Gewrichtshypermobiliteit en hypermobiliteitssyndromen: adviezen voor de klinische praktijk

Hypermobiele kinderen met moeheidklachten en spiergewrichtspijn na inspanning, zonder tekenen van een specifieke bindweefselaandoening, hebben naast hun mogelijk somatische kwetsbaarheid, vaak een verminderde conditie en zijn bang voor pijn. De mogelijkheden voor aanvullende genetische diagnostiek zijn beperkt. Bagatelliseren van klachten is onverstandig, maar een onterechte diagnose bindweefselaandoening kan de ontwikkeling belemmeren. Een open benadering, met fysiotherapie gericht op spiertraining, stabiliteit en conditie, en psycho-educatie van kind en ouders lijkt het meest effectief.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de normen voor het vaststellen van gegeneraliseerde gewrichtshypermobiliteit
- kunt u het belang van gegeneraliseerde hypermobiliteit inschatten in het licht van de incidentie op de kinderleeftijd en de relatie met lichamelijke klachten
- kent u de bijkomende symptomen en verschijnselen, waarbij u verdere diagnostiek moet inzetten naar een syndromale bindweefselaandoening (met name marfan- en ehlers- danlossyndroom)
- weet u wat de genetische diagnostische mogelijkheden en beperkingen zijn
- bent u op de hoogte van de adviezen voor begeleiding en follow-up van kinderen met klachten bij gegeneraliseerde hypermobiliteit, marfansyndroom en ehlers- danlossyndroom (eds)
In deze collectie
Artikel
Gewrichtshypermobiliteit en hypermobiliteitssyndromen: adviezen voor de klinische praktijk
Je hebt geen abonnement op Praktische Pediatrie.
We hebben het artikel ook voor andere doelgroepen
Je hebt geen abonnement op Praktische Pediatrie.