnmeting wordt meestal gedaan met behulp van de Numeric Rating Scale (NRS). Voor jonge (preverbale) kinderen is de NRS geen optie. Daarom zijn er de afgelopen jaren observatieschalen ontwikkeld voor kinderen in diverse leeftijdscategorieën; bekend zijn de FLACC en de COMFORT. Zijn deze schalen ook toe te passen bij volwassen patiënten met verbale beperkingen, zoals oudere demente patiënten of patiënten met een neurologische aandoening? Of zijn voor hen andere schalen beschikbaar? En zijn deze schalen getest, valide en betrouwbaar gebleken? In dit artikel wordt beschreven hoe Emma, Sophie en Lars antwoord hebben gezocht op deze vragen.
‘Kan mevrouw J al van de beademing af?’ Tijdens de ochtendkoffie wordt deze vraag gesteld. De intensivist die net op de afdeling is, opent het dossier van de patiënt. We bekijken de laatste labuitslagen en de vitale gegevens van de afgelopen nacht. Vervolgens neemt hij de vragensteller mee naar het bed van mevrouw J. ‘Neem nog maar even een bloedgas af en bel me over een half uurtje,’ zegt hij, ‘ik ben benieuwd naar de pH, de pCO2 en de base excess.’
Sinds een aantal jaren is het gebruik van de automatische externe defibrillator (AED) bij het uitvoeren van basic life support (BLS) in opmars. Totdat een specialistisch reanimatieteam arriveert, wordt er met behulp van de AED voor gezorgd dat er, indien nodig, een schok kan worden toegediend om het hartritme te corrigeren. Vanaf het moment dat het specialistisch reanimatieteam aanwezig is, wordt gestart met de advanced life support (ALS). Met behulp van twee scenario’s (shock en no-shock scenario) wordt door middel van toediening van medicatie, eventueel defibrillatie en/of uitwendige pacing geprobeerd de circulatie te herstellen. Tijdens de ALS wordt gezocht naar de oorzaak van de circulatiestilstand om de patiënt zo snel mogelijk gericht te kunnen behandelen. Bij de hypothesevorming zijn de vier H’s en vier T's daarvoor en hulpmiddel. Hierbij zijn goede samenwerking, communicatie en evaluatie van groot belang.