Impliciet leren bij het opnieuw leren bewegen na een CVA (VI)
Na een cerebrovasculair accident (CVA) volgen patiënten vaak een intensief multidisciplinair revalidatietraject om motorische vaardigheden die essentieel zijn voor het dagelijks functioneren (bijv. balans- en loopvaardigheid) opnieuw aan te leren. Er wordt steeds vaker geopperd dat dit motorische leerproces het meest effectief is als de therapeut gebruikmaakt van impliciet leren. Hierbij wordt het oefenen zo gestructureerd dat de patiënt minimaal hoeft na te denken over het bewegen. In dit artikel wordt beschreven: (1) wat impliciet leren precies inhoudt en hoe het zich verhoudt tot klassieke theorieën over motorisch leren (i.e. expliciet leren), (2) wat de theoretische voordelen zijn van impliciet motorisch leren en (3) wat het bewijs is voor de effectiviteit van deze methode bij de revalidatie na een CVA. Het artikel sluit af met concrete aanbevelingen voor de praktijk. Therapeuten wordt met name aangeraden om individuele patiëntkarakteristieken mee te laten wegen bij de keuze voor impliciete dan wel expliciete leermethodes.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet u wat wordt verstaan onder impliciet motorisch leren, en hoe deze vorm van leren zich verhoudt tot het klassieke model van motorisch leren
- weet u wat de theoretische voordelen zijn van impliciet leren bij de revalidatie na een CVA, en wat het huidige wetenschappelijke bewijs hiervoor is
- kunt u impliciete motorische leermethodes gerichter inzetten bij de revalidatie na een CVA, op basis van specifieke eigenschappen van de individuele patiënt
- ziet u in dat in de praktijk vaak een mix van impliciete en expliciete leermethodes gebruikt dient te worden bij de revalidatie na CVA