Praktische Pediatrie
Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen
Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Praktische Pediatrie
Gesorteerd op nieuw - oud
Kinderartsen worden geregeld geconfronteerd met (een vermoeden van) seksueel misbruik bij een kind. Het vaststellen dan wel

Bij een acute astmaexacerbatie bij schoolkinderen en adolescenten zorgt een stootkuur prednison voor een korter verblijf in het ziekenhuis en minder snel een recidief binnen de eerste drie maanden. Bij jonge kinderen die zich met dyspneu op de SEH presenteren en bij lichamelijk onderzoek een piepend expirium hebben passend bij bronchusobstructie, wordt regelmatig, naast luchtwegverwijders, oraal prednison voorgeschreven. De vraag die we hier willen beantwoorden, is of er bewijs is voor effectiviteit van een stootkuur prednison bij kinderen jonger dan 4 jaar, aangezien hier waarschijnlijk sprake is van andere pathofysiologie. Analyse van de literatuur laat zien dat er onvoldoende bewijs is voor orale corticosteroïden bij peuterastma. We adviseren om geen prednison voor te schrijven aan jonge kinderen met acuut milde tot matig ernstige dyspneu bij viraal piepen, tenzij er sprake is van dreigende respiratoire insufficiëntie. Hierbij is het effect van prednison onvoldoende onderzocht en is dit mogelijk wel werkzaam, zonder ernstige bijwerkingen.

Oedeem is doorgaans van voorbijgaande aard, zeker op de kinderleeftijd. Oedeemvorming kan echter ook een uiting zijn van ernstige, soms levensbedreigende aandoeningen. Het is daarom zaak bij de benadering van een patiënt met oedeem deze aandoeningen snel vast te stellen of uit te sluiten. In dit artikel worden de verschillende oorzaken besproken die aan oedeemvorming ten grondslag liggen. Er worden handvatten aangereikt om met behulp van anamnese, lichamelijk onderzoek en beperkt aanvullend onderzoek tot een verklaring en zo mogelijk behandeling van het oedeem te komen.

Metamizol is een pijnstiller met antipyretische eigenschappen. In Nederland is metamizol toegelaten voor kortdurend gebruik bij heftige pijn en hoge koorts indien andere middelen gecontra-indiceerd zijn. In andere landen, zoals Duitsland, is de indicatie veel breder en is metamizol een van de meest gebruikte analgetica. Een van de meest bediscussieerde en gevreesde bijwerkingen van metamizol is agranulocytose. In sommige landen heeft dit zelfs tot een verbod op het geneesmiddel geleid. Over het daadwerkelijke risico bestaat in de beschikbare literatuur controverse. In Nederland is het middel in sommige ziekenhuizen al geïmplementeerd voor perioperatieve pijnbestrijding, met goede ervaringen, ook bij kinderen. Wegens de ernst van de bijwerkingen lijkt het verstandig metamizol bij kinderen onder gecontroleerde omstandigheden toe te passen.

Hyponatriëmie is de meest voorkomende elektrolytstoornis bij kinderen. Een daling in het plasmanatrium (pNa) kan resulteren in neurologische verschijnselen en kan, indien onbehandeld, leiden tot sterfte, vooral wanneer deze daling acuut optreedt. Ondanks de hoge prevalentie wordt hyponatriëmie in het algemeen als een lastig te doorgronden pathofysiologisch concept beschouwd. In dit artikel wordt de aanpak van hyponatriëmie inzichtelijker gemaakt door het aanreiken van een diagnostisch stappenplan. Er wordt ingegaan op de kliniek en de differentiaaldiagnose van hyponatriëmie. Tot slot wordt de klinische implicatie van dit stappenplan besproken evenals de gevaren die schuilen in het toedienen van hypotone vloeistoffen.

De richtlijn van de NVK voor jonge kinderen met een urineweginfectie (UWI) in Nederland heeft een goede basis gelegd voor diagnose en behandeling. Het doel is kinderen te identificeren die een risico hebben op recidiverende urineweginfecties, op vesico-ureterale reflux/blaas- en darmdisfunctie en op toekomstige nierschade. Discussie over de aard en timing van vervolgdiagnostiek en het wel of niet voorschrijven van antibiotische profylaxe is al jaren gaande. In dit artikel bespreken we de resultaten van twee grote recente studies (PRIVENT en RIVUR). In bepaalde patiëntengroepen heeft antibiotische profylaxe een gunstig effect op het voorkómen van een recidief-UWI. Herijking van het Nederlandse NVK-protocol wordt aanbevolen.