Medicamenteuze behandeling van ADHD

Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) komt voor bij drie tot vijf procent van de kinderen. Van de kinderen met ADHD houdt ongeveer 70 procent ook klachten in de volwassenheid. De belangrijkste gedragskenmerken van ADHD zijn onoplettendheid, impulsiviteit en hyperactiviteit. Bij de behandeling van ADHD bij kinderen komen in eerste instantie niet-medicamenteuze adviezen in aanmerking. Voor de medicamenteuze behandeling komen psychostimulantia (methylfenidaat en dexamfetamine) en andere middelen (zoals atomoxetine) in aanmerking. Voor de behandeling van ADHD bij kinderen bestaat een Nederlandse richtlijn; voor volwassenen ontbreekt die. De geneesmiddelen bij ADHD hebben invloed op de dopaminerge en/of noradrenerge transmissie en zijn effectief bij ongeveer 70 procent van de kinderen met ADHD. Veelvoorkomende bijwerkingen van de psychostimulantia zijn hoofdpijn, nervositeit en slapeloosheid. Ook hebben de middelen bijwerkingen met een negatieve invloed op de rijvaardigheid, zoals nervositeit, slaperigheid en angst. Methylfenidaat en atomoxetine vallen in categorie I voor de verkeersdeelname, dexamfetamine in categorie II. Wanneer in de Eigen Verklaring melding wordt gemaakt van ADHD en/of het gebruik van psychostimulantia zal het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen om een keuring door een arts of psychiater vragen.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet u welke geneesmiddelen bij ADHD beschikbaar zijn en welke de voorkeur hebben
- kent u de verschillen tussen deze geneesmiddelen
- kent u de werking, bijwerkingen, interacties en contra-indicaties