Schouderklachten bij de bovenhandse sporter
Dit artikel is het derde deel van een drieluik over schouderklachten bij de bovenhandse sporter, met de focus op de fysiotherapeutische behandeling. Deze is idealiter gebaseerd op een behandelhypothese waarbij het haast niet te vermijden is dat hierin een aantal onzekere factoren aanwezig is. De beschreven behandelstrategie is in grote lijnen: aangepaste rust en pijnmanagement, ‘puinruimen’ (myofasciale contracturen en actieve triggerpoints opheffen), mobiliteit optimaliseren, spiercontrole optimaliseren, techniek corrigeren, en tot slot het sportspecifiek opbouwen van de belasting in de vorm van werptraining. Tot slot besteedt dit artikel aandacht aan het meten van het prestatieniveau en de terugkeer naar het gewenste sportniveau (‘return to play’).
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u bij schouderklachten van een bovenhandse sporter op basis van onderzoeksbevindingen een gericht behandelplan opstellen
- weet u welke interventies toe te passen zijn bij myofasciale surmenage
- kent u oefeningen om de mobiliteit in de bewegingsketen te optimaliseren
- weet u aan welke criteria een krachttrainingsprogramma moet voldoen
- kunt u een opbouw maken in een werptraining
- weet u hoe het prestatieniveau van een bovenhandse sporter vast te stellen is
- kent u de criteria voor ‘return to play’