Bekkenbodemdisfuncties bij ouderen (VI)
Bekkenbodemdisfuncties zijn voor fysiotherapeuten vaak onbekend terrein, terwijl ze een duidelijke relatie hebben met valrisico en met fysieke en cognitieve achteruitgang. Ouderen met urine- en/of anale incontinentie hebben de neiging om minder te bewegen waardoor ze in een negatieve spiraal terecht kunnen komen die leidt tot passiviteit en sedentair gedrag. Incontinentie kan ook een voorspeller zijn van fysieke en cognitieve achteruitgang, maar wordt nog niet als zodanig erkend. Daarnaast is incontinentie een sterk negatieve prognostische factor voor het herstel- of revalidatieproces. Uit schaamte wordt incontinentie door ouderen vaak niet gemeld, maar door fysiotherapeuten wordt er, mogelijk ook door schaamte, niet naar gevraagd. Voor fysiotherapeuten is niet altijd helder in welke gevallen naar een bekkenfysiotherapeut verwezen zou kunnen worden en wat zijzelf zouden kunnen doen. Daarom licht dit artikel toe wat de rol van de fysiotherapeut kan zijn in het diagnostisch en therapeutisch proces bij ouderen met bekkenbodemdisfuncties
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u de meest voorkomende bekkenbodemdisfuncties bij ouderen beschrijven en verklaren
- kunt u de gevolgen van bekkenbodemdisfuncties op het algemeen en fysiek functioneren beschrijven en verklaren
- kunt u de toiletvaardigheden benoemen en trainen, en aanbevelingen doen ten aanzien van adequaat toiletgedrag
- weet u hoe te handelen conform de stroomdiagrammen van de NVFG en NVFB