Cytomegalovirusinfecties bij de pasgeborene: herkenning en behandeling

Congenitale infectie met cytomegalovirus (cmv) is een belangrijke oorzaak van ontwikkelingsachterstand en doofheid op de kinderleeftijd. In Nederland komt deze infectie voor bij 1 op de 200 pasgeborenen. Slechts bij 10% van de geïnfecteerde kinderen zijn symptomen van cmv-infectie bij de geboorte aanwezig (symptomatische cmv-infectie). Een deel van de asymptomatische kinderen ontwikkelt postnataal gehoorverlies. Congenitale cmv-infectie wordt bij de pasgeborene gediagnosticeerd als de urine of het speeksel positief is voor cmv binnen twee tot drie weken na de geboorte. Behandeling met ganciclovir blijkt een gunstig effect te hebben op gehoor en vroege neurologische ontwikkeling bij een selecte groep patiënten. Vooralsnog is het onduidelijk welke kinderen positieve effecten van de behandeling zullen ondervinden en daarom wordt de beslissing erover op individuele basis genomen.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de nieuwste inzichten over de transmissie van cytomegalovirus (CMV) bij een pasgeborene
- kent u de diagnostiek bij een zwangere en een pasgeborene verdacht van een CMV-infectie
- kent u de symptomatologie en gevolgen van een congenitale en postnatale CMV-infectie
- kent u de therapeutische mogelijkheden bij kinderen met een CMV-infectie