Calcium- en fosfaatstofwisseling

Calcium komt in het serum in drie vormen voor: vrij (geïoniseerd), gebonden aan albumine en gebonden aan andere moleculen. Alleen de geïoniseerde fractie is biologisch actief en staat onder hormonale controle. Parathyreoïd hormoon is het belangrijkste calcium-regulerende hormoon. Dit verhoogt het serumcalcium door bevordering van calciumabsorptie uit bot, toename van de renale terugresorptie en bevordering van de laatste stap in de synthese van actief vitamine D (calcitriol) in de nieren. Calcitriol bevordert de intestinale calciumabsorptie en remt daarnaast zowel zijn eigen synthese als de afgifte van PTH. De calcium-sensing receptor regelt de PTH-afgifte op geleide van de calciumconcentratie in plasma. Dezelfde organen en hormonen zijn betrokken bij de regulatie van het serumfosfaat, waarbij ook fibroblastgroeifactor-23 een rol speelt. Het belangrijkste regelmechanisme van fosfaat is de balans tussen excretie en resorptie van fosfaat door de nieren.