AccreDidact Apothekersassistent

Urticaria en constitutioneel eczeem zijn veelvoorkomende huidaandoeningen die gepaard gaan met hinderlijke klachten, zoals hevige jeuk, slaapproblemen en ongerustheid bij de patiënt. In de huisartsenpraktijk roept vooral urticaria regelmatig vragen op: is er sprake van een allergie, moet er aanvullend onderzoek gedaan worden, en wat is de rol van de allergoloog? Ondanks het acute karakter is urticaria lang niet altijd allergisch van aard. Deze nascholing biedt u handvatten om zinvol onderzoek van onzinnig onderzoek te onderscheiden en patiënten doelgericht te behandelen. Daarnaast komt constitutioneel eczeem aan bod, een chronische aandoening met grote impact, vooral bij jonge patiënten. Rond deze diagnose bestaan veel misverstanden en tegenstrijdige adviezen, afkomstig van zorgprofessionals, maar ook van het sociale netwerk van de patiënt. Dit onderstreept het belang van een eenduidige, professionele benadering door huisarts en apotheek. In deze e-learning leert u beide aandoeningen effectief te herkennen, te behandelen en patiënten adequaat te begeleiden. De nascholing biedt praktische adviezen voor diagnostiek, medicamenteuze en niet-medicamenteuze therapie, en samenwerking tussen zorgverleners. Zo kunt u patiënten met urticaria of eczeem snel verlichting bieden én onnodige verwarring en verwijzingen voorkomen.

De ziekte van Parkinson komt steeds vaker voor: volgens een schatting op basis van de ERGO-studie zijn er momenteel circa 61.000 patiënten. Dat betekent dat een gemiddelde apotheek ruim 30 parkinsonpatiënten bedient, zowel gediagnosticeerd als ongediagnosticeerd. Hoewel de behandeling primair in handen is van de neuroloog of geriater, heeft de huisarts regelmatig te maken met deze patiënten, bijvoorbeeld bij herhaalreceptuur of andere medische contacten. In deze nascholing staat de farmacologische behandeling van de ziekte van Parkinson centraal. U leert welke middelen beschikbaar zijn, hoe zij werken, waarom combinaties en frequent doseren vaak noodzakelijk zijn en hoe bijwerkingen zoals dyskinesieën ontstaan. Er is aandacht voor het progressieve ziekteverloop en voor veelvoorkomende complicaties zoals vallen, depressie en dementie. De e-learning gaat daarnaast in op de rolverdeling tussen huisarts, specialist en apotheek, zoals beschreven in de Multidisciplinaire richtlijn ziekte van Parkinson. Ook komt aan bod waarom het effect van medicatie afneemt en of het beloop van de ziekte überhaupt beïnvloedbaar is. Deze nascholing helpt u om parkinsonmedicatie en het ziekteverloop beter te begrijpen, wat van belang is voor veilige en effectieve zorg aan deze groeiende patiëntengroep.

Overgewicht en obesitas nemen toe: naar verwachting heeft in 2040 62% van de Nederlanders overgewicht. Hoewel Nederland het binnen de EU relatief goed doet, neemt ook hier het aantal patiënten met ernstig overgewicht en bijbehorende comorbiditeit toe, zoals diabetes type 2, hypertensie en depressie. Deze patiënten gebruiken vaker medicatie en worden regelmatig gezien in de apotheek. Daarnaast ondergaan jaarlijks ongeveer 12.000 mensen in Nederland een bariatrische ingreep, zoals een Roux-en-Y gastric bypass of een gastric sleeve. Deze operaties beïnvloeden de opname en werking van geneesmiddelen, wat specifieke kennis vraagt van het apotheekteam. In deze nascholing leert u hoe overgewicht en bariatrische chirurgie de farmacokinetiek beïnvloeden. Er wordt ingegaan op medicatieadvies bij extreem overgewicht en na maagverkleining, en u maakt kennis met de doseringsadviezen die de KNMP hiervoor ontwikkelt. Ook leert u hoe u als apotheekmedewerker kunt bijdragen aan passende farmaceutische zorg voor deze groeiende patiëntengroep. De e-learning biedt praktische handvatten voor het beantwoorden van vragen zoals: welke dosis geef je aan iemand van 250 kg? En welke formuleringen zijn geschikt na bariatrische chirurgie? Zo bent u beter voorbereid op deze farmacotherapeutische uitdaging.

