Hemofilie

01 september 2011

Het proces van bloedstolling bestaat uit primaire hemostase (afhankelijk van trombocyten, von-willebrandfactoren en vaatwand) en secundaire hemostase (afhankelijk van stollingsfactoren II, VII, VIII, IX, X en XI en von-willebrandfactoren). Hemofilie is een X-gebonden recessieve aandoening, maar 40% betreft een nieuwe mutatie. Hemofilie A (deficiëntie in FVIII) komt zes keer vaker voor (1:5.000) dan hemofilie B (deficiëntie van FIX, 1:30.000). De ernst van de hemofilie wordt ingedeeld naar de restactiviteit van het FVIII-/FIX-gehalte, in ernstige (< 1%), matig ernstige (1-5%) en milde hemofilie (6-40%). Ernstige hemofilie presenteert zich vaak met hematomen en slijmvliesbloedingen in het 1e jaar, en vanaf ongeveer het 2e levensjaar met gewrichtsbloedingen, zowel spontaan als traumatisch. De behandeling bestaat uit intraveneuze toediening van stollingsfactorconcentraat; therapeutisch bij bloedingen en profylactisch bij trauma (capitis), rondom ingrepen, of gemiddeld drie keer per week om bloedingen te voorkomen. Patiënten met milde hemofilie kunnen ook behandeld worden met desmopressine (DDAVP) intraveneus of intranasaal, en tranexaminezuur per os kan gegeven worden als ondersteunende therapie.

Leerdoelen

Na het bestuderen van deze collectie:

  • kent u de diagnostiek van een primaire en secundaire hemostasestoornis
  • kent u de presentatie en kliniek van hemofilie
  • kent u de hoofdlijnen van de behandeling van hemofilie

Informatie over deze collectie

Publicatiedatum 01 september 2011
Duur
50 min

Accreditatie

Status
Niet gestart

Aan de slag

Wil jij ook nascholen met Praktische Pediatrie?

In deze collectie

Artikel

Hemofilie

Auteurs
dr. K. Fischer
dr. M. Peters
Niet gestart
50 min
Je hebt geen abonnement op Praktische Pediatrie.
Bijlage

Literatuurlijst

Niet gestart
Je hebt geen abonnement op Praktische Pediatrie.