Nurse Academy GGZ
Praktijkgerichte nascholing voor verpleegkundigen in de GGZ
Nurse Academy GGZ biedt bijscholing via een vaktijdschrift met online toetsen, gecombineerd met een kennisarchief, speciaal voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (VS) in de geestelijke gezondheidszorg. Je kunt er 36 accreditatiepunten per jaar mee halen, geaccrediteerd door de V&VN VS, waar en wanneer jij dat wilt.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nurse Academy GGZ?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Nurse Academy GGZ
Gesorteerd op nieuw - oud
Palliatieve behandeling bij ernstige cognitieve schade na tentamen suïcide

Richtlijnen voor palliatieve zorg zijn er al jaren, richtlijnen voor verslavingszorg ook. Gezamenlijk zullen deze begrippen als zoektermen op internet weinig hits opleveren. Sinds een aantal jaren is er landelijk een aantal bewegingen gaande om deze vormen van zorg te laten samenvloeien. Agora, het landelijk ondersteuningspunt palliatieve zorg, heeft werkgroepen die zich met dit onderwerp bezighouden. Ook een groep eerstelijnsgeneeskundigen is met dit thema bezig. Zij hebben zich ten doel gesteld twee richtlijnen te formuleren: een richtlijn palliatieve zorg in de chronische verslavingszorg met somatische aandoeningen en een richtlijn palliatieve zorg in de chronische verslavingszorg zonder somatische aandoeningen. Deze richtlijnen zijn naar verwachting volgend jaar gereed. Tot die tijd werken we met best practice en bestaande theorieën uit beide vakgebieden. In dit artikel leest u waarom de palliatieve zorg voor een verslaafde cliënt anders kan zijn dan voor een niet-verslaafde cliënt. Het artikel richt zich op de verslaafde cliënt met een somatische aandoening.

Suïcidaal gedrag is ‘het geheel aan gedachten, voorbereidingshandelingen en pogingen die een zekere intentie uitdrukken om zichzelf te doden’. In Nederland pleegden in 2011 1647 mensen zelfmoord. Dit aantal is substantieel, vergeleken met andere doodsoorzaken in hetzelfde jaar, bijvoorbeeld 653 dodelijke verkeersslachtoffers en 143 slachtoffers van moord en doodslag (http://statline.cbs.nl). De helft tot driekwart van de suïcides houdt verband met een psychiatrische stoornis. Ongeacht de oorzaak van de suïcide, is er in 90% van de suïcides sprake van een psychiatrische stoornis, vooral depressie. Suïcidaal gedrag is daarom relevant voor verpleegkundigen in de GGZ.

Hechtingsstoornissen hebben grote invloed op het ontstaan van psychiatrische ziekten en de behandeling ervan. Voor zowel de cliënt als de behandelaar is de wijze waarop beiden gehecht zijn van essentieel belang bij het aangaan van een behandelrelatie. Trauma op jonge leeftijd verstoort het hechtingsgedrag van het kind. Dit kan zich ontwikkelen tot een hechtingsstoornis. In dit artikel wordt ingegaan op de complexiteit van een behandelrelatie bij een cliënt met een hechtingsstoornis.

Geveinsde ziekten komen binnen de gezondheidszorg veel voor. Mensen kunnen vele redenen hebben om ziekte te veinzen Ziek zijn heeft naast nadelen onmiskenbare voordelen, van externe en van interne aard. Dit artikel gaat over het veinzen van klachten vanwege interne psychologische motieven bij de veinzer. In DSM-IV-termen wordt dat een nagebootste stoornis genoemd. Na beschrijving van vóórkomen en beloop van nagebootste stoornissen met vooral lichamelijke symptomen wordt ingegaan op die met psychische verschijnselen.
Het onvermogen om gepresenteerde psychische klachten als geveinsd te duiden, de weerstand om dat te doen, maar ook het belang ervan worden besproken. Het belang is erin gelegen te voorkomen dat geveinsde psychische klachten en symptomen leiden tot diagnoses die een patiënt levenslang blijven achtervolgen. En dan hebben we het nog niet over de behandelconsequenties van die diagnosen. Handvatten worden aangereikt voor onderkenning en er worden suggesties gedaan hoe met dergelijke onderkenning om te gaan.

De conversiestoornis begint langzaam maar zeker uit de hoek van onbegrip en afwijzing te komen. In de lange geschiedenis van de onbegrepen uitvalsverschijnselen is de stoornis getooid met diverse namen en verklaringen. Hiervan is de term hysterie, afgeleid van de dwalende baarmoeder door het gefrustreerde lichaam, nog het meest bijgebleven. Hysterie heeft in de loop der jaren de bijklank van aanstellen en theater gekregen. De mensen die door onbegrepen uitvalsverschijnselen getroffen werden, kregen daardoor ook nog eens te maken kregen met ongeloof en schouderophalen.
In professionele zin is het onbegrip er nog steeds, maar de attitude ten opzichte van de aandoening verschuift steeds meer naar onderbouwende belangstelling en uitwerking van op bewijs gebaseerde behandelingen. De harde veronderstelling dat psychogene factoren een causale rol spelen in het ontstaan van de stoornis, is in de DSM-5 als criterium losgelaten.
Ook in de verpleegkundige praktijk blijkt dat de professionele attitude positief evolueert bij verduidelijking van inzichten in deze stoornis.
In dit artikel wordt ingegaan op de diagnostiek en mogelijke behandeling van de conversiestoornis.