In Nederland dialyseren ongeveer 6.500 mensen. Zij gebruiken gemiddeld zo’n 12 verschillende geneesmiddelen per dag. Door hun complexe zorgbehoefte en het vaste dialyseschema is hun dagelijks leven zwaar. Dialyse kan bovendien bijwerkingen geven, zoals misselijkheid en duizeligheid (de zogeheten ‘dialysekater’). Uit onderzoek blijkt dat medicatiefouten bij deze patiëntengroep veel voorkomen. Geneesmiddelgebruik bij dialysepatiënten vraagt om zorgvuldige afstemming. Door eindstadium nierfalen is de uitscheiding van geneesmiddelen vaak vertraagd, wat leidt tot dosisverlaging of aangepaste doseerintervallen. Dialyse kan echter juist leiden tot versnelde uitscheiding, waardoor extra toediening soms nodig is. De verschillende dialysetechnieken beïnvloeden de farmacokinetiek bovendien op uiteenlopende manieren, wat het kiezen van een passend doseerschema complex maakt. In deze nascholing leer je over de achtergrond en werking van dialyse, de verschillende dialysetechnieken en hun invloed op geneesmiddelgebruik. Je krijgt inzicht in veelgebruikte medicatie bij dialysepatiënten en hoe je als apotheekteam medicatieveiligheid en therapietrouw kunt bevorderen. Deze e-learning helpt je beter voorbereid te zijn op de farmacotherapeutische uitdagingen bij deze kwetsbare patiëntengroep.

In deze nascholing worden drie veelvoorkomende oorontstekingen besproken: otitis media acuta (OMA), otitis media met effusie (OME) en otitis externa. Ze worden samen behandeld vanwege hun onderlinge samenhang en omdat de ene ontsteking uit de andere kan voortkomen. Daarnaast wordt kort aandacht besteed aan oorsuizen. Oorklachten zijn veelvoorkomende vragen aan de balie en het is belangrijk dat je als apothekersassistent goed geïnformeerd bent. Bij OMA ligt de nadruk op pijnstilling, met name op de juiste dosering paracetamol, die hoger ligt dan op de verpakking staat. Antibioticabeleid is aangepast ten opzichte van vroeger. Pijnstillende oordruppels worden afgeraden: het effect is te gering. Ook jonge kinderen, zelfs onder één jaar, kunnen OMA krijgen, wat het belang van goede voorlichting onderstreept. Bij OME is het beleid nog terughoudender geworden. Het beloop is meestal gunstig, maar wanneer zijn trommelvliesbuisjes nog geïndiceerd? Otitis externa vereist andere behandeling dan voorheen, met nieuwe oordruppels en mogelijk een boorwatertampon. Ook wordt besproken welke middelen wel of niet gebruikt mogen worden bij trommelvliesperforatie. Deze e-learning biedt praktische kennis die je direct kunt toepassen in de apotheekpraktijk van vandaag.

Patiënten stellen in de apotheek regelmatig vragen over voedingssupplementen en voeding. Van jou, als apothekersassistent, wordt verwacht dat je over beide onderwerpen deskundig advies kunt geven. In de praktijk blijkt dit niet altijd eenvoudig, mede doordat patiënten vaak (vermeende) kennis meenemen uit media en van zelfbenoemde voedingsgoeroes. In deze nascholing krijg je inzicht in veelvoorkomende misvattingen en leer je hoe je onderbouwd en helder kunt reageren. In onderdeel A1 staan de artikel 13.1-gezondheidsclaims centraal, zoals voor vitaminen, walnoten en rode gist rijst. Vervolgens komen in onderdeel A2 de risicoverminderingsclaims (artikel 14) aan bod, waaronder claims specifiek voor kinderen. In onderdeel A3 leer je hoe voedingsclaims als ‘suikervrij’ en ‘geen toegevoegde suikers’ wettelijk zijn geregeld. Tot slot behandelt onderdeel A4 de Novel Food Verordening en de veiligheid van nieuwe voedingsmiddelen. Deze e-learning biedt jou handvatten om patiënten duidelijk en feitelijk te adviseren over voedingssupplementen en gezondheidsclaims. Zo draag je bij aan verantwoorde keuzes aan de balie